Home Belgisch LIEVEN TAVERNIER: “In de kunst moet je liegen, maar op zo’n manier dat men zegt : ik geloof je, jongen.”

LIEVEN TAVERNIER: “In de kunst moet je liegen, maar op zo’n manier dat men zegt : ik geloof je, jongen.”

by Hendrik Hindrex

Tekst en foto : Hendrik Hindrex

Luminous Dash was nog embryonaal toen in 2016 de cd Geen kwaje vrienden verscheen.  Het was een tribute-cd voor de Gentse singer-songwriter Lieven Tavernier.  Als zanger is deze bard enkel voer voor een select kennerspubliek.  Als songschrijver heeft hij twee klassiekers op zak : Eerste sneeuw en De fanfare van honger en dorst, beide bekend van de uitvoering door Jan De Wilde.  

De niet zo kwaje vrienden waagden zich elk aan een Tavernier-song.  Het resultaat was verbluffend : twee songs verdienen minstens een plekje in de Lage Landenlijst. Nog twee andere liedjes kunnen zo in de jaarlijkse Radio 1 Belpop top 100.  Helaas bleven de playlist-fabrikanten – en bijgevolg ook het publiek – doof als een kwartel voor de topkwaliteit van deze plaat.

Na ettelijke luisterbeurten wilden we Lieven Tavernier zelf even het verhaal van dit eerbetoon laten vertellen. We interviewden hem op een onchristelijk uur – nog vóór de middagkoffie –  in het fijne Gentse muziekcafé Fatima,  waar menige fanfare van honger en dorst zich dagelijks komt laven.  

©Hendrik Hindrex

Hoe is dit juweeltje eigenlijk tot stand gekomen?
Lieven: De directeur van uitgeverij Lannoo had me gevraagd of hij een boek mocht maken met mijn teksten.  Hij had eerder ook al boeken uitgegeven met teksten van Kris de Bruyne en Raymond Van het Groenewoud.  Ik vond dat totale waanzin : wie koopt nu een boek met enkel liedjesteksten ? Dus wou ik er een aantal mensen van stand bij zoals Marc DiddenHerr Seele en Gabriel Rios.  Niet als lofzang, maar om te weten wat die mensen over mijn teksten te vertellen hebben. Zelfs dát raken we aan de straatstenen niet kwijt, dacht ik. 
Dus waarom geen cd? Als pendant van dat eerste deel waarin mensen over mij praten, een cd met interpretaties van mijn werk, dus geen verzamelplaat. Ik heb een aantal cd’s opgenomen bij Yves Meerschaert, die ook een klassieke cd voor mij gemaakt heeft.  Maar ook een cd met United Brass.  Het was Yves die met het voorstel kwam. Hij heeft het idee ook aan een aantal artiesten voorgesteld. Toen heb ik de afspraak gemaakt dat de artiesten zelf hun nummer mochten kiezen. Ik wou eens horen hoe het anders kon klinken. Zeker in mijn geval : hoe het beter kon klinken (lacht). Yves had met een aantal van hen gewerkt, ik heb ook een paar namen voorgesteld. Uiteindelijk zijn het veertien nummers geworden.  
Die cd is bijna niet verkocht. Ik hoorde na concerten dat mensen de cd niet kochten omdat ik de nummers niet zelf zong. Wat ik onbegrijpelijk vind, want ik stel niks voor als zanger. En deze mensen wel. Heel bizar. 
Boek en plaat werden een mooie uitgave, met op de cover een foto van Stephan Vanfleteren. Niet de minste in deze contreien, maar ook een oud-leerling van mij. We hebben ons daarvoor naar West-Vlaanderen moeten begeven : een harde dobber dus. Maar toch een hele dag met hem gespendeerd in de studio. Uiteindelijk was ik tevreden met werk van Stephan en deze mensen. Maar ook blij dat ik niet moest wachten tot ik dood ben voor ze een tribute-cd uitbrengen.  

Was u zelf betrokken bij de opnames?
Lieven: Ik zat zelf ook in de opnamestudio. Kris de Bruyne wou niet dat ik aanwezig was. Hij was te geïntimideerd. Ik hoor anders wel graag hoe mensen tewerk gaan.  

