Home Belgisch FULCO

FULCO

by Björn Comhaire

Voor mensen die de Belgische jazz- en indiescene een beetje volgen, is Fulco Ottervanger zeker geen onbekende. Hij speelt bij De Beren Gieren, Stadt en Beraadgeslagen en is deel van verschillende dans- en kindermuziektheater projecten van Zonzo Compagnie. Tussen al die muzikale projecten door vond deze sympathieke Belgische Nederlander/Nederlandse Belg ook nog de tijd om een soloplaat op te nemen.

Fulco: “Ik ben altijd al bang geweest om oud te worden.” – (c) Björn Comhaire

We spraken hem in Gent en onze eerste vraag was dan ook: als je al bij zoveel verschillende projecten betrokken bent, vanwaar dan de nood om er nog eentje bij te doen?
Goede vraag. Voor de buitenwereld lijkt het weer iets nieuws erbij, maar eigenlijk ben ik hier al zo’n 15 jaar mee bezig. De eerste Nederlandstalige nummers schreef ik toen ik ongeveer 20 was en popmuziek maak ik al vanaf mijn tiende. Het schrijven van liedjes is eigenlijk altijd een rode draad gebleven in wat ik doe. Er liggen stapels teksten en heel veel versies van opnames van nummerstukjes en het moest er gewoon een keer van komen. Het was ook een beetje een jongensdroom om ooit eens een popplaat te maken.

Die nummers konden niet gebruikt worden in je andere projecten?
Tgoh, bij Stadt zijn er af en toe ook wel liedjes. Bij Zonzo Compagnie met An Pierlé (Slumberland) waren er ook Nederlandstalige liedjes en ik heb ook een paar dingen geprobeerd met Marvelous Something, de voorganger van Stadt. Aan de ene kant is dit eens iets helemaal anders, wat ik ook wel leuk vind. Een keer iets doen helemaal los van de rest. Aan de andere kant zul je ook wel overlappingen horen in melodieën of aanpak.

Schreef je die liedjes vanuit het idee: ooit ga ik hier een plaat van maken?
Neen. Er was een periode, tot mijn 25ste of zo, dat ik heel veel maakte. Zomaar, zonder dat er een concreet doel was.

Ik vraag het omdat ik mij kan voorstellen dat er een verschil is tussen een tekst die je alleen voor jezelf schrijft en eentje waarvan je weet dat je die op plaat zal uitbrengen. Je zal misschien iets terughoudender zijn of het anders verwoorden in dat laatste geval?
Dat is waar. Voor deze plaat heb ik dan ook erg gesleuteld aan sommige liedjes. Andere teksten, waarvan ik op voorhand niet wist dat ik ze ooit voor een plaat zou gebruiken, kwamen er dan weer heel onbevangen uit en die heb ik dan ook zo gehouden. Die hadden een soort directheid die echt klopt.

Met Stadt in N9 (Eeklo) – (c) Björn Comhaire

Waarom de beslissing om net nu met deze plaat te komen?
Die beslissing heb ik zo’n 4,5 jaar geleden al genomen en de plaat heb ik twee jaar geleden gemaakt met Free (Frederik Segers, nvdr). Ik heb dat toen aan niemand verteld, omdat ik anders teveel bezig zou zijn met de buitenwereld en dat is niet gezond voor mij. Dus eerst maakte ik de muziek en dan pas ben ik beginnen zoeken naar de juiste mensen om ze mee uit te brengen, bookers, de foto voor op de hoes…

Had je, toen je die nummers schreef al een structuur en instrumentatie in gedachten of is dat achteraf allemaal opnieuw verwerkt geweest.
Dat is allemaal opnieuw opgenomen. Bij sommige nummers zoals met de vrouwenstem in De Sms’ende Mens, heb ik wel nog enkele oorspronkelijke cassetteopnames gebruikt. Maar alle arrangementen zijn opnieuw gemaakt. Van een paar nummers had ik al opnames, waarvan ik hier en daar restjes heb kunnen gebruiken. De gitaarriff van Grensdorp kwam bijvoorbeeld uit een ander nummer Dagboek Zonder Gevoel, maar dat nummer is nooit iets geworden. De tekst kwam niet van de grond en dan heb ik de riff overgehouden.

