Het bloed kruipt waar het niet gaan kan, zeggen ze wel eens. In het geval van Geert ‘Bootsie’ ‘Butsenzeller’ Budts is dat voorgenoemde figuurlijke bloed zowat 15 tracks en 9 bonustracks ver moeten kruipen. Een behoorlijke inspanning die de modale mens zou reduceren tot een stuiptrekkende smurrie met bloedarmoede. In het geval van Butsenzeller konden er waarschijnlijk zonder problemen nog enkele tracks bij.
The Covid Collabs werd de nieuwste van Butsenzeller zeer toepasselijk gedoopt. Een album vol “musical escapism”, gevuld met niets dan samenwerkingen en bijgevolg dus enorm divers. Voor wie al dat auditieve moois nog niet genoeg is, is er ook nog de cover. Een hersenspinsel van Antwerps surrealist pur sang, Bert Lezy.
De cassette start met Radio’s & Bandopnemers, een samenwerking met het project Blaastaal van de voorgenoemde Antwerpse surrealist. De track had, indien het niet over radio’s en bandopnemers had gegaan, best wel kunnen doorgaan voor een hypnosetape om af te vallen of zelfs een andere taal te leren. De vrouwelijke verteller slaagt erin om een bijzonder rustgevende sfeer te creëren. Ze beschrijft een doorsnee dag in het leven van het modale Nederlandse gezin in pakweg de jaren 70 en de link die ze hebben met radio’s en bandopnemers. Een link die blijkbaar bijzonder sterk aanwezig was in de jaren 70. Radio’s & Bandopnemers is een erg originele track om te starten en wie weet, verlies je bij genoeg luisteren wel effectief wat coronakilo’s of slaag je erin om de befaamde blaastaal te leren, hoe die ook moge klinken.
Wie musical escapism zegt, kan niet anders dan denken aan de zoektocht naar sjamanistisch perspectief. Klinkt logisch, toch? Voor wat sjamanistisch perspectief kan je dan weer niet anders dan gaan aankloppen bij drone-producent van dienst Ashtoreth. The Darker The Night, The Brighter The Stars lijkt wel een track die rond een lekkende kraan werd opgebouwd. We horen vooral een zeer duister geluid en hoewel de track voor een groot deel dezelfde lijn behoudt, is er voldoende minimalistische variatie om het geheel interessant te houden. Wat drum, wat piano, wat vreemde geluiden. Meer moet dat niet zijn! Vergeet niet het licht uit te doen en je te verschansen in je zelfgemaakte fort van matrassen, lakens en stoelen wanneer je deze track afspeelt. Want net zoals de Heksensabbath van Boudewijn de Groot komt dit nummer veel beter tot zijn recht in het duister en bij voorkeur met wat regen op de achtergrond.
STRAF, het derde nummer van de cassette, is een samenwerking met het Oost-Vlaamse Onsturicheit. Enkele seconden lijkt het wel alsof we een stukje klassieke muziek op ons bord krijgen. Eens de elektronische geluiden van start gaan, wordt deze notie echter al snel met spoed de deur gewezen. We vermoeden dat we enkele geluiden/instrumenten kunnen identificeren waaronder: tongue drum, klingelende kettingen, saxofoon, synths en een elektronische drumkit. STRAF is een subtiel en rustig nummer waarin gedurende 12 minuten voldoende de tijd wordt genomen voor minimalistische experimenten. Ja, je las het goed 12 minuten aan muziek in één nummer. Als dat geen waar voor je geld is!
Devine met Bert Bernaerts & Gert Wyninckx is één van onze favoriete nummers op de plaat. De combinatie Butsenzeller, Bernaerts en Wyninckx zorgt voor een nieuw genre dat wij als buitenaardse jazz zouden omschrijven. Indien je bij het beluisteren van deze track opeens een klein mannetje in je tuin ziet dat met een lichtgevende vinger naar de lucht wijst, vrees dan niet. Je ziet waarschijnlijk Butsenzeller himself die probeert nog wat van die alien jazz uit de melkweg te plukken. Eat your heart out E.T.!
Focus met Bram Van Gorp van de band Poppel en Lander Slaets van de band Fake Indians is het vierde nummer van de plaat. Wat nu net de rolverdeling is van de drie heren binnen het nummer is ons onbekend maar dat het een prachtig nummer is daar zijn we absoluut zeker van.
We horen een mooie mix van elektronica en traditionele instrumenten. De klarinet is voor ons het auditieve hoogtepunt. Velen zullen zich ongetwijfeld vragen stellen bij deze onconventionele combinatie maar we verzekeren je dat het wonderwel werkt. Het nummer projecteert een soort weemoed op een bed van elektronica waarin de klarinet jouw gids is. Prachtig, zonder meer!
Op de vraag: “en wat is nu de link tussen Poppel, Fake Indians, Gazer Tapes en Butsenzeller” ben je slechts twaalf letters verwijderd van het antwoord. Ik wil het graag zeggen, Walter! Dries Hermans, that is! Bedankt om dit pareltje in cassettevorm uit te brengen, Dries!