De cd opent met Stef Kamil Carlens. 
Lieven: Stef ken ik via de zusjes Eva & Kapinga Gysel. Zij hebben me geïntroduceerd aan Stef, die me toen gefeliciteerd heeft met mijn werk. Zijn versie van In mijn donkere dagen is beter dan de mijne. Alle versies op Geen kwaje vrienden zijn trouwens beter dan de mijne.

Gabriel Rios zingt In my days of darkness….  Hij is ondertussen wel een bekende naam geworden. 
Lieven: God zij dank. De Heer weze geloofd daarvoor. Ik ken Gabriel van Sint-Lucas. Ook een oud-leerling. We hadden eigenlijk heel weinig contact. Toen hij afstudeerde wist hij niet eens dat ik met muziek bezig was. Ik wist wel waar hij mee bezig was. Toen ik het hem vroeg, heeft hij ook alles bekeken. Voor mij is dat één van de hoogtepunten van die plaat : hij heeft er echt een Gabriel Rios-song van gemaakt. We hebben daarvoor afgesproken in het Gentse café De Loge, waar ik soms optreed. Boven op het terras hebben we een dikke sigaar gerookt. Koffie erbij en daar hebben we op een middag die tekst samen vertaald.  Ik denk als dát overblijft van mij, is dit goed. Zo goed gedaan. Hij heeft er echt zijn werk ingestoken. Wat hij bij de opname allemaal heeft uitgezocht met Yves. Bij mij gaat dat tamelijk snel. Ik ben zeer slordig bij opnames. Het mooiste van heel die plaat is de toewijding waarmee aan die plaat is gewerkt. Dankbaar voor de medewerking, maar vooral dankbaar dat ze een eigen invalshoek gezocht hebben. Niks te maken met het origineel.  

Dan volgen twee nummers die moeiteloos in de Lage Landenlijst kunnen. Te beginnen met Patti Smith door Raymond Van het Groenewoud. 
Lieven: Ik was zeer gelukkig met deze versie. Ik had met hem samengewerkt op mijn tweede cd Ilja. Toen heeft hij piano gespeeld. Een leuke opname, iets heel sober. Een nachtnummer : redelijk donker. Patti Smith is geen waargebeurd verhaal, puur fictief dus. In de kunst moet je liegen, maar op zo’n manier dat men zegt : ‘ik geloof je, jongen.’  Het thema met die naam van Patti Smith zat al een tijdje in mijn hoofd.  Raymond heeft daar iets zeer mooi van gemaakt. Alleen al daarom is het jammer dat deze plaat niets gedaan heeft.  Zoals je weet, mag ik niet binnen bij Radio 1, dat weet je.  Raymond heeft daar samen met Mich Verbelen en Cesar Janssens zeer veel werk ingestoken. De hele cd is trouwens opgenomen in studio Room 13 van Yves Meerschaert in Gent.  

De meest aangename verrassing van de cd is – vind ik – het sobere juweeltje Zilver en goud, gezongen door Neeka.  Mag ook meteen in de Lage Landenlijst?
Lieven: Het wijkt helemaal af van het origineel. Bij mij is dat geen John Prine-ke, maar eerder een Johnny Cash-nummer. Zo leuk dat ze het het idee had om er iets anders van te maken en er een blazer bij te betrekken. Het origineel heb ik zelf nooit opgenomen.  Ik heb – denk ik – een kleine 200 nummers liggen, waarmee ik nooit iets gedaan heb. 

Het volgende dan : Time will tell door Roland Van Campenhout. Outstanding !
Lieven: Ach man, dat is toch wel mooi. De manier waarop hij dit gedaan heeft met Bruno Deneckere… Een Amerikaanse klassieker, vind ik.  De vertaling is van H.T. Roberts.  Die man brengt redelijk wat americana. Dat is opgenomen in een slechts een paar takes. Roland is met de jaren consciëntieuzer geworden : hij hangt niet meer de beatnik uit.  

