Wie zei er ook weer dat er in 2025 geen gitaren meer voorkomen op festivals? Op Les Nuits Botanique is het dit jaar voorlopig koortsachtig speuren naar keyboards en samplermachines. Ook dag 4, de dag des Heren, stond in het teken van fel gitaargeweld, laten we het maar de noisedag noemen. In deze optiek viel het wegvallen van het geweldige Soccer Mommy als afsluiter eigenlijk thematisch goed mee. Minder voor de handliggend was de denkbeeldige dubbele hoofdpodium-act van de vermaledijde Kings Of Leon. We vonden die precies vroeger hitgevoeliger en gepolijster klinken. We verklaren ons zo meteen nader. Diep respect voor de zalige prestatie van The Ex maar desondanks waren alle ogen van ruim 1.500 grijsaards in het publiek gericht op de triomfantelijke en fel geanticipeerde terugkeer van twee vaandeldragers van de alternatieve noiserock, en dat zijn Mclusky en The Jesus Lizard.

We kwamen aan een relatief bewolkte Fountain Stage de temperatuur opmeten tijdens de set van The World Is A Beautiful Place And I Am No Longer Afraid To Die. De bandnaam klinkt veelbelovender dan het optreden liet uitschijnen want we hoorden vooral een luide rommelige variant op The Afghan Whigs en dat zwengelde vooral de nood aan om eerst uitgebreid met bekenden en vrienden bij te praten en het te volgen podiumparcours bij te stellen waar nodig.
Op zondag pikt een mens al eens een museumpje mee en in het botanisch Museum stond het Franse W!zard – jawel met uitroepingsteken – in trio-vorm best wel indruk te maken. Vorig jaar brachten ze hun debuut Not Good Enough uit maar ze onderschatten zichzelf want zelfs bands als Birds In Row en METZ namen hen al mee als voorprogramma. De nummers klonken catchy maar ontspoorden op de juiste momenten. Van ons kregen ze veel meer dan een voldoende op hun museumrapport.

Het was dan meteen tijd en goed raak in de kuip genaamd Fountain Stage alweer het mythische Mclusky present tekende voor de grote terugkeer naar Belgische territoriale wateren. Ze stonden inderdaad reeds op Leffingeleuren en zullen in de Cactus Club optreden en schitteren tijdens de Lokerse Feesten. Omdat boegbeeld Andy Falkous al een tijdje met gehoorschade sukkelt drumt de geniale Jack Egglestone vanachter coronaschermen en draagt Falkous een geluidsdempende koptelefoon. Zijn gevoel voor humor werd niet aangetast hoewel er minder standup-comedian interventies te noteren vielen dan tijdens de Future Of The Left-passages in ons land. Het t-shirt van bassist Damien Sayell bleek al in zweet gedrenkt vóór het eerste grapje de revue passeerde.

The Difference Between You And Me Is That I Am Not On Fire kreeg 21 jaar na datum een opvolger en die is kakelvers en heet – gevat als altijd – The World Is Still Here And So Are We. Openen met een knaller dan maar? Lightsabre Cocksucking Blues leek iedereen nog in snelheid te pakken en Sayell ging in overleg met het publiek dat meer en luidere gitaren wilde. “So you want more Smashing Pumpkins?” Het gekakel van Falkous werd luidkeels meegebruld met gebalde vuisten want Without MSG I Am Nothing. De ronkende bas en afwisselende schreeuwzang van Sayell en Falkous leidt ook tot onweerstaanbare noiseparels als het nog steeds epische What We’ve Learned met haar new wave flair. Op plaat wordt het dan ook voorafgegaan door No New Wave No Fun.

Geen Andy, geen grapjes. Maar Andy was er wel degelijk en zoals steeds bij de pinken. “Good afternoon, we are Kings Of Leon. As it happens we managed recently to secretly obtain the rights of all their songs . So now we cash in on all their royalties which made it possible to buy these new shoes and stay behind with no self respect”. Het nieuwe Unpopular Parts Of A Pig was even strak en snedig als ze ooit klonken en dat gold voor alle nieuwe songs die geen enkel moment van inzinking in de set lieten doorschemeren. Zelfs de naar Mclusky normen delicate ballad She Will Only Bring You Happiness had weer het sarcastisch venijn in de staart met de klassieke zelfspot in “our own singer is a sex criminal”.

Geen paniek, Falkous zette zich schrap voor een ziedend tweeluik met het nieuwe Autofocus On The Prime Directive en het briljante You Should Be Ashamed, Seamus. Er was ondertussen al veel stof eh zand tot nadenken want de ondergrond is natuurlijk de gewone zandbodem van de Botanique en we waren vertrokken voor een rondje moshpits waardoor de broeken en shirts bijna dezelfde kleur als de kapsels kregen. Vind zo eens iemand terug liet een vriendin nadien optekenen. Kafka-esque Novelist Franz Kafka was een gigantische uppercut met een wild headbangende Sayell en een met doodsverachting drummende Egglestone als blikvangers.