Butsenzeller, Dubois en Frateur zullen waarschijnlijk nog wel wat aan de lengte van hun nummer moeten knippen voor het effectief op de radio zal gedraaid worden maar volgens ons zou Won’t Give In wel eens een hitje kunnen zijn. We horen in deze track de vertrouwde Butsenzeller elementen in combinatie met het theatrale dat maakt dat het nummer op Frateurs lijf en stem geschreven is. Met zijn vijf minuten heeft het nummer overigens geen overdreven lengte maar ja, die radiomakers hé…
“It exceeds our deal with the old routine”, zingt Frateur en by God, gelijk heeft de man!
Wat een zalige baslijn is me dat! In Zoals Het Klokje Thuis Tikt… met Deadman Orchestra is de baslijn de ruggengraat van het nummer en wat voor ruggengraat! Qua sfeer moeten we denken aan The Start Of Something Beautiful van Porcupine Tree maar dan met een goeie kwak Butsenzeller saus erop natuurlijk, ongetwijfeld ook verkrijgbaar bij de betere friturist.
De groove tussen drum en bas houden het nummer recht waardoor er voldoende speelruimte is voor variaties op gitaar en elektronica. Een gevecht tussen Jeckyll & Hyde en wat voor eentje!
Hij mag dan dit jaar wel de pensioengerechtigde leeftijd bereikt hebben maar aan stoppen denkt Kloot Per W nog lang niet. Razwa heet het nummer dat hij samen met Butsenzeller gemaakt heeft. Elektronica en drum gaan hand in hand om samen een stevige basis te zetten voor het etnische gitaarspel. Het etnische geluid zouden wij bestempelen als Ravi Shankar nadat hij een avond op zwier is geweest met Lemmy Kilmister himself. Kritische stemmen zullen misschien opmerken dat er niet al te veel variatie in het nummer zit, maar dat hoeft ook niet. In een vorige review werd het woord “hypnotisch” gebruikt en dat is het nummer ook. Je wordt als het ware meegezogen in de groove van Butsenzeller en Per W. Wij raden het bekijken van vintage fractals dan ook ten stelligste aan om visueel te kunnen ervaren wat je hoort.
Alfank Alteration met Bassiman laat opnieuw een dijk van een baslijn en staalharde groove op de luisteraar los. Voeg daar nog wat tabla en vocoder-ish geluiden aan toe en je krijgt een bijzonder vreemd maar origineel stukje muziek. Volgens ons had Alfank Alteration makkelijk op een fictieve Tool-plaat kunnen staan, die naar verluid al binnen 20 jaar in de rekken zou liggen, als tussenstuk. Na het veelvuldig beluisteren van het nummer en het maken van de bijbehorende redenering zijn wij alvast in blijde verwachting van de nieuwste plaat van Toolsenzeller of Butsentool.
Aangezien Eddy Vanhalen onlangs het tijdelijke voor het eeuwige inruilde, viel de potentiële en mogelijks ook fictieve samenwerking met Butsenzeller helaas in het water. Goed dat gitaarheld Andy Heurckmans, die we onder meer kennen van het machtige Generator, nog beschikbaar was om vakkundig het slot in te vullen van de kettingrokende gitaargod van weleer.
Wie wat bekend is met Generator weet dat ze in dat kamp niet vies zijn van wat gitaargeweld en dat gitaargeweld vinden we, hoe subtiel ook, meer dan terug op nummer Ünkraut. De compositie van de track doet ons zonder twijfel denken aan de uitdrukking “Onkruid vergaat niet.” Het geluid in het nummer zwelt heel de tijd aan, alsof het ergens naar opbouwt om vervolgens terug neer te dalen, net zoals dat ene sprietje onkruid dat je keer na keer uittrekt maar dat telkens weer terugkomt. In het geval van het onkruid is het ongetwijfeld tot ieders frustratie dat die groene doorn in het oog steeds weer terugkomt, in het geval van Ünkraut is dat zeker niet het geval. “Ünkraut vergaat niet!”, en daar zijn we blij om!
“Ik kan erg goed in team werken maar ook individueel werken is voor mij geen enkel probleem.” De voorgaande zin prijkt ongetwijfeld op menig sollicitatiebrief maar in dit geval is het ook op nummer Strange Dayz van toepassing. Tussen alle samenwerkingen door besloot Butsenzeller ook maar eens echt in lockdown te gaan en alleen een nummer te maken waarin hij, net zoals Millionaire, de huidige Strange Day(s)z bezingt.
In het nummer horen we een wollig gitaargeluid dat een eerder neerslachtige stemming neerzet, ongetwijfeld als auditieve reflectie van de toenmalige lockdownmaatregelen. Het gitaargeluid vormt het figuurlijke schilderdoek waarop Butsenzeller met zijn rasperige onderwaterstem, elektronica en cowbell het figuur van de sad clown schildert.
