Zijn echte naam is Geert Budts, maar de meeste mensen kennen hem vooral als Bootsie Butsenzeller. Naast zijn soloproject Butsenzeller is hij te vinden achter het drumstel bij Stovepipe, Scoundrels, The Wild Century, ZOOL. en af en toe bij het improvisatie project I H8 Camera van Rudy Trouvé. Daarnaast schrijft hij regelmatig voor Luminous Dash, is hij dj en is Boots er niet vies van een om af en toe een zalige remix te maken van andere artiesten. Wij hadden een gesprek met dit multi-talent en vooral een eerlijke en oprechte mooie mens.
Wanneer werd je door het muziek-microbe gebeten en wat was de aanzet om zelf ook muziek te gaan maken?
Vrij vroeg eigenlijk, de microbe is doorgegeven via m’n zus Cathy en haar man Bruno die zelf ook dj was in die tijd. Alles kwam toen tegelijk binnen: glamrock, soul, funk, pop, hardrock… ik was een jaar of 4 toen ik met plastieken gitaar voor de spiegel The Sweet stond te playbacken inclusief elastiekjes rond de broekspijpen in een poging om de befaamde olifantenpijpen na te bootsen. Niet lang daarna ging m’n aandacht toch meer naar de drummers en begon ik moeders Dixan tonnen aan flarden te meppen. Op m’n 10e verjaardag heeft de familie centen bij elkaar gelegd om m’n eerste échte drumkit aan te schaffen. Twee jaar later in 1980 stond ik voor het eerst op het podium van het lokale jeugdhuis met het groepje The Jump, vanaf toen is alles misgelopen 🙂
Later In de jaren 80 zat je in verschillende punkbands. Heeft die DIY attitude van toen, de dag van vandaag nog steeds invloed op jou?
Absoluut, ik sta nog steeds héél wantrouwig tegenover alles wat naar business en muziekindustrie (het woord alleen al) ruikt. En doen we voor bijna al de bands en projecten nog altijd alles zelf: bookings, promo, releases regelen, etc…
Vorig jaar bracht je met Scoundrels het album Oh No! Not Again! uit, nadat de band jaren had stil gelegen. Voelde het voor jou niet raar aan om terug te gaan naar jouw punk roots?
Beetje raar, maar raar is goed hé. Als m’n vroege muzikale mentor Patrick Delabie opeens Scoundrels terug nieuw leven wil inblazen, kan ik geen nee zeggen. Tegelijkertijd was het ook weer thuiskomen. Want … you can take the boy out of punkrock but never the punkrock out of the boy so it seems 🙂
Je maakte in 2021 remixen van So What en Do They Owe Us A Living van Crass. Waren ze jouw punk voorbeelden ?
Zeer zeker, net vooral omwille van die DIY attitude. Veel punkbands zaten op een major, Crass deed alles zelf: opnames, artwork, releases, concerten boeken etc… een grotere middelvinger naar het establishment was haast ondenkbaar in die tijd. Als ze dan na al die jaren de aparte multitracks van hun debuut album The Feeding of the 5000 vrijgaven om er mee te doen wat je wilde, ben ik daar uiteraard als een vlieg op een stront opgesprongen, met complimenten van Penny Rimbaud himself tot fijn gevolg. Ook het Nederlandse The Ex is nog steeds één van m’n grote voorbeelden, vooral omdat ze zichzelf blijven heruitvinden, veel aan improv doen, grenzen verleggen, genreloos werken en collabs aangaan met muzikanten uit de jazz zoals de Ethiopische saxofonist Getachew Mekurya. Ze zijn nog steeds een vaste waarde in de underground over heel de wereld na meer dan 40 jaar, en dat is een mooi parcours vind ik. Punk is voor mij sowieso altijd meer een levensfilosofie geweest dan een muziekstijl of erger nog, een modeverschijnsel.
Scoundrels is deels een Nederlands band net zoals The Wild Century waar je ook deel van uitmaakt. Hoe ben je bij deze bands als Antwerpenaar terecht gekomen?
Beide bands zijn grensgevallen hé. Patrick van Scoundrels leerde ik dus kennen begin jaren 80, ik was actief in het Brasschaatse punkjeugdhuis De Garde waar hij over de vloer kwam en ik ging op mijn beurt Zondags naar De Jeuzel in Wuustwezel waar hij dan achter de bar stond en platen oplegde. Ik was toen al Scoundrels fan, heb hun eerste cassette en lp zowat grijs gedraaid, dus toen ze zonder drummer kwamen te zitten, vroegen ze mij, een eerste droom die uitkwam. Ook omdat ze vooral in Nederland speelden (nu ook nog overigens) en dat voor mij m’n eerste buitenland gevoel was. In die tijd was spelen in Nederland véél leuker, de podia waren er meer profi, zelfs voor punkbands. Via Patrick leerde ik dan jaren later ook Gerton Govers kennen die ook in The Wild Century zit en die vonden mijn speelstijl ook wel passen bij hen. Dus ja die Nederlandse connectie blijft. M’n eerste Butsenzeller vinylplaat Natt kwam overigens ook uit op het Utrechtse Wharf Records. Het feit dat ik zelf een halve Nederlander ben (m’n moeder was Nederlandse) helpt daar wel bij. Heb graag een patatje oorlog, ben verzot op drop en deels opgegroeid met Golden Earring, Tee Set en konsoorten, om van Ome Willem (eerste drumheld, daarna kwam pas Animal) maar te zwijgen. Tegenwoordig hebben ze zelfs goed bier.
