Op 13 maart staat Martha Moore op de planken van de Zebrastraat met een set die gebouwd is rond een ep die deze zomer uitkomt. Little Bird, de eerste teaser daaruit, laat alvast het beste vermoeden. En ook al is het nog wat wachten op het resultaat, vroegen we de Belgische – die liters Brits bloed door de aderen heeft stromen – om een tipje van de sluier op te lichten.
Dag Martha, jij komt als Martha Moore eigenlijk een beetje uit het grote niets in het muzieklandschap binnengewandeld. Deed je daarvoor iets muzikaals?
Martha: Ik tokkelde op een gitaar in een leegstaand kasteel aan de rand van het Zoniënwoud. Dus ja, “het grote niets”, zo kan je het wel stellen. Dit klinkt als een fabeltje, maar het is echt waar. Ik kom uit een muzikaal nest en ik heb altijd al liedjes geschreven, maar na een break-up kwam ik plots terecht in een groot antikraak-kasteel. Deze plek voelde op een manier ver weg van de “echte” wereld. Ik vond er de vrijheid en het vertrouwen om muziek te maken. Ik denk in alle eerlijkheid wel dat mijn muzikale ei, hoe dan ook ooit gelegd moest worden, maar deze (letterlijke) ruimte heeft zeker geholpen om te groeien als singer-songwriter. Waar begin je een band? Daar waar je naar hartlust lawaai mag maken.

Marthe Lagae werd Martha Moore. Waarom?
Eigenlijk werd Marthe Lagae eerst ‘Mark’, dan ‘Is Mark Mark?’ en onlangs pas ‘Martha Moore’, de achternaam van mijn Britse vader. Ach ja, een naam plakken op een muzikaal project is niet gemakkelijk, en al zeker niet in een fase waarin je je stem nog zoekt. Ik treed al langer op met eigen nummers, maar die gingen vormelijk nog alle kanten uit. Zo zong ik bijvoorbeeld zowel in het Nederlands, als in het Engels. De laatste naamwissel kwam er enerzijds omdat ik het Nederlands meer achter me liet en anderzijds omdat ik de vrijheid wil hebben om niet alleen als band op te treden, maar ook als soloartiest. Er zit veel variatie in mijn nummers, maar het persoonlijke aspect blijft cruciaal. Bij het schrijven van elk nummer, ga ik iets aan met mijzelf. De kracht van mijn muziek zit hem volgens mij dan ook in het persoonlijke. Vandaar dat ik voor een persoonsnaam ben gegaan, en niet langer voor een zin met een vraagteken achter, haha.
En meteen samenwerken met Reinhard Vanbergen. Dat is niet niks, hoe kwam die samenwerking tot stand?
Eerlijk, dat is voor een groot stuk geluk hebben. Mijn vader strandde als gitarist uit Londen in Gent. Reinhard was op dat moment nog een heel jonge, maar hyper-getalenteerde violist. Ze speelden soms samen in bands als McGuinnes Brothers, en andere acts waarvan ik de naam niet goed meer weet. Als kind ging ik mee naar optredens en liep ik daar ergens rond. Net op het moment dat mijn muzikale plannen wat concreter werden, kwam ik Reinhard toevallig tegen en zei ik tegen mijzelf: “Oké Marthe, just do it.” Ik ben tot op de dag van vandaag nog steeds heel blij dat ik het hem heb durven vragen. En vooral heel dankbaar dat hij het zag zitten om zo’n beginnende band te producen.
Op de eerste ep moeten we nog wachten tot de zomer, kan je er iets meer over vertellen?
De ep zal Out of Season heten, omdat het een samenraapsel is van nummers die hebben kunnen rijpen over een langere periode en op een plek die los leek te staan van tijd en ruimte. Het verwijst ook naar de overgang van het ene seizoen naar het andere. Van break-up naar de verbinding met mezelf. Naar de periode in het kasteel die aanvoelt als één groot seizoen. Een seizoen van ontreddering, maar ook feest, muziek maken, ruimte innemen, dansen in het donker in het bos. En vrienden, veel vrienden.