Sayell mocht dan de stembanden aan gort schreeuwen tijdens zijn momentje genaamd Chases dat in combinatie met People Person de finale inluidde. De tijd vliegt als het plezant is. Egglestone kwam even vanuit zijn veilige cocon voor een rondje topoverleg dat kennelijk draaide om hoe ze Whoyouknow zouden brengen. Op overtuigende wijze in alle geval en dat gold voor de volledige set. De apotheose was er eentje van collectieve gekte want afsluiten deed Mclusky met To Hell With Good Intentions. Niet dat we er vooraf ook maar één seconde aan hadden getwijfeld maar wat was dit een overheerlijk weerzien met één van de beste noisebands die ooit uit de voetsporen van Steve Albini is getreden. Mclusky is still here and so are we!

Het volgende museumbezoek wisten we ook fel te smaken. Het Ierse M(h)aol kan je in november ook aan het werk zien tijdens Sonic City en de nieuwe plaat Something Soft klonk lo-fi maar bijzonder vettig. Wat had je verwacht van postpunk die wordt gebracht met twee basgitaren als voornaamste troefkaart? Het gezicht van de gitarist hebben we nooit gezien want die stond achteraan met zijn rug naar het publiek lichtjes voorovergebogen te spelen. Wie we wel zagen is zangeres en drumster Constance Keane. De band onderging ondanks de vroege fase van hun bestaan al de nodige line-up wijzigingen want zowel de zangeres als de bassiste kozen ondertussen het hazenpad.

M(h)aol spreek je overigens uit als “mail” en Keane verving de deserteurs niet en nam zelf de zang voor haar rekening. Live komt Sarah Deegan het trio versterken. Hoewel volgens Keane sommige nummers intriest zijn en andere vrolijkmakend toverde haar manier van vertellen steevast een lach op ieders lippen. Zo gingen veel nummers over haar hond Poppy die vorig jaar gestorven is. Over het hondje vrolijke nummers maken leek haar therapeutische redding te zijn. Ze bestudeerde haar oversized glas waar ze maar niet over uitgepraat leek en raakte ook de Palestina-kwestie aan. De band heeft ongelooflijk veel groeimarge om een pittige en strakke set in elkaar te boksen maar de bezettingswissels komen zoiets natuurlijk niet ten goede. De humor is er en de nummers hebben al een stevige body. Benieuwd hoe ze binnen een half jaar voor de dag komen
.

Bezettingswissels en een gebrek aan live-ervaring is alvast iets waarvan de volgende sensatie op de Fountain Stage niet kan beschuldigd worden want daar stond het geweldige The Ex klaar om een uurtje te citeren uit het gouden boek genaamd “how to impress a noise audience”. The Ex bestaan ondertussen al 46 jaar en naast ons kregen we de gevatte opmerking ‘het zijn net de opa’s die ook eens mogen spelen op het schoolfeest van de kleinkinderen’. Terrie Hessels, Andy Moor en Arnold De Boer zouden dit wel weten te appreciëren en dat geldt ook voor de drummende oma, Kat Bornefeld. Bleek naderhand wel dat de opa’s en oma van The Ex het schoolfeest gered hebben en de school al lang geen tombolaprijzen meer nodig heeft om werkingsmiddelen te genereren.

Kat kwam halverweg de set vertellen “we hebben een tiental nieuwe nummers klaar, gewoon omdat we graag nieuwe nummers maken”. Het zou zomaar tot album 15 kunnen leiden, het eerste sinds 2018. Het kwartet had dus een goede reden om nog eens de hort op te gaan en laten we wel zijn. The Ex is naast een hilarisch goed gekozen bandnaam ook gewoon een erg overtuigende live band waarbij het plezier van het podium spat en hoe geniaal klinken hun nummers overigens niet? The Ex veroverde alle harten maar op het schoolrapport kreeg Mclusky voorlopig de hoogste score.

Ô Fornaiz nog aan toe zeg! Marcel kwam herrie en energie verdelen in het museum en de Luikenaars hadden er verdomd zin in. Troeven heeft het kwartet bij de noisevleet. Een tomeloze energie wordt geïnjecteerd in de diversiteit aan stijlen en klanken die Marcel kenmerken hoewel psychedelische noiserock wel de voertaal blijft. We hoorden flarden gothische punk opduiken maar de ziedende gitaren stuiterden ook de industriële richting uit. Er is steevast ruimte om adem te halen zoals in het melodieuze Task Force Diane. In The Digger adoreren ze het ondenkbare, een soort versmelting van Butthole Sufers met Evil Superstars. Marcel is één van de vele exponenten van de rijkdom die Waalse bands etaleren en in Vlaanderen onvoldoende aan de oppervlakte komen. Postpunk klinkt in de wereld van Marcel melodieus en excentriek tegelijk. Waanzin, riffs, onverwachte wendingen en chaos worden omarmd. Luister maar naar Spirit Of Eden Hazard Kicking Ball-Bo. Met zo een titel ga je als band gewoon all-in toch? Welja dan.