Dus, je schreef eerst de tekst, dan de arrangementen en dan ben je gaan zoeken naar mensen om mee te werken aan je project?
“Buitenwereldmensen” zeg maar. Marktmensen. Daarvoor kon ik gebruik maken van mijn netwerk, via De Beren, Stadt… De manager van Beraadgeslagen is erop gesprongen. Het mooie daarbij is dat iedereen overtuigd geweest is door de muziek. Ook de booker had meteen zoiets van: “OK, we gaan ervoor”. Ik had echt het gevoel dat de muziek de doorslag gegeven heeft.

Ik vroeg naar de timing van je album omdat je dit jaar 35 geworden bent, een leeftijd waarop een mens toch al eens durft beginnen terugkijken op het leven. Enkele teksten klinken een beetje midlife-achtig of zie ik dat verkeerd?
Je noemt het midlife maar dat zijn jou woorden (lacht). Die teksten zijn soms al geschreven op mijn 25ste he. Ik denk wel dat ik gedoemd ben tot een eeuwige midlife, vanaf mijn 18de al. Ik ben altijd al bang geweest om oud te worden. Toch zeker tot mijn dertigste, daarna niet meer want dan was je het gewoon! En dan blijkt dat je je al die tijd zorgen hebt gemaakt om niets.

Waar gaat het album dan wel over?
Da’s aan de luisteraar om te bepalen! Free en ik hebben bewust gekozen voor wat meer “diepzinnige” teksten. Surrealistische teksten ook, bevreemdend, en onderzoekend. Ik had ook heel wat meer lollige nummers met grappige teksten, een beetje Sesamstraterig, maar we hebben gekozen voor de meer serieuze nummers. Free is daarbij echt mijn klankbord geweest.
Veel nummers gaan over thuiskomen of het ontbreken van een thuis. Over zoeken naar je plaats in de wereld. Een beetje die vervreemding, dissociatie, maar ook het plezier van het rondkijken. De verwondering en verbazing zit er ook wel echt in.

Is dat een gevoel dat je ook echt nog steeds hebt?
Eigenlijk wel. Ik wilde de balans vinden tussen iets lichts, een gezellig popplaatje, maar dan met diepgang. Zoals ik dat misschien bij De Beren ook zoek. Die combinatie van lichtheid en zwaarte heb ik heel erg in mij.

De lichtheid meer in de muziek en de zwaarte in de tekst?
Daar is niet zo bewust over nagedacht. De teksten zijn misschien af en toe wel zwaar, maar ze zijn wel zo verpakt en geschreven dat ze catchy zijn, dat ze lekker klinken. Je hoeft ze niet letterlijk te nemen, ze mogen je een beetje ontsnappen.

In Mama zeg je opeens “Abstract zeg”. Het lijkt wel alsof je je realiseert dat het allemaal wat ernstig aan het worden is en je er daarom snel even dat zinnetje ertussen gooit om de spanning wat te breken.
Daar is totaal niet over nagedacht en het is ook niet iets dat ik ga proberen verklaren. Ik heb dat gewoon ooit zo opgenomen en zo moest het zijn. En het klopt voor mij wel.
Ik heb echter wel al luisteraars gehad die echt emotioneel “beledigd” waren. Die vonden dat echt een goed nummer, een soort van John Lennon Mother, en in een keer word je dan neergemaaid. Ik heb zelfs nog even overwogen om het er daarom uit te laten, maar we hebben het erin gehouden.

Op je single Grensdorp zeg je: “Ik voel me verwant met het ene en aan het andere ben ik gewend”. Verwant met Nederland en gewend aan België?
Verwant met Nederland en gewend aan België, jazeker. Andersom ook, want ik ben ook heel Nederlands opgevoed, dus het voelt heel erg veilig om een Nederlandse krant te lezen, Nederlandse stemmen te horen, dat is ook gewenning. Maar ook verwant met België, het is waar mijn vrienden zijn…. Het is maar hoe je het ziet.

Je woont eigenlijk al langer in België dan dat je ooit in Nederland hebt gewoond…
Heel mijn leven al! Maar ik leefde tot mijn 18 jaar in een Nederlandse enclave. Alles en iedereen was Nederlands, de vrienden van mijn ouders, mijn eigen vrienden, tv, de sportclub, echt alles.

