Home Interview INTERVIEW: GLASS MUSEUM

INTERVIEW: GLASS MUSEUM

by Björn Comhaire

Antoine Flipo (keyboards) en Martin Grégoire (slagwerk) doen al een jaar of zeven hun eigenwijze, muzikale ding en brachten eind april hun tweede album Reflet uit. Een mooie gelegenheid om eens samen te zitten en te reflecteren over de evolutie van hun band Glass Museum en de weg die ze aflegden sinds ze samen begonnen spelen.

Martin Grégoire en Antoine Flipo © Björn Comhaire

De Ingebakken dualiteit van Glass Museum
Martin en Antoine leerden elkaar kennen op school in Doornik en begonnen in 2015 muziek te maken. Samen jammen met enkel piano en drums, dat was van in het begin het concept achter de band. Ze deden mee aan een wedstrijd georganiseerd door Dour festival, wonnen die en mochten in 2016 voor het eerst spelen op datzelfde festival (dit jaar staan ze trouwens voor de derde keer op Dour). Een droomstart waar de meeste bands alleen maar van kunnen dromen. Martin: “Na ons optreden in Dour begonnen we op te treden in België en deden we mee met Concours Circuit, da’s zo’n beetje de tegenhanger van Humo’s Rock Rally. In 2018 namen we onze ep Deux op, in 2020 verscheen ons debuutalbum Reykjavik en nu is er ons tweede album Reflet. Eigenlijk zijn we na Dour nooit meer gestopt met optreden en componeren.”

Het idee voor de naam van de band kregen ze na het beluisteren van het nummer Glass Museum van Tortoise. Antoine: “De naam geeft perfect weer hoe onze muziek klinkt: fragiel, helder en gevoelig. Op het podium zitten we ook recht tegenover elkaar en zo kijken we precies een beetje in een spiegel, opnieuw een verwijzing naar glas.” “Ons eerste ep heette Deux en de titel verwijst niet enkel naar het feit dat we met twee zijn maar ook naar de ‘competitie’ tussen de twee instrumenten, piano en drums. Evengoed verwijst het naar de dualiteit tussen elektronische en akoestische muziek waar we mee spelen in onze composities. De naam van ons nieuwe album betekent ‘reflectie’ in het Frans, we verwijzen ermee naar het effect dat je soms hebt als je door een raam kijkt: je kijkt doorheen het glas, maar evengoed zie je de reflectie van wat er achter jou gebeurt. Een mooie metafoor voor het verschil tussen de realiteit en de droomwereld”, vult Martin aan.

Die dualiteit tussen realiteit en droom werd heel reëel tijdens de opnames van het nieuwe album. Antoine: “Covid heeft daar natuurlijk een rol in gespeeld want het belette ons om op te treden of naar het buitenland te gaan. Tijdens de opnames werden we dan ook nauwelijks beïnvloed door indrukken van buitenaf en moesten we volledig vertrouwen op ons eigen verbeelding.” “Ons vorige album Reykjavik werd sterk beïnvloed door het vele reizen en toeren dat we deden vóór covid en door het landschap van het noorden. Toen we Reflet opnamen was de situatie helemaal anders. We mochten niet meer op reis en moesten ons baseren op herinneringen aan wat we deden en meemaakten vóór de pandemie. Daardoor kwam de focus meer te liggen op onze emoties en dromen”, zegt Martin. Antoine: “Het uitbundige gebruik van galm en echo effecten in de muziek van Glass Museum helpt om die droomsfeer te onderstrepen.”

Martin Grégoire © Björn Comhaire

Muziek los van categorieën
We zien Glass Museum steevast opduiken op jazzfestivals en toch hebben ze het epitoom ‘jazzband’ al een tijdje uit hun bio weggehaald. Martin verduidelijkt: “De eerste jaren noemden we onszelf een jazzband omdat het een goede manier was om onze muziek te definiëren. Tegenwoordig is de genrenaam te beperkend geworden. We maken een mengeling van elektronische muziek, jazz en rock en werken helemaal niet volgens de ‘jazzcode’. We spelen geen swing, of standards… Jazz wordt tegenwoordig meer en meer gebruikt als allesomvattende term voor een bepaald soort instrumentale muziek.”