Is het in Nederland even moeilijk om je muziek te promoten als hier? Of zit er daar toch een verschil op?
Door de helaas steeds verder evoluerende formattering van het muzieklandschap is het overal moeilijker geworden voor consequente DIY’ers. Het is hard werken zonder boeker bijvoorbeeld. Niet dat ik per se tegen een boeker ben hoor, ben zelf al wel op zoek gegaan, maar veelal zonder resultaat, buiten Rootstown waar we met Stovepipe bij zitten. Ik droom nog steeds van een goeie, betrouwbare boeker die al m’n projecten en bands wil huisvesten, mogelijke kandidaten mogen dus altijd contact opnemen.
Onder jouw alter ego Butsenzeller maakte je in de jaren 90 al tapes. Nu anno 2023 wordt er terug muziek op cassettes uitgebracht. Denk je dat tapes terug de norm worden?
Euh ik maakte in de jaren 80 al cassettes omdat het simpelweg een goedkopere drager was 😉 De norm zal het nooit meer worden, vinyl overigens ook niet. Het is vooral een nostalgie gegeven hé en bij jongeren dan net weer nieuwsgierigheid naar een drager die ze zelf nooit gekend hebben. Mijn kinderen zijn er uiteraard mee opgevoed, ik maakte en maak nog steeds mixtapes voor hen, grappig genoeg maakt m’n 17-jarige zoon nu ook mixtapes voor zichzelf en/of vrienden, die dan vaak niet weten wat ze ermee aan moeten. Persoonlijk ben ik dan ook meer fan van cassettes en vinyl als drager dan dat ik ooit van de cd was. Ik was zowat de laatste uit m’n vriendenkring met een cd speler. Mijn anarchistisch hart klopt ook niet als er iets wordt opgedrongen, zo heb ik heden ten dage nog steeds geen smartphone.
Je hebt een aantal jaren bij DAAU gespeeld, in die periode werd zowat alles uit Antwerpen goed onthaald bij onze Noorderburen door de bekendheid van dEUS. Heb je daar zelf iets van ondervonden?
Ja tuurlijk, al ben ik bij DAAU pas begonnen in 2004 kort na het Tub Gurnard Goodness album en dus 10 jaar na dEUS hun Worst Case Scenario. Maar door die Antwerpse boom speelden we wel veel in Nederland. Op een bepaald moment zaten we zelfs meer in het buitenland dan in eigen land. Roskilde, Sziget, clubtournees en festivals in Zweden, Denemarken, Duitsland, Frankrijk, Spanje, Brazilië … tot zelfs Taiwan toe. Het was een fijne, interessante en vooral leerrijke periode.
Als we al jouw projecten van dit moment bekijken zoals Stovepipe, Hersencellen, The Wild Century, Scoundrels en natuurlijk Butsenzeller, horen we daar enorm veel variatie in. Heb je zo’n brede muzieksmaak of wil je gewoon niet in één vakje geduwd worden?
Beiden. Net zoals de bekende uitspraak van Louis Armstrong: “There are only two kinds of music, the good kind and the bad kind, and I play the good kind”. Ooit droomde ik van één eclectische band waar ik alle stijlen mee kon spelen, maar dat is een utopie, dus is veel verschillende bands een goed alternatief. Alhoewel, de improv duiventil I H8 Camera, waar ik af en toe ook wel eens bij drum, komt wel in die richting moet ik zeggen.
Met Gerry Vergult alias ZOOL. heb je net het splitalbum Humanity/Empathy uitgebracht. Voel je veel verwantschap met de muziek van Vergult?
Absoluut, we noemen het overigens zelf een joint album. Gerry is een muzikale en filosofische soulmate geworden. Uiteraard hebben we ook vaak geanimeerde meningsverschillen zoals in elk goed huwelijk. We zijn sowieso wel fan van elkaar maar ook kritisch naar elkaar toe en dat is de beste verstandhouding die er kan bestaan. Dat heb ik trouwens ook in m’n andere muzikale huwelijken én met m’n levenspartner.
Is er iets bepaalds dat je wil bereiken met jouw solo project Butsenzeller? Of is het gewoon een aangename uitlaatklep?
