Home Festival BRDCST Festival (DAG3) Brussel AB (06/04/2025)

BRDCST Festival (DAG3) Brussel AB (06/04/2025)

by Hans Vermeulen

BRDCST Festival blijft een boeiende aangelegenheid, want op zondag was er dag 3 en dat leverde uiteraard een nieuwe curator op. Veel blazers in de AB op zondag, niet in de betekenis van “zondags kostuum”, wel als in “blaasinstrumenten”. Dat komt omdat jazz de boventoon voerde en dat was natuurlijk een rechtstreeks gevolg van de aanwezigheid van saxofoonpatser Colin Stetson. Zoals dat de voorbije dagen het geval was mocht hij de line-up samenstellen in de grote AB Flex zaal. Onder het motto “wat je zelf doet, doe je beter” is hij mee het podium opgestapt met alle artiesten die hij had uitgenodigd. Wat een atleet!

geweldige sfeer ook bij de vrijwilligers

In de namiddag was hij al komen aansluiten bij Francesco Donadello en in de vooravond deed hij dit bij Stian Westerhus. Het project heet 10¹⁷en verwijst naar de theoretische hoeveelheid energie die je nodig hebt om een zwart gat te vullen. Colin en Stian stonden er niet alleen voor, want ze hadden ook de geweldige drummer Erland Dahlen bij. Die laatste is een experimentele jazzdrummer die zijn drumsporen al verdiende bij ondermeer Hanne Hukkelberg en Madrugada.  De Noor Westerhus zagen we ettelijke jaren geleden al fantastisch wezen in de Handelsbeurs en werkte samen met Jaga Jazzist.

COLIN STETSON – ERLAND DAHLEN – STIAN WESTERHUS

Dat Stian een dijk van een stem heeft – we spreken bij zangers vlugger over metselwerken dan over zeemeerminnen – wisten we dus al. De combinatie met de diepe sax van Stetson sloeg behoorlijk gensters. Grootstadjazz met een sinistere koude ondertoon ondanks het warme instrumentarium. Als Westerhus de hoge regionen opzocht kwam de koude zondaglucht pas echt de AB flex in gegierd. Dit soort muziek vraagt ook om eindeloos wegebbende nummers en zo geschiedde. Dahlen was een enorme troef en roffelde de nummers naar een hypnotiserende dimensie. Best verbluffend hoe de drumroffels én gitaarakkoorden dartel dansten rond de repetitieve donkere bariton sax-uithalen, wat het bovendien een sinister Lynch-sfeertje bezorgde.


Moeilijk om niet aan David Bowie te denken. Stetson freewheelde er met de kleine saxofoon dartel op los terwijl Stian de coolste muziek effecten uit zijn snaren plukte. Opperste concentratie die sneed als een mes, zoveel was wel zeker. Het niveau bleef crescendo gaan. De snelheid idem dito. Drum en gitaar gingen vol de strijd aan en het psychedelische slot van de set was episch. Wie hier vandaag over wil gaan, zal zeer goed ontbeten moeten hebben. Stian mocht a capella de kroon vocaal op het beklijvend werk zetten. Wauw!


Smal. Medium. Large. SML uit Los Angeles jazzde er lustig op los in de club. We voelden St Germain-vibes doorschemeren, maar flexibel als we zijn repten we ons na een kwartiertje naar de Flex voor een zangles van Keeley Forsyth. En het was er eentje die binnenkwam in de wetenschap dat de Britse eigenlijk tot 5 jaar geleden een actrice was met jarenlange film –en televisiecarrière op haar palmares. Haar stem werd al vergeleken met die van Aldous Harding en Beth Gibbons.  We mochten ons opmaken voor een hedendaagse dansvoorstelling met ijzingwekkende zang in een verstilde rockmodus.

De muzikale opluistering werd verzorgd door een synth linksachter en een vleugelpiano rechtsachter in het pikdonker. Keeley heeft een stem en podiumprésence die angst en bewondering inboezemden. Een witte spot belichtte één plek in het midden van het podium. Daar stond een zwarte stoel. Met daarop Keeley in zwart maatpak. Kronkelend op en rond die stoel haalde ze alles uit de vocale kast. Het deed denken aan Chelsea Wolfe light of Anna Calvi in het zwart in plaats van rood, want het was minimalistische doom. Na een kwartier maakte een zekere Colin Stetson zijn opwachting en net dan kregen we het vrolijkste nummer tot op heden. Zijn baritonsax past natuurlijk perfect bij haar baritonstem. Een overtuigde dreigende piano deed haar opnieuw uithalen en Colin saxte er beheerst omheen. Een nummertje later stond ze er weer alleen voor en ze zette een parlando gezongen nummer in.

KEELEY FORSYTH

De pianisten deden de backing vocals. Ook Children Play sneed als de rest van haar set door merg en been. Keeley’s stem is voldoende overrompelend om te blijven bekoren. Een kinderspeelplein hoorden we in de achtergrond doorschemeren. Door met verspringende toonladders te zingen kwamen de teksten niet altijd naar voor en dat leek ons essentieel om impact te blijven hebben op de festivalgangers. Na een kleine 40 minuten was de spanningsboog serieus aan het lossen.

