Veel tevredenheid en ronduit absolute blijheid stond te lezen op menig gezicht, woensdagavond, rond de klok van tienen in het Koninklijk Circus. Hier en daar ook verwarring en gelatenheid. Onverschilligheid zeker niet. Bijzonder was de doortocht van de Franse cultprogrockband Magma zéker.
Het collectief, dat het jammer genoeg zonder vocalisten Stella Vander en Hervé Aknin, moest stellen en daardoor ook de setlist wat aanpaste, wist te imponeren en verwonderen met hun wel héél aparte en eigenzinnige mix van jazz, fusion en symfonische rock. Twee keyboards, potige drums van oprichter percussionist/zanger Christian Vander, bas en gitaar en vooral machtige stemmenpracht van de vier vocalistes met Caroline Indjein als absolute ster van de avond.
Dat alles gezongen werd in het Kobaïaans, in 1969 ontwikkeld door Christian Vander, omdat die het Frans niet expressief genoeg vond, was geen obstakel. De combinatie van bombast en minimalisme, met soms ook teutoonse power met overduidelijke linken naar Carl Orff ook niet. De soms iets te lang aangehouden repetitieve passages, vooral tijdens het tweede deel van het concert, vergden soms wat veel voor sommige toeschouwers.

Het moet gezegd dat het ronduit genieten was van de integrale uitvoering van Félicité thösz (2012), goed voor een goed halfuur verbluffende stemmenpracht en ingenieuze variëteit aan muzikaliteit, een mens kwam eigenlijk oren te kort. Fenomenaal hoe alle zangeressen vocaal schitterden, maar het steeds Indjein was die er met kop en schouders bovenuit stak. Een halfuur lang hoorde je een boeiende vrijage tussen jazz, klassiek, pop en symfonische rock. Veel koorpassages, maar ook vinnig percussiewerk van Vander, en fraaie synths. En ook de heren in de band (Vander en beide toetsenisten) zongen soms in koor. En in Öhst, bijna in de finale van Félicité thös, kon Vander ook een eerste keer op de avond vocaal ‘löss gehen’. In het Kobaïaans uiteraard: “Wir worotsaï wilehnd ë dowëhr dozëhn wir worotsaï wiëhnd ë d. Eweg rëhndi worotsai wilëhnd…”, en Zahr deed ons, met die bombastisch koorzang aan een van de passages uit Orffs Carmina Burana denken, met een mooie ontknoping in Les hommes sont venus. Ja, een weinig geniaal die integrale Félicité thösz, wat al wat daarna kwam meteen een stuk minder deed lijken. Onterecht allicht!
De uitvoering van Auroville, een compositie van de in 2023 overleden jazz-pianist Michel Graillier die ook twee jaar bij Magma speelde, en opgedragen aan hem, vonden we een beetje een gemiste kans. De ene keyboard speelde de tune met mooie melancholische accenten, wat het ook heel moody maakte, maar de tweede keyboard voerde daar allerlei onnodige spacey effectjes aan toe, die ronduit gedateerd klonken. Beetje storend ook eigenlijk.
De spacey effectjes kwamen ook terug in K.A (2004) – tenzij we ons vergissen ook in zijn integraliteit gespeeld, de hele suite dus met achtereenvolgens K.a 1, K.a 2 én K.a 3 – maar waren daar veel beter op hun plaats. Gitaar en ritmesectie kregen ook wat meer ademruimte, maar ook weer veel koortjes. Een geslaagd huwelijk van jazz, operette, Zappa’esque onzin, en met toch ook opnieuw de geest van Carl Orff aanwezig, en veel bombast. Al was de hele K.a-suite misschien net iets van het repetitieve teveel, een dikke veertig minuten lang. Toch voor sommigen, allicht. Was dat een zuchtje die onze ‘buurvrouw’ slaakte toen die laatste imposante “Hallelujah’s” van K.a 3 door die gouden vrouwenkelen door de zaal werden gejaagd?
Na deze ‘maar’ drie nummers, goed voor iets meer dan honderd minuten, bleek de set van Magma er op te zitten. Onder een staande ovatie groetten de bandleden, het was ondertussen twintig voor tien. Dat het hier niet bij zou blijven was wel duidelijk en de band stond al snel terug op het podium voor nog eens tien minuten. The Night We Died (Merci, 1985) werd ingezet, en ondersteund door enkel keys en de prachtige damesstemmen nam Christian Vander de lead vocals voor zijn rekening. Caroline Indjein mocht ook nog eens schitteren. Een erg mooie, rustig gezapige ballade die eindigde met doodsklokken, of was dat gewoon een gong?
Met een ronduit pakkend Ehn Deiss, van Offering, die andere band van Christian en Stella Vander, werd het concert besloten. Een zacht orgeltje, fraaie samenzang van Vander en de dames, en nadien allen samen. Het was ondertussen nog net geen tien uur, en een wel aparte avond zat er op.
Wij onthouden een ronduit speciale avond met vooral het machtige Félicité thösz de bisnummers én die machtige stem van Caroline Indjein, al kunnen we niet zeggen dat de andere mooie noten ons niet bevielen.
Terugreizen in de tijd, naar 1969 of naar hun meesterwerk Mekanïk Destruktïw Kommandöh uit 1973 kan nu eenmaal (nog) niet, dus benieuwd naar een volgende doortocht van de Franse legende, hopelijk dan mét Stella en Hervé, en benieuwd hoe dat dan weer mag klinken en met welke verrassingen ze dan zullen uitpakken…