Je leefde wel in België maar eigenlijk was je bijna in Nederland?
Het is een beetje een identiteitsflip, daar gaat het nummer ook over. Da’s een verklaring die je eraan kan geven, de meest letterlijke misschien.

Trek je het breder open dan alleen maar jezelf? Ik denk maar aan de vluchtelingenproblematiek, of het gevoel dat velen hebben om nergens helemaal bij te horen.
Tuurlijk, want ik ben een “luxevreemdeling”. Heel veel mensen leven in mijn situatie. Je kan bijvoorbeeld in een Marokkaans milieu opgroeien, heel gesloten, en dan zit je ook tussen Belgen.

Ben je daar ook mee bezig met dat soort vraagstukken, rond identiteit en zo?
Neen, niet zo veel. Ik lees en hoor er wel over en ik ben er mij natuurlijk van bewust, maar het nummer is geen politiek statement. Ik hou helemaal niet zo van politiek in de kunsten.

In een Een Beetje Verfrommeld zeg je op een zeker moment “niet levensmoe maar te weinig lucht”. Krijg jij soms het gevoel dat je ergens in “vast” zit? Misschien door de hoge verwachtingen die anderen van je hebben. Is het dat wat je bedoelt?
Neen, totaal niet, wel interessant dat jij het zo ziet, want ja, zo kan je het ook zien. Maar bij mij is het eigenlijk eerder andersom. Als ik net afgestudeerd was, zat ik soms teveel in mijn eigen kot en durfde ik niet naar buiten te gaan en mensen ontmoeten. Aan de andere kant was dat net een periode dat er heel veel mensen op bezoek kwamen. Dus dat was ook een heel menselijke periode. Maar ook heel veel blowen en roken en binnen zitten. Heel de nacht wakker blijven, opnames maken. Het is ook door mijn vrienden en Simon (Segers nvdr) en Free dat ik in de wereld sta.

Maar ik vind wat jij zegt interessant want dat is het evengoed. Het zinnetje: “Ooit zal ik was ik worden” gaat bijvoorbeeld over dat je denkt dat je ooit toch iets gaat bereiken, maar nooit echt die stap durft te zetten. Ik kan natuurlijk niet klagen over de respons die ik nu krijg.

Het is een oud nummer. Ik vind het, als ik dat refrein zing, een beetje kinderachtig hoor. Maar het is toch op de plaat gekomen want het heeft ook wel een vette opbouw, het gaat meteen heel hard. Het is ook een van de teksten op de plaat met verkeerde grammatica en daar ben ik wel blij mee. (lacht)

Zie je je teksten eerder als een gedicht?
Ja, op de plaat staan de teksten uitgeschreven en bij de cd zit een boekje met de teksten erop. Dat vind ik zalig. Ik ben daar ook heel trots op als ik die teksten voor me zie. Ik vind tekst ook gewoon iets lekkers.

Ben je dan trotser op deze soloplaat dan bijvoorbeeld op een plaat die je maakt met Stadt, omdat je daar dan meer een deel van het geheel bent?
Neen, da’s zo’n beetje hetzelfde. Het is wel helemaal met Free samen gemaakt, maar de tekst en de akkoorden en de muziek zijn wel van mij. Dat maakt het wel… ja, misschien nog persoonlijker. Het is misschien wel een beetje een ander gevoel.

Ik had voorbereid dat je zou vragen of dit dan meer persoonlijk is dan De Beren, ik denk het eigenlijk niet. Maar omdat het tekst is, bijvoorbeeld als een nummer over verlegenheid gaat dan denken ze “Fulco heeft iets met verlegenheid”. Maar dat is gewoon omdat het een tekst is, dat is meer voer voor psychologen.

Taal is natuurlijk wel een stukje eenduidiger, dan muziek…
Ik hoop toch dat de teksten ook wat ontsnappen aan de eenduidigheid.

Dat is duidelijk wel het geval aangezien onze interpretaties van dezelfde tekst helemaal anders zijn! In Mama zeg je ook “Ik wil naar huis”, waar alles veilig is en waar ik weet hoe alles in mekaar zit?
Ja dat nummer kan je natuurlijk heel psychoanalytisch bekijken, een soort van kreet van “Help, de wereld is zo groot en er worden allerlei dingen van mij verwacht en ik moet sociaal doen en… help”.