H.T. Roberts is nu bezig met een project in ‘t Gents.  Er komt binnenkort zelfs een plaat uit.  
Lieven: Wist ik niet. Ik ook trouwens! Tien jaar geleden heb ik nummers van Georges Brassens vertaald. En bewerkt in ‘t Gents.  Die plaat moet nog uitkomen. Misschien dit najaar, anders voorjaar 2025. Nu in de lente en deze zomer hebben we twaalf nummers opgenomen. We eren de traditie van Brassens : met gitaar en bassgitaar. Het wordt met Mario Vermandel en Pol Depoorter. Pol is de gitarist van Willem Vermandere. Hij speelt Brassens net zo goed als Brassens.  Ik kan dat niet : ik ken maar drie akkoorden (lacht). Het aantal akkoorden dat Brassens gebruikt heeft… En dus laat ik het over aan een professional. Thomas Van Gelder van Die Verdammte Spielerei heeft een zestal arrangementen geschreven.  Zo mooi. Een mooie mix van Pol en de Spielerei.  Ik wil nog één nummer, maar eigenlijk is de plaat klaar.  Dat wordt in een kleine oplage uitgegeven, want het is alleen voor Gentenaars bedoeld.  Aangezien er in Gent alleen maar West-Vlamingen zijn, en er bijna geen Gentenaars meer zijn is dat dus zeer beperkt (lacht).

Daarna volgt Onderweg, gezongen door Kris de Bruyne.
Lieven: Mooie versie van dat nummer.  Ik heb dat zelf nooit opgenomen.  Kris wou niet dat ik in de studio kwam. Hij was veel te zenuwachtig. Hij was de enige van al die mensen die aan de tekst van het nummer gewerkt had. Ik kan daar niet tegen. Kris zou dat ook moeten weten, hij was een grote bewonderaar van mij. Hij zou moeten weten hoe belangrijk een woord is, hij gebruikt bepaalde woorden die ik zelf nooit zou gebruiken. Als er dan toch andere versies zijn, dan toch nog liever Tavernier-versies. In de zin van hoe kan ik met dat materiaal werken. (wikt zijn woorden). Ik vond dat niet goed. Ik heb dat nadien uitgepraat met Mark Lefever, een wederzijdse vriend van Kris en mezelf.  We hebben het wel ‘bijgelegd’ : het was geen ruzie, hé.  Maar ik dacht : ‘waarom doe je dit nu, Kris ?’  Als ik Dylan cover – tenzij ik er een bewerking van maak, wat ik ook wel doe… Voor mij is een tekst wel heilig.  Ik werk daar zo lang aan. Het moet goed, goed, goed zijn. Waarschijnlijk kon hij op zijn beurt niet de woorden zingen die ik gebruikt heb. Een bizarre wending.  Au suivant !

De laatste trein naar Michelbeke door Remco Campert.  U heeft in Michelbeke gewoond ?
Lieven: Ik heb er niet gewoond. Het waren wel mijn eerste internaatsjaren. Mijn ouders hadden een winkel in de Magelijnstraat in Gent. Ik zat ook op internaat in Brasschaat en ook nog in Kortrijk. Het is dus een droom dat ik terug naar het Sint-Pietersstation in Gent loop, en dat daar een trein op me wacht. Dat is de trein die ik vroeger altijd nam toen ik op zondagavond naar het internaat ging. Mijn ouders die me daar afzetten : een heel treurige bedoening. Met mijn broer en mijn zusjes, die zaten daar ook. Die machinist staat daar om mij voor de laatste keer terug te brengen naar dat internaat. Het is een verhaal om het verdriet over mijn ‘kleine jaren’ te verwerken. Die trein die dood is, komt voor een laatste keer tot leven.  