De muzikant die durft beweren dat hij enkel muziek voor zichzelf maakt en dan platen uitbrengt, liegt! Het spreekt vanzelf dat je een zo breed mogelijk publiek wil bereiken, maar ik doe daar geen commerciële toegevingen voor. Ik laat heel spontaan en natuurlijk de muziek uit me vloeien die er in zit. Ben zelf als muziekliefhebber dan ook vooral op zoek naar puurheid, eerlijkheid, liefde en passie. Daardoor heb ik een heel goeie ingebouwde bullshit detector en hoor ik al na 15 seconden wanneer het aan die factoren ontbreekt en het dus vooral om het verdienmodel draait.
Soms breng je iets uit in eigen beheer en soms werk je samen met Starman Records, Jezus Factory Records of Consouling. Is daar een bepaalde reden voor?
Nee, ik werk gewoon graag met anderen en dus ook met labels die er een gelijkaardige filosofie op nahouden en die oprechte interesse hebben in wat ik doe. Als er geen interesse is doe ik het zelf, maar dan is het wegens financiële redenen enkel digitaal zoals m’n Selected Refixes album, wat ook weer handig is, want dan kan ik het constant laten aangroeien en eventuele nieuwe remixes toevoegen aan dat album op Bandcamp. Als het op vinyl uitkomt is het sowieso altijd via een label bij mij.
Je stelt het programma samen van Djingel Djangel. Ligt dat jou nauw aan het hart om bands de kans te geven om zich live voor te stellen aan een publiek?
Na een jaar doen ze het nu zelf bij Djingel Djangel en dat is goed. Ik heb dat uiteraard graag gedaan, maar was misschien iets teveel bezig met te ontdekken artiesten en underground bands, omdat die me inderdaad het nauwst aan het hart liggen en die het (mezelf incluis) het hardst nodig hebben. Mensen willen soms wel iets nieuws ontdekken maar willen daar dan vaak niet meteen geld voor neertellen, het was en is geen makkelijke opgave. Zoals reeds gezegd vind ik de muziekwereld sowieso te geformatteerd geworden, te hokjes denkend. Als de huidige mentaliteit zich in de jaren 60 en 70 al had voorgedaan, hadden we wellicht nooit van notoire buiten de lijntjes kleurders als pakweg Hendrix, Beefheart, Zappa, Pink Floyd en Dead Kennedy’s gehoord. En we hebben in ons land een hoop talent dat zeker aan deze voorbeelden kan tippen.
Het is nu de Week van de Belgische Muziek. Geloof je in dit concept? Denk je dat hiermee onbekende Belgische bands/artiesten een breder publiek kunnen bereiken?
Het zou moeten ja, maar de realiteit is helaas anders. Vaak komt de massa-media niet verder dan de gedoodverfde Belpop iconen en dat mag uiteraard ook, elke aandacht voor de kleurrijke Belgische scene is toe te juichen. Maar er is zóveel meer dan die 80’s legendes. Na 2 jaar ook bezig te zijn met BMA (Belgium Music Addicts) en via Luminous Dash heb ik zoveel nieuwe kwalitatieve vaderlandse muziek ontdekt die amper boven de radar uit komt en dat blijft verdomd jammer.
Natuurlijk zijn er nog Willy Radio met o.a de M-Show van Marcel Vanthilt, WBRS, Radio Centraal, Kinky Star Radioshow op Urgent FM, Klara’s Late Night Shift, De Toots Sessies etc… die toch veel aandacht geven aan de omvangrijke Belgische onderbuik. Toegegeven, er is een overaanbod en dus moeilijker om het kaf van het koren te scheiden, maar die inspanning blijft toch de moeite waard. Ontdekkingsreizigers, check wat dat betreft gerust m’n Beste Van 2022 lijst voor Luminous Dash en daMusic mét de bijhorende dj-set (nog) maar eens en bij uitbreiding die van de voorgaande jaren. Alsook de BMA dj-sets op Mixcloud, de playlists op YouTube en Spotify en daar ook Belgium: C’est Oh La La La, Belgian Underground Sounds, Luminous Belge, DC Loves Belgian Music, …om er maar enkele te noemen.
Ten slotte, wat brengt 2023 voor jou? Nieuwe release? Nieuwe projecten?
Hopelijk weer veel liefde, passie, energie, empathie én een goeie gezondheid. De voorbije twee jaar heb ik zes albums met verschillende projecten op de nietsvermoedende mensheid losgelaten, en heb die mensheid en mezelf beloofd dat het in 2023 iets minder zou zijn 🙂 Het eerste muzikale wapenfeit van dit jaar is alvast m’n Fiets Is gepikt remix van de gelijknamige Groendienst single, een nieuwe band met enkele Fixkes leden en enkel digitaal uitgebracht. Tegenwoordig ben ik ook dj en selecta bij de jonge opkomende hiphop god Buffal. Check z’n shit! Voorts wil ik dit jaar dus graag meer podia zien dan opnamestudio’s zoals in coronatijd, en het ziet er naar uit dat dit voorlopig wel schijnt te gaan lukken. Alle gigs, updates, nieuws en links naar audio, video en tastbare merch via butsenzeller.be én de socials natuurlijk.
Facebook – Instagram – Bandcamp