De eerste track is ondertussen overal te vinden: Little Bird. Het nummer klinkt wel als de titel, klein maar schoon. Geen noot te veel of te weinig, alles wat er op moet staan, staat erop. Geen overdaad…
Dit vind ik een heel groot compliment! Veel meer dan muzikant, voel ik me songwriter. Voor mij was het maken van deze ep echt een oefening in het schrijven van goede (wat dat ook moge zijn) songs, of anders gezegd: van nummers die overeind blijven in welke vorm dan ook.
Is die track typerend voor de rest van je sound?
Little Bird is het eerste nummer dat ik ooit schreef, opnam en uitbracht. Ik zat in een break-up en dat nummer moest er gewoon echt uit. Het is het meest intuïtieve nummer van de ep, maar daarom is het misschien ook het meest naïeve nummer. Er stroomt folk door mijn aderen, maar gaandeweg ben ik wat meer naar alternatieve rock beginnen luisteren en dat kan je horen in de rest van de ep. Gelukkig was er Reinhard om die vijf nummers, geschreven in verschillende fases van mijn leven, maar ook in verschillende fases van de band, geluidsgewijs samen te brengen.
Ik las dat de liefde voor muziek via je vader ontstond. Vertel!
Toen mijn vader mijn vader werd, had hij er al een paar decennia opzitten als folk- en reggaemuzikant. Hij groeide op in Reading (West Londen), maar trok de wereld rond als singer-songwriter en vooral als sessiemuzikant voor grote namen (o.a. Joan Baez, Johnny Nash en Lee Scratch Perry), tot hij uiteindelijk eind de jaren tachtig strandde in Gent. Hij deed (letterlijk) niets anders dan muziek schrijven, opnemen en optreden. Tot op de dag van vandaag draait zijn leven volledig rond zijn muziek. Hij toonde me de weg van het maken, maar mijn mama liet me luisteren, naar Patti Smith, Joan As Police Woman, Carole King, Anohni and The Johnsons,… eigenlijk veel vrouwen als ik er nu over nadenk. Joni Mitchell vond ze niet goed, heel raar. Ik luisterde dan maar naar haar op mijn Discman.

Je woont wel in Brussel, maar dat Britse tintje zit nog in je geluid.
Dat spreekt voor zich. Mijn vader is Brits, ik heb drie Britse halfbroers die allemaal totale muziekgeeks zijn. Mijn oudste halfbroer is ooit moeten verhuizen van de eerste verdieping naar de gelijkvloers, omdat ze bang waren dat zijn platencollectie door de vloer ging zakken. Engeland maakt deel uit van mijn identiteit. Ik heb me nooit 100% Vlaams gevoeld. Brussel sprak me ook aan omdat sommige plekken me aan Londen doen denken, het park van Ter Kamerenbos bijvoorbeeld.
Een van de eerste concerten die je speelt is in Gent in de Zebrastraat op 13 maart. Kun je daar iets meer over vertellen? En hoe verschilt Martha Moore studio en live?
Ik kijk er heel erg naar uit omdat we enorm gegroeid zijn sinds de opnames. Het heeft even geduurd, maar ik heb het gevoel dat de sound eindelijk klikt. Dat heeft natuurlijk alles te maken met het talent en de ervaring van de andere bandleden: Hugo Antunes (bas), Marco Giongrandi (gitaar), Laura Vander Elst (synth/zang) en Theo Lanau (drum). De ep heeft een spectrum aan invloeden, maar live klinken we veel coherenter en vooral vrijer.
Het is geen sinecure om op te vallen in een vrij overbevolkt muzikaal landschap, hoe maak je het verschil denk je?
Ik ben daar in alle eerlijkheid niet zo mee bezig. Ik voel mij niet uniek. Het enige wat ik kan doen is dicht bij mezelf blijven. Ik volg geen stroming, ik probeer gewoon te stromen en die stroom te delen.
Wat is je favoriete plaat aller tijden en waarom?
Ik heb niet echt een lievelingsplaat, maar wel een lievelingsnummer. Who Knows Where The Time Goes van Sandy Denny. Zij is van Surbiton, waar mijn vader nu woont. Tragisch in de club 27 beland door het vallen van de trap. Soms breng ik dit nummer ook live en dan word ik er telkens weer aan herinnerd hoe goed ik dat nummer vind.