Dan geef je jezelf toch enorm bloot in zo’n nummer?
Da’s eigenlijk erg raar. Ik heb het gisteren nog live gespeeld en ik ben altijd een beetje misselijk na dat nummer. Dus ja, het is waar. Maar het is ook leuk om te zingen en heel poppy. Het is natuurlijk ook een beetje raar, een volwassen man die zoiets zingt. Maar het werkt misschien ook wel bevrijdend voor mensen om dat een keer te horen, al bestaat het risico dat het nummer gezien wordt als een soort John Lennon liedje, over je kapotte zieltje en zo. Het is echt en het is ook een grap, dat mag je doen als je dingen maakt!

Bij Hangen In De Waarheid moest ik denken aan iets waar ik zelf ook dikwijls mee bezig ben. De vaststelling dat je mensen hebt die denken dat ze weten hoe alles in mekaar zit, en mensen die dat niet hebben. Die laatste groep, dat zijn mensen die twijfelen en het is die twijfel die je ertoe brengt om de ander te leren kennen, om open te staan voor nieuwe ideeën, en om je ideeën te herzien bijvoorbeeld. Ik vond dat dit nummer daar heel erg naar verwijst.
Klopt.

Maar je zegt ook dat het toch wel leuk moet zijn om die duidelijkheid te hebben, bijvoorbeeld in het geloof. Is dat iets waar jij ook mee bezig bent?
Ja tuurlijk, ik kan echt om het uur van levensvisie of van wereldbeeld veranderen. Alles op losse schroeven. En ik verlang ook wel naar die duidelijkheid. Ik denk dat het ook wel fijn was met de kerk in 1806, heel rustgevend ook.

Kom jij uit een gelovig gezin?
Helemaal niet. Neen, we waren volledig agnostisch. Natuurlijk, in elk gezin zijn er weer dingen, die vastzitten.

In muziek heb je dat uiteraard ook. Als je naar de academie gaat dan hebben sommige leraren een heel duidelijk beeld van hoe de dingen eruit moeten zien of moeten klinken. Heb je daartegen moeten vechten om daaruit los te komen?
Op het conservatorium heb ik leraren gehad die mij heel vrij lieten, maar toch voelde ik mij heel erg beknot daarin. Ik heb mezelf moeten losrukken uit dat conservatorium gegeven. Uit dat idee dat ik dit of dat moet kunnen. Eigenlijk had ik dat al van voor het conservatorium, mezelf heel veel druk opleggen, van ik moet dit technisch kunnen en zo. Ik kan mij heel onvrij voelen als muzikant. Wat heel raar is.

Nu nog steeds?
Soms wel een keer. Ik heb bijvoorbeeld nu veel naar Django Reinhard geluisterd, en dat vind ik zo goed en dan denk ik: zo wil ik ook spelen!

En dan voel je je onvrij omdat je jezelf nu verplicht om dat ook te kunnen?
Ja, ik moet dat ook kunnen en dan krijg je zoveel zelfkritiek van “ik kan dit niet en dat niet” en dan voel ik me helemaal niet meer vrij natuurlijk. Dan lukt er niets meer.

Heb je die twijfel nodig of vind je dat vervelend?
Ik vind het vervelend eigenlijk. Ik probeer ook de andere kant van de medaille te zien, het is ook wel een troef. Daardoor kan ik ook heel snel openstaan voor andere dingen. Alhoewel… dat is ook niet waar. Want als we met de band dingen bespreken en Simon doet een voorstel dan moet altijd even zo wennen van: “Ohja, zo kan het ook”.

Bij Voetje Verloren moest ik aan het “imposter syndroom” denken. Het gevoel dat sommige mensen hebben dat ze zich voordoen als iets wat ze eigenlijk niet zijn en dat ze ooit eens door de mand zullen vallen. Dan val je dus van je voetstuk.
Dat gevoel ken ik heel goed! Door de mand vallen.

Gaat dat liedje daarover?
Niet direct, of ja ergens wel, maar dat je wel altijd een soort karma hebt dat het allemaal wel goed komt. Dat de mensen je blijven mogen, ook al ben je een klootzak, en dat misschien ook wat “for granted” nemen, als een verwend kind. Maar wat jij zegt ook, zeker. Want dat is iets dat ik heel erg herken.