De Amerikaanse multi-instrumentalist, dichter en gekke man Ben LaMar Gay was niet aan zijn eerste AB-sessie toe. Binnen jazzmiddens is de man razend populair. Hij speelde zelfs mee op Highly Rare van Makaya McCraven en op Fly Or Die van Jamie Branch. Hij bracht drie muzikanten mee. Edinho Gerber op gitaar, Tommaso Moretti op drums en uiteraard Matt Davis op de sousafoon, een soort tuba. LaMar zelf is een kornettist. Een kornet is een blaasinstrument met drie ventielen en stamt af van de posthoorn. Ben LaMar kwam al neuriënd positie innemen. Een scheve roosgetinte pet en kornetgeschal brachten hem aan het croonen met gromgeluiden en een arsenaal aan belletjes. Chaos en kakafonie tierden welig. Laten we de kat de bel aanbinden. Er stonden er genoeg op zijn salontafeltje. Dit houden we geen kwartier vol. Hij wel?

BEN LAMAR GAY

Hier en daar kwam er een schemering genaamd “poging tot iets melodisch” aan de oppervlakte, meestal als de sousafoon en kornet samen dansten. En we hadden geluk want rond het kwartier bracht het Ben LaMar Gay Ensemble één verdomd sterk nummer. Groovy en melodisch vrij onweerstaanbaar. Waarom de tafel met klokken en bellen bezaaid was bleek bij het volgende nummer waarin ze alle 4 met de klokken speelden en zwaaiden. Dat gaf een erg psychedelische context die dan met een coole basdrum en een aan TV On The Radio te linken meerzang de chaotische start wegveegde. De sousafoon freewheelde er dan doorheen en de Club smulde “en masse”. Een lange solo van Davis luidde dan de finale in. Ben LaMar zette ons een kwartier lang in de wind, maar loodste ons sterk terug in de wedstrijd om het in Pogacartermen uit te drukken.

MATT DAVIS / BEN LAMAR GAY ENSEMBLE


Veel sterren aan het firmament vanavond en zelfs een ster op het podium. Colin is zijn naam. Hoogtijd dus om de saxmeester solo gensters te zien slaan op het hoofdpodium. Colin Stetson woont in Canada en hij kan een indrukwekkend CV voorleggen. Samenwerkingen met ondermeer Feist, Tom Waits, Lou Reed, David Byrne, The National, LCD Soundsystem en Animal Collective droegen bij tot de reputatie van de Amerikaan. ‘Colin Sterdom’ als het ware zette niet verrassend zijn sax in als troef met een imposante lichtshow als extraatje. Een monotone drone vormde het behang waartegen hij zijn stevige saxshow speelde. Hij onderbrak zijn blaas-performance enkel om een beetje water te drinken en een woordje uitleg te geven bij zijn nummers. Voor het overige bleef hij blazen, wat bijzonder indrukwekkend was. Colin is dan ook een meester in ‘circular breathing’.

COLIN STETSON


De baritonsax catapulteerde ons in een vuurrode regendans naar Afrika, want we hoorden teveel olifanten uit zijn saxhals komen om het gewoon bij Pairi Daiza te houden. De olifanten waren behoorlijk onrustig trouwens. Het is onwaarschijnlijk welke geluiden hij allemaal uit dat instrument krijgt. Hij bediende kleppen die een hard en nerveus geluid genereerden en hij gaf zelf aan dat hij zijn vingertoppen nog nauwelijks voelde. The Six heette dat olifanten-epos overigens. Hold Your Breath kwam erna. In zijn geval geen goed advies met zijn lippen rond een saxofoon.

Malediction speelde hij nog nooit live en het was geen goed idee dat te doen op een avond als deze met vier optredens op een rij. Hierover zei hij dit: “Het doet soms zo pijn dat je een grens overschrijdt, maar het bloed zit ondertussen achteraan mijn hoofd dus luister maar niet te fel”. Het lastige Malediction klonk inderdaad technisch zwaar, maar wat een briljant nummer leverde hij hier af. Colin bewees later dat hij zowel Zu -als Amenra-bloed in zich heeft en imponeerde derhalve een optreden lang. Het is altijd fantastisch een curator te zien excelleren. Het was bij Anna vrijdag zo, naar verluidt op zaterdag ook zo bij Backxwash en Colin bevestigde deze trend alleen maar.

Aan Amerikanen geen gebrek op BRDCST. Het uit Detroit, Michigan afkomstige duo Wolf Eyes is al een kwarteeuw lang heer en meester in hardcore noise-improvisaties. Nate Young en John Olson hebben blijkbaar al rond de 350 releases uitgebracht, hoofdzakelijk op het American Tapes Label van Olson.  De heren van Wolf Eyes leken van ver en met tegenlicht op Jan Hautekiet en Kurt Overbergh. Die kunnen misschien ook wel tegendraads doen, maar de eerste tien minuten deden Colin lijken op een hitparadepaard. Dit was geen muur van noise, maar een labyrint van lawaai. Let op, we werden niet zo sterk op de proef gesteld als bij CM von Hausswolff maar elk spoor van structuur ontbrak. Alles went maar hiervoor hadden we een serieuze ‘wen’dag mogen inboeken. Lawnmower Man klonk logger en bijna hitgevoelig in extreme noisekringen. Grapje natuurlijk, maar strict objectief gezien was dit wel hoog noise-niveau. Toen ze een joint opstaken vonden we dat een goed moment om deze editie van BRDCST voor bekeken te houden. Het uur van de wolvenogen was aangebroken. Merci BRDCST en tot in 2026!

WOLF EYES

INSTAGRAM: BRDCST Festival / Colin Stetson / Stian Westerhus / Keeley Forsyth

You may also like

This website uses cookies to improve your experience. We'll assume you're ok with this, but you can opt-out if you wish. Accept Read More