Het werd ingesproken door Remco Campert.  
Lieven: Daar was ik toch wel zeer gelukkig mee.  Hij heeft een prachtige stem, één van de mooiste stemmen van Nederland.  We hadden mekaar eens gezien op een poëzie-avond waar Cees Nooteboom en Remco kwamen voorlezen. Als muzikaal tussendoortje was Lieven Tavernier voorzien. Toen ik optrad stond Remco niet zo ver van mij.  Maar na een of twee nummers verdween hij. Ik vond het ellendig. Maar hij heeft me naderhand verteld dat hij snel naar de bar liep om Cees te halen. Omdat hij vond dat hij mij moest horen. Na het optreden vroeg hij de cd met De fanfare van honger en dorst.  Maar het moet wel de versie van vanavond zijn. De andere versies interesseren me niet’ (lacht).  Allez, er zijn toch wel andere en betere versies. 

Ik heb wel een speciale band met dat nummer.  Ik dacht als Remco dat nu voorleest… Het is al een favoriete dichter van mij. En dat hij mijn werk een beetje kent, etcetera…. Dus heb ik hem schroomvallig aangeschreven met de vraag of hij dat wou doen. Geen probleem, in no time was dat geregeld. Ik dus met een klein hartje naar de Jan Luijkenstraat in Amsterdam.  Zo’n mooi huis! Ik had een cassettespelertje meegenomen, maar technisch ben ik totaal een ramp. Voor het zelfde geld heb ik de opname na een kwartier al gewist.  Het is die opname die op de cd staat. Dan hebben Yves en Nielske (Nils De Caster nvdr.)  daar iets moois mee gedaan. Zó fier op ! 

Vossie door Patrick Riguelle! Dat nummer over Luc De Vos heb je ook zelf niet opgenomen?
Lieven: We kenden elkaar goed. Ik heb ook voorprogramma’s voor hem gedaan. De eerste kennismaking was op één van mijn legendarische tuinfeesten, die intussen afgeschaft zijn. Dat was in de tijd dat Jan De Wilde ook uitgenodigd was en de cassette meehad van zijn studioplan voor Hè hè waar dus ook Eerste sneeuwDe fanfare van honger en dorst en De verdwenen karavaan op stonden. We hebben dat samen met Luc beluisterd toen iedereen buiten aan het dansen was. Toen zei Luc over De verdwenen karavaan : ‘dát is mijn nummer, niemand komt daar aan’. Luc was een goeie gast en een goeie tekstschrijver. Te weinig gewaardeerd, vind ik. Op Youtube is een filmpje waarop ik het zing op het terras van café De Loge in Gent. Enkel met gitaar.

Ik had Patrick Riguelle gevraagd voor dat nummer. Hij heeft mijn eerste cd geproducet. Hij heeft ook werk van Luc opgenomen. Wel mooi. Omdat ik zei : ik zit met een probleem met de laatste regel. Daarin zeg ik : ‘…in mijn nachten van verdriet. Zing voor mij, stem je snaren. Vossie, zing je lied. Vossie zing je lied.’ Het is voor mij een te gemakkelijk rijm. Waarop Patrick : ‘Nee, dat is Luc ten voeten uit. Toen we in de studio waren, moest ik altijd zeggen tegen Luc : stem je snaren’.  Dus vond ik dat naderhand toch een goeie failure. Dat is goed afgelopen. Ik ga regelmatig naar Campo Santo in Sint-Amandsberg om hem goeiendag te zeggen. Ik woon daar in de buurt. Herman Brusselmans en Christophe Vekeman ook, een echte kunstenaarsbuurt dus.

De naam Jan De Wilde is gevallen.  Hij heeft drie nummers van jou opgenomen.  Hij staat wel in de Lage landenlijst.  Waarom staat hij niet op deze cd?
Lieven: Het lag zo voor de hand dat ik Jan zou vragen. Ik had liever dat Roland of Bony King – ik zeg maar iets – iets doet.  Komt daarbij dat we niet meer de allerbeste vrienden zijn. Klein verhaal, niks met financiën te maken.  