Kan dat ook een drijfveer zijn om te proberen het beter te doen? Of werkt het eerder verlammend, dat je niks meer durft te doen omdat je schrik hebt om op je bek te gaan.
Ik blijf dingen doen. Ik denk dat er bij mij, diep vanonder wel een basis ligt van vertrouwen. Ook mijn ouders hebben mij altijd vertrouwen gegeven. Ik denk dat die laag er is, en dan een hele dikke laag van onzekerheid. En dan dat laagje dat de buitenwereld ziet: maar hij is wel goed bezig.

Je bent door die laag van onzekerheid geraakt om deze cd nu op te nemen.
Ja dat was inderdaad wel een stap, daarom had ik Free nodig.

Iemand die af en toe wel zei: “Het komt wel goed.”
En ook: we gaan het zo doen. Maar ook het praktisch plannen. Hij komt een week muziek maken, dus het moet gewoon.
Het liedje gaat ook over “verantwoordelijkheidsloosheid”. Het leven is zacht, lekker op jezelf, helemaal alleen. Een beetje terugtrekken, een beetje de egoïst zijn, een beetje egocentrisch. Maar ook de twijfel, je hebt een idee over de wereld, maar het is ook maar een idee. Het losse schroeven idee.

Jezelf wat relativeren.
Ja, dat is altijd wel belangrijk geweest.

Ben je daar gevoelig aan als iemand over je schrijft dat je “de toekomst van de Belgische jazz” bent?
Steeds minder. Tot een paar geleden was het altijd van “wow”, nu iets minder. Ik weet het is ook maar één vrouw of man die dat schrijft. Dat is dan “De Morgen” of “De Standaard”, maar uiteindelijk is het ook gewoon één persoon. Kijk, ik apprecieer het enorm dat er zo over ons geschreven wordt, ik ben daar zeker niet cynisch over, maar ik kan het steeds beter in een context plaatsen.

Je was artist in residence bij Trefpunt, dan had je deze zomer een eigen dag op Jazz Middelheim, je stond al vaak op Gent Jazz, … wat is het volgende? Heb je nog een grote droom, iets dat je nog wilt bereiken. Ik dacht aan de Radio 2 zomerhit of zo? (lacht)
Hebben we gehad met Beraadgeslagen, Isabelle A heeft in de top 100 gestaan!
Ik wil vooral blijven improviseren, echt rauw. Dat mogen ook wel wat zalen zijn hoor, maar echte improvisatie. Intimistische maar ook de meer ruwe, brute dingen, rauwe muziek maken. Eén op één spelen vind ik heel leuk. Niet met een grote PA.

Een beetje zoals bij Beraadgeslagen?
Ja, maar Beraadgeslagen is ook al vaak heel groot tegenwoordig.

Met Beraadgeslagen op Boomtown 2017 – (c) Björn Comhaire

België is nog niet te klein geworden?
België is vaak wel te klein he en dan raak je uitgespeeld. Maar met dit project is Nederland erbij gekomen. Dat is wel leuk want het is ook wel een beetje mijn thuisland, terwijl het nooit echt mijn thuisland is geweest.

Maar doelen, tja… Soms lees je wel van mensen die op hun 50ste terugkijken op hun leven, maar ik ben altijd weer snel afgeleid van die vraag.

Is er iemand waarmee nog graag eens iets zou willen doen?
Met dansers, ik dans heel graag. Ik heb de laatste tijd dans herontdekt in discotheken en zo. Maar verder, neen.

Het album van Fulco verschijnt op 18 oktober en je kan hem live aan het werk zien op:

20/11 – AB, Brussel (met Mauro Pawlowski solo)
22/11 – De Kreun, Kortrijk (met Mauro Pawlowski)
29/11 – Cactus Club, Brugge (met Mauro Pawlowski)
30/11 – Muziekodroom, Hasselt (met Mauro Pawlowski)
03/12 – Het Depot, Leuven
04/12 – De Casino, Sint-Niklaas
05/12 – Handelsbeurs, Gent (met Mauro Pawlowski)

You may also like

This website uses cookies to improve your experience. We'll assume you're ok with this, but you can opt-out if you wish. Accept Read More