Ondertussen vielen buiten de festivalgangers als vliegen want er was behoorlijk wat mis met de kwaliteit van de frieten op het terrein. Zo wisten een paar festivalgangers het niet te rekken tot de langverwachte komst van The Jesus Lizard. Wie niet voor frieten koos kon zich vergapen aan de moshpits die aan –en afrolden tijdens vooral de openingsfase van het concert. Dat lag natuurlijk aan de fratsen van de nog steeds onnavolgbare David Yow. Openen deed The Lizard met Seasick en de steeds herhaalde tekstflard “I can swim” liet de 64-jarige frontman meteen het publiek induiken, mits hulp van een paar fotografen om hem van het podium tot bij de bloeddorstige fans te brengen tijdens de zoveelste comeback van de band. Sinds Dour 1996 stonden ze immers slechts 4 keer op een Belgisch podium, en dat was 3 keer op Pukkelpop.

Het merendeel had de band dus nog niet live aan het werk gezien en dat verklaarde mee de geestdrift bij aanvang en het sardienen in een blik-gevoel dat de eerste twintig rijen typeerde. De Gladiator in Yow bleek de Boilermaker om de temperatuur op het gewenste peil te houden. De vraag van de dag is vooral: “Heeft Yow staan kijken naar de set van Mclusky of hebben ze nagepraat backstage?” Yow opende het concert immers met “good evening Brussels, we are Kings Of Leon”. Zijn rode hemd mocht al geopend worden tijdens Then Comes Dudley en de fluimen vlogen redelijk ongecontroleerd in het rond. De fotografen mochten gedurende de volledige set blijven staan maar die kozen toch vrij snel veiliger oorden op.

David Wm. Sims en Duane Denison flankeerden hun frontman op bescheiden doch voortreffelijke wijze, het was echter vooral drummer Mac McNeilly die indruk maakte vanachter zijn gouden drumstel wat we herkenden van bij Osees eergisteren. Hide & Seek was één van de vele toppers van het vorig jaar verschenen album Rack. Rollende bassen en een manier van zingen die het midden houdt tussen venijnig declameren en spuwend demonstreren. Verder kenmerkt de band zich tot albumtitels van welgeteld 4 letters, het waren er 6 in de nineties. Album 7 vormde geen uitzondering. Ook Blue Shot uit 1996 heeft die overstuurde zang tegen een achtergrond van pulserende drums en hyperkinetisch gitaargeweld. Yow omschreef hun geluid ooit eens als fans van Led Zeppelin op The Birthday Party.

De bisronde werd aangevat met het geweldige Thumper dat ook anno 2025 een schoolvoorbeeld is van hoe T.C. Matic had geklonken indien Yow in Oostende was geboren, of zoiets. Yow is geen zanger maar een stembandartiest of hoe heet je zoiets. Snerpend en zuchtend braakte hij ook op Les Nuits zijn teksten uit. Er leek weinig veranderd. Yow was ook anno 2025 zeer lijfelijk aanwezig en het jankende Fly On The Wall was een briljant van het album Down, ondertussen 31 jaar oud. Op dat moment was het meeste vel wel al van de soep want in tegenstelling tot Mclusky kon The Jesus lizard de spanningsboog niet strak houden. Misschien kreeg het gebrek aan fysieke weerbaarheid bij Yow navolging want ook de eerste rijen leken stiller te vallen. Desondanks was The Jesus Lizard zoveel meer dan slechts een nostalgische trip want op de eerste rijen stond veel schoon volk uit de Belgische noise-scene, met open mond en gelukzalige blik in de ogen te genieten van een band die voor alles wat noise uitademt cruciaal blijkt te zijn geweest in de ontwikkeling.

Geen Soccer Mommy dus om deze geweldige dag Les Nuits een nachtelijke exit te bezorgen, wel een joekel van een vervanger uit Scandinavië. Daufødt kreeg in Noorwegen al een grammy award voor hun debuut en vorig jaar kwam derde plaat Gliter uit. We konden ons opmaken voor een woest feestje hardcore noisepunk met een gruntende zangeres. Annika Linn Verdal Homme stond letterlijk geen halve seconde stil, sprong het publiek in, zette het daar op een wilde pogodans, en deed lustig verder tijdens haar eindeloze reeks spurtjes op het podium. Deze bijzonder energieke set werd opgesmukt met stevig uitgewerkte songs waarvan we alleen maar konden zeggen dat we ze nog nooit gehoord hadden maar zeker opnieuw willen horen. Straffer en baldadiger kan een afsluiter nauwelijks uit de hoek komen. Les Nuits legt een dagje het werk neer, dinsdag komen de vrouwen langs rond de fontein.

INSTAGRAM: Les Nuits / W!zard / Mclusky / M(h)aol / The Ex / Marcel / The Jesus Lizard / Daufødt