Na Vossie komt hét hoogtepunt van Geen kwaje vrienden Jésus et Marie door Jean-Marie Aerts himself!
Lieven: Dat is het ook voor mij. Ik heb goeie interpretaties van mijn nummers. Maar dit is .. Gainsbourg. Ik ken Jean-Marie omdat hij op twee platen gitaar gespeeld heeft. Zoals Luc : geen ego. Hij zei altijd : ‘Ik moet eerst een goeie song horen.’ Ik ken hem  via mijn vriend Mark Lefever, die ook goed bevriend was met Kris de Bruyne en Jean-Marie. Jean-Marie heeft met Kris Westende songs opgenomen, een heel,goeie plaat. Mark stelde dus Jean-Marie voor. Ik dacht : ‘Je kan net zo goed Bob Dylan vragen, al is dat net iets te hoog gegrepen.’ Je begrijpt wat ik bedoel. Mark heeft die tekst vertaald. Tavernier, hoe dankbaar mag je zijn dat uw songs ertoe geleid hebben dat Jean-Marie Aerts er zich over buigt ! Hij heeft er ook écht aan gewerkt. Jean-Marie bereidde zich altijd goed voor. Hij was echt ‘ne werker’. Voor mij is dit het allerbeste. 

Daarna komt Bram ‘Bony King’ Vanparys met De klokken van Sint-Baafs.
Lieven: Ik ken Bony omdat ik een cd opgenomen heb bij Koen Gisen. Bony King had al een plaat opgenomen met hem. Zeer goed. Het bleek dat hij mijn werk kende. Hij heeft gekozen voor dit nummer. Hij heeft met Koen een demo opgenomen en me die toegestuurd. Hij is de enige die het in een andere studio heeft opgenomen.  Leuk om hem in ‘t Nederlands te horen. Hard aan gewerkt !

Het volgende nummer is Die kathedrale, gezongen door Melike Tarhan.  Een zeer mooie verrassing.  Hoe kwam je bij Melike Tarhan?
Lieven: Melike heeft Duitse roots. Ze komt uit Berlijn.  Ik ken haar via Yves Meerschaert.  Ik had al een Franse versie opgenomen met Marie Modiano, de dochter van Patrick Modiano (Nobelprijs literatuur 2014 nvdr.). Zij was uitgenodigd op de Radio 1 Sessies met Bent Van Looy, ook een oud-leerling van mij.  Bent had me uitgenodigd voor die sessies. Hij woonde toen in Parijs in de straat waar ook Marie woont. Ik heb toen met haar die Franse versie gedaan. 

Het volgende nummer is alweer een hoogtepunt : Sally Rider door Bruno Deneckere. Bruno is een uitstekende vertolker van Bob Dylan.
Lieven: Zeer schoon. Brunootje is een van mijn lieve vrienden, maar ook een goeie muzikant. De oorspronkelijke titel is Emma Haese. Ik heb aan Bruno gevraagd om dit nummer te doen. Het enige nummer op de cd waarbij ik de vertolker een nummer voorgesteld heb. Hij heeft het zelf vertaald en het is daardoor een echte Bruno-song geworden. Als ik nu eens heel pretentieus mag zijn : het is een nummer dat bij Gillian Welch zou kunnen horen. Bruno kon niets doen met ‘Haese’ uit de oorspronkelijke titel Emma Haese.  Daarom heeft hij er Sally Rider  van gemaakt.  Dit nummer en de versie van Time will tell door Roland, zouden zo maar in een folkarchief kunnen, zonder pretentieus te willen zijn.  

Volgend nummer is Jeanine door Isolde et Les Bens.  
Lieven: Ik heb Isolde Lasoen toevallig ontmoet op een benefiet. Van al de deelnemende artiesten was zij diegene die ik het minst ken. Mooi ! Het origineel staat op de cd Ilja waarop Nils De Caster en Philippe De Chaffoy die vioolpartijen gezet hebben.  

Tot slot nog de zusjes Eva & Kapinga Gysel.  Bekend van Stef Kamil Carlens en het onvolprezen I H8 Camera.  Het nummer Into my magic land.  
Lieven: Dat was oorspronkelijk het nummer Sprookjesbos. Een nummer dat blijkbaar aanslaat bij mijn live-optredens. Ik had een vertaling gemaakt, maar Kapinga heeft ook een vertaling gemaakt. Een mooi nummer, een gepaste afsluiter voor deze cd.  

Website Facebook

You may also like

This website uses cookies to improve your experience. We'll assume you're ok with this, but you can opt-out if you wish. Accept Read More