Stakattak. De één noemt het trash pop, zelf verkiezen ze de zelfgekozen term “Raout Rock” om hun aanstekelijke, maar hoogst eigenzinnige muziek te omschrijven. Het rammelt langs aan alle kanten en het zal meerdere wenkbrauwen doen fronsen, maar het is net dat wat Stakattak – moeilijke naam overigens om te schrijven – zo uniek maakt. En tja, wie heeft er afgelikte popsongs nodig als je iets als Stakattak hebt? Onmogelijk om in een hokje te duwen, wel leest het als een prima essay van alternatieve muziek voor mensen die lak hebben aan lijntjes.
Als we goed geteld hebben is Bullseye In The Opera hun vierde plaat. Prima titel overigens, ook al weten we in de verste verte niet wat Nick Defour, Lotte Beckwé en Thijs Beckwé ermee bedoelen, maar het werkt.

Het mag gezegd worden dat Stakattak al meer dan acht jaar één van de meest weerspannige bands van dit land is en die lijn wordt lekker doorgetrokken op hun nieuwe album. 14 nummers in 27 minuten, dan kan het niet anders dan dat punk de hoofdmotor is. Nummers terugbrengen naar hun essentie is dan ook niet voor niets hun motto, dit maar om te zeggen dat de doorsnee progrock-fan Stakattak zal klasseren als rommel. Het klinkt allemaal wel een beetje als wat een ladderzatte Mark E. Smith zou gedaan hebben- een contradictio in terminis, weten we ook wel – maar toch klinkt het meer punk dan alle platen van Blink 182 samen.
Grappig, maar recht voor de vuist met een geluid dat soms doet denken aan Ween of Swell Maps. Alles mag, zelfs een vuil ‘boerke’ laten alvorens het nummer begint. Chaos, maar wel chaos waar goed over nagedacht is en zelfs een beetje de DIY-punk die Frank Zappa nooit heeft gemaakt. Songs die de meeste mensen zullen omschrijven als ‘dat voor bazaar kunnen wij ook maken’, ook al kunnen ze het niet.
Facebook – Bandcamp – Instagram