Wat de band nog onderscheidt van ‘gewone’ jazzbands is dat er in hun muziek (tot nu toe) nauwelijks plaats is voor improvisatie. Daar komt binnenkort toch wat verandering in. Antoine: “In de nieuwe liveset maken we wat plaats om te improviseren al blijft het nog steeds beperkt.” Martin: “Toen we begonnen, speelden we binnen een losser kader. Nadien werd onze muziek veel meer uitgeschreven, droegen we koptelefoons, werkten we met een kliktape en met een hele batterij effecten. Daardoor was er minder plaats om te improviseren. In de nieuwe concertreeks komt er echter een derde lid bij en dat zorgt voor nieuwe mogelijkheden. Zo laten we stilaan meer ruimte voor improvisatie, vooral op de piano. Als je de videoclip bekijkt van Caillebotis dan zie je onze nieuwe setup en kan je ook zien hoe Brieuc (Angenote, red.) bijvoorbeeld enkele vioolstukken speelt op de contrabas.”

Evolueren zonder jezelf te verliezen
Elke band evolueert en dat is niet anders bij Glass Museum, toch ligt de muziek die ze nu maken nog grotendeels in het verlengde van wat we hoorden op hun eerste ep Deux. Volgens Antoine ligt de evolutie dan ook vooral in het uitwerken van een eigen klankpalet dat onmiskenbaar gelinkt is aan de band. “We hebben heel lang gewerkt aan de ontwikkeling van een geluid dat ons als band definieert en ik vermoed dat we daar de komende jaren verder aan zullen werken.” Martin vult aan: “Ik ben ervan overtuigd dat we ook in ons samenspel nog een stuk kunnen evolueren. Toen we begonnen waren we gewoon twee studenten die muziek maakten zonder enige restrictie of verplichting. Nu is alles wat we doen veel meer georganiseerd, we zijn professioneler geworden en dat hoor je ook in onze klank. De spontaniteit die we in het begin voelden, is er nu minder maar dat is daarom geen slechte zaak. Omdat we meer ervaring hebben, krijgen we ook een bredere kijk op de muziek die we maken en op hoe de verschillende nummers op een album samenhangen en zo een geheel vormen.”

Antoine: “Elk album is een ontdekkingsreis. Toen we jonger waren kenden we bijvoorbeeld weinig van elektronische muziek. Tijdens de opnames van Reykjavik kwam daar verandering in en dat liet ons toe nieuwe wegen te bewandelen. Nu is Brieuc erbij gekomen en ontstaan er weer nieuwe mogelijkheden.”

Een nieuwe dynamiek
De band uitbreiden van twee naar drie heeft niet enkel een effect op hoe je je op het podium presenteert, ook de manier waarop nummers tot stand komen zal in de toekomst veranderen. Antoine: “De manier waarop we tot nu toe nummers maakten verschilt echt van track tot track. Neem nu de titeltrack Reflet, die ontstond vanuit een arpeggio op de Prophet synthesizer. Ik voegde de pianolijn toe en stuurde de file naar Martin – door corona moesten we apart werken – die er dan zijn ding mee deed.” Martin: “Soms vertrekken we van een arpeggio van één maat, een andere keer komt Antoine met een melodielijn en nog een andere keer improviseren we op een bepaald ritme. Voor onze volgende plaat willen we echter zoveel mogelijk werken vanuit de groep.”

Het creëren van de compositie en de opnames is één ding, het mix en productiewerk nadien is nog een ander paar mouwen. Antoine: “Voor mij is dat het moeilijkste stuk maar ook het stuk waarin je de sound van de band bepaalt. Die laatste 10% die nodig is om een nummer echt ‘af’ te maken en ervoor te zorgen dat de aparte nummers samenkomen en één universum, één samenhangend album vormen.” Martin: “We maken eerst een aantal pre-mixen en werken aan het sound-design tot we het gevoel krijgen dat alles mooi bij elkaar past. Voor Reflet was dat extra moeilijk omdat de nummers opgenomen werden tijdens aparte residenties en opnamesessies. Dan moet je nummers kiezen, de beste volgorde voor het album bepalen en al die verschillende opnames samenbrengen. We zijn als band sterk geëvolueerd in dat productiewerk. Waar we in het begin enkel met piano en drums werkten, zijn we nu veel meer bezig met het ontwerp van ons eigen geluid en zien we het allemaal veel breder.” “Tot nu toe wisten we beiden altijd wel ongeveer welke richting we uit wilden met onze sound, benieuwd hoe de input van Brieuc, die vanuit een jazz-achtergrond komt, ons geluid zal beïnvloeden!”, vult Antoine aan.

