25 liedjes van 25 artiesten? Gaan we