Er zijn van die dagen waarop je het masker niet meer op krijgt. Of net niet meer af. Dat ding dat alles moet verbergen: twijfel, verdriet, wie je echt bent. Op haar debuut-ep Plastique gooit Camille Yembe dat masker vol overgave de kamer in. Zes nummers lang zoekt ze naar houvast tussen liefde, verlies en zelfbehoud. Met een stem die schuurt en streelt, teksten die blijven plakken en beats die je eerst doen wiegen en dan laten nadenken.
Camille Yembe is geboren in Brussel, met Belgische flair en Congolese vuur in haar bloed – en dat hoor je. Haar muziek mixt gevoel en groove, stijl en scherpte, zonder dat het ooit gekunsteld klinkt. Ze zingt, fluistert of spreekt met een stem die je meteen bij de kraag grijpt. De ene keer laat ze je dansen, de andere keer stilvallen. Alles klinkt raak, alles voelt echt. Elk van de zes tracks op Plastique ademt die eigenzinnige combinatie van poëzie en power.

Encore is zonder twijfel een van de knallers op de ep (oké, stiekem ook onze favoriet). Hier smijt Yembe het masker resoluut van zich af. De track klinkt ruw, energiek en op het scherp van de snee: een schurende gitaarlijn, een productie die net niet uit elkaar spat, en een stem die ritmisch uithaalt alsof ze elk woord heeft moeten bevechten. Het einde komt plots, bijna alsof iemand halverwege de zin wegloopt – bruut, maar ergens klopt het ook. Want, rust? Die is er nog lang niet.
Het titelnummer Plastique is er eentje om naar binnen te keren. Yembe blikt terug op hoe ze zich boog en plooide om in het plaatje te passen – iets wat velen zullen herkennen. Ze zingt over het verlangen om gewoon eerlijk te zijn, om die façade eindelijk van zich af te gooien. De productie is subtiel, een mix van pop, R&B en elektronica die nooit gepolijst klinkt, maar juist ademend en open. Alles vloeit vanzelf, alsof het nooit anders had kunnen klinken.
In Coup De Soleil verandert het licht. Hier gaat het over liefde – maar dan de goeie soort, de veilige, de warme. “Je hebt alles gezien, en toch bleef je,” zingt ze, en die zin blijft hangen. De beat is helder, de melodie zacht en stevig tegelijk. Het voelt als thuiskomen.
Humain begint met zachte voeten, bijna alsof het niet durft binnen te komen. Maar langzaam groeit er iets: spanning, gevoel, een soort helderheid. Yembe durft hier onze dubbelzinnigheid aan te raken zonder in clichés te vervallen. En dan is er L’Ivresse, dat helemaal zijn eigen sfeer creëert. Camille klinkt beheerst, rustig, maar de synths wervelen hypnotiserend door het nummer heen. Je wordt meegesleurd, bijna zonder het te merken.
En dan komt Après l’aube. Het sluitstuk. Het kippenvelmoment. Hier toont Yembe wat ze allemaal in huis heeft – muzikaal, tekstueel, emotioneel. Haar stem is kwetsbaar en krachtig tegelijk, en raakt precies waar het moet.
Met Plastique brengt Camille Yembe geen verzameling losse nummers, maar een geheel dat aanvoelt als een intiem portret. Op het eerste gehoor mooi en stijlvol, maar wie blijft luisteren ontdekt lagen vol twijfel, kracht, zachtheid en lef. Ze laat horen waarom ze een van de spannendste stemmen uit de Brusselse scene is. Omdat ze haar invloeden – van Thom Yorke tot Charles Aznavour, van Kendrick Lamar tot Christine and the Queens – naar haar hand zet. Omdat ze zingt over dingen waar veel mensen niet eens woorden voor hebben. En omdat ze weet hoe je muziek maakt die iets losmaakt, iets doet bewegen – vanbinnen en vanbuiten. Een debuut vol vuur, finesse en gevoel.