Antoine Flipo © Björn Comhaire

Het ding een naam geven
Hoe bedenk je titel voor een instrumentaal nummer? Het is een vraag die ons al een tijdje bezighoudt en waar we al veel verschillende antwoorden op kregen. De heren van Glass Museum volgen vooral een intuïtieve benadering. Martin: “Soms heeft het te maken met het geluid van het nummer, zo heet een track Electric Silence omdat die veel elektronica bevat en ook wel wat stille momenten. Op Reykjavik was er een duidelijke link met de natuur. Maar soms komt een titel van iets wat we meemaakten. De titel Caillebotis (de opener van het album, red.) ontstond na een wandeling in de buurt van het Signal de Botrange waar we op de caillebotis (knuppelpaden, red) wandelden.” Antoine: “Soms krijgt een nummer achteraf een titel en soms vertrekken we vanuit een titel en ontwikkelt het nummer zich daaruit. Voor ons nieuwe album wisten we van bij het begin dat het Reflet zou heten en dat heeft voor een groot stuk zowel het geluidsuniversum als de titels van tracks bepaald. De titel van een nummer zal ook de manier waarop je ernaar luistert beïnvloeden. Dus al bij al is de keuze van een goede titel best belangrijk.”

Een blik op de toekomst
Waar Glass Museum over vijf jaar zal staan weten ze niet, maar volgens Antoine en Martin zal het geluid van de band niet zo ver afwijken van wat ze nu maken. Martin: “We zijn de eerste zeven jaar heel geleidelijk geëvolueerd en ik denk dat we dat gaan blijven doen. Onze muziek werd tot nu toe altijd heel goed ontvangen en er is altijd interesse geweest om ons live te zien. Zolang we gevraagd worden door de festivals en zolang er publiek komt, blijven we gemotiveerd en gaan we door met waar we mee bezig zijn.” Antoine: “Nu we met drie zijn zullen er wel wat dingen veranderen maar we denken niet dat het voor Glass Museum ooit echt gaat ‘ontploffen’. We maken instrumentale muziek en we hebben geen iconische frontpersoon hé. Er zal altijd wel een stabiele interesse voor zijn voor wat we maken maar het gaat nooit echt groot worden.”

Wat met de trend om jazz te combineren met hiphop en spoken word. Die is ook bij de heren niet onopgemerkt gebleven. Antoine: “We hebben er al aan gedacht om stem toe te voegen aan bepaalde tracks, maar zoals de nummers nu opgevat zijn is dat best moeilijk. Toch denk ik dat het ooit wel eens zal gebeuren.” Martin: “Af en toe werken met een gastmuzikant of -stem is iets waar we sowieso al over nagedacht hebben.” Antoine: “Op een zeker moment zochten we naar een goede track op Reflet om zang aan toe te voegen. Maar dat gaat natuurlijk niet zomaar. De nummers zijn niet gecomponeerd vanuit die optiek en als je wilt dat het goed werkt dan moet een je nummer echt van bij het begin maken met zang of rap in gedachten.”

Op de vraag of er iemand is waar ze echt heel graag eens willen samenwerken antwoorden Martin en Antoine als uit één keel: “Thom Yorke“. En neen, ze hebben hem nog niet gecontacteerd.

Om af te sluiten willen we het nog kort even hebben over de samenwerking tussen Glass Museum en de organisatie Ohme die het artwork maakte voor het nieuwe album. Martin: “Ohme is een Brusselse organisatie die onderzoek doet naar de combinatie van kunst en wetenschap. Ze maken visuele kunst op basis van wiskundig en wetenschappelijk onderzoek. Het artwork voor ons album is een foto van kristallen bekeken door een microscoop. De belichting, temperatuur en toevoeging van bepaalde chemische elementen zorgt voor het interessante beeld. Ook voor de videoclip van Reflet kwam er samen met Ohme en wie weet werken we ook in de toekomst nog samen met hen.”

FACEBOOK / INSTAGRAM

You may also like

This website uses cookies to improve your experience. We'll assume you're ok with this, but you can opt-out if you wish. Accept Read More