De strakke drum in samenspel met de staccato gitaar aan het begin van nummer Butszoolsurfer doen ons een beetje aan de stijl van Jack White denken. Van zodra we funky wah-wah gitaar en de synth strings horen, moeten we onze eerste indruk al serieus bijstellen. Butszoolsurfer is een samenwerking met het ZOOL. van Gerry Vergult. Tussen de synths en funky wah-wah door horen we dissonante gitaarriffs en elektronische samples die het geheel breken en de track van de nodige agressie voorzien. Butszoolsurfer is zonder twijfel onze favoriet van de plaat vanwege de grote diversiteit aan geluid en ook omdat we ons kunnen voorstellen dat Bootsie achter zijn drumstel zit te zweten als een rund bij het inspelen van deze geweldige drumpartij. Een mooi staaltje muzikaal vakmanschap naar onze mening!
Poetryslam op elektronische muziek zetten. Het idee lijkt misschien een beetje van de pot gerukt maar wie de twee releases van Hersencellen al in zijn cassette toren heeft steken, kan beamen dat de formule werkt. Gert Vanlerberghe brengt zijn: “twinkelende winkelende waterdingen”, met zo’n overtuiging dat we zowaar geneigd zijn onze beatnik-outfit vanonder het stof te halen en ons naar de eerste de beste Zoom poëzie avond te snellen.
Volgens onze bescheiden mening had Guido Gezelle himself, indien hij nog in het land der levenden was, zonder twijfel op de eerste rij staan headbangen als een bezetene op de tonen van Kleine Tong. Waarna Het Schrijverke er ongetwijfeld als volgt uitgezien zou hebben:
“O krinkelende winkelende waterdingen. Met ’t zwart kabotseken aan. Wat zien ik toch geren uw kleine tongeske flink”, had het ongetwijfeld geklonken!
Separated is het voorlaatste nummer van de cassette en één van de weinige tracks waarop ook vocalen terug te vinden zijn. Steve Ceulemans staat in deze track de vocalen en het elektronische fingerspitzengefühl van Butsenzeller bij met een gitaargeluid dat ons bij momenten helemaal naar de agressie van Joy Divisions She’s Lost Control brengt. Steve Ceulemans brengt, ondanks de vorige uitspraak, wel een eerder minimalistisch gitaarspel met zijn Mosrite, tenminste tot hij tijdens de break eens even mag scheuren op zijn akoestische gitaar. (Voor zij die niet weten wat een Mosrite is, zoek gewoon een foto van Johnny Ramone en je ziet het.)
“I miss your face, warm embrace. All for the benefit of the human race”, zo is het Butsenzeller!
Heug & Meug is de afsluiter van de cassette. We willen je, voor je het nummer draait, met aandrang verzoeken om al je meubelen zo ver mogelijk aan de kant te zetten. Trek ook alvast je beste rhinestone vest en broek met wijde pijpen aan want bij het horen van deze samenwerking tussen Butsenzeller en The Organic Organisation Of Groovaholics zal je tijdens het dansen het gevoel hebben alsof je bezeten bent door James Brown himself. En dan die conga’s echt heeeeeeerlijk ritmisch! Een schitterende funky afsluiter!
De muziekgeschiedenis heeft al vaak uitgewezen dat muzikale odes aan overleden bandleden, kameraden of familieleden vaak uitdraaien tot halfbakken saaie producties die vaak veel te haastig in elkaar geflanst werden en bovendien barsten van de clichés en overduidelijkheden. Muzikale odes jegens het overlijden van het leven zoals we het kennen, bestonden tot op heden nog niet tot we de The Covid Collabs van Butsenzeller ter ore kregen. Dat we deze plaat niet binnen de bovenstaande uitspraak kunnen categoriseren is na 15 nummers wel duidelijk. De samenwerkingen zijn correct, kwalitatief en schuwen de voorgenoemde clichés. De diversiteit op de cassette is bovendien enorm, wat maakt dat zowat iedereen er zijn gading in kan vinden.
Wij hopen dat je na deze recensie al Usain-Bolt-gewijs naar Bandcamp gespurt bent om een fysiek exemplaar van deze release te bestellen. Voor wie dat niet het geval is, weet dat er maar 66 exemplaren, excuses maak daar 65 van want wij hebben er ondertussen al eentje in onze cassettetoren zitten, beschikbaar zijn en dat voor slechts 10 euro.
Voor wie bereid is wat geld neer te tellen voor deze parel hoeft de auditieve reis bovendien na 15 nummers nog niet voorbij te zijn. Wie de release koopt (fysiek of digitaal), krijgt er zowaar nog 9 bonustracks aan materiaal bij. Als dat geen goeie deal is, weten wij het ook niet meer!
We sluiten deze recensie graag af met een stukje Nancy Sinatra: “These boots are made for walking and that’s just what they’ll do, one of these days these boots are gonna walk all over you.”
We weten dat het bovenstaande citaat grammaticaal niet helemaal waterdicht is maar na het afleveren van deze prachtplaat mag Bootsie voor ons gerust naar zichzelf verwijzen in het koninklijk meervoud. Nu de tweede lockdown officieel een feit is, hopen we dan ook dat Butsenzeller het verplichte aan het aangename zal koppelen en een vervolg breidt aan deze mooie release.
https://gazertapes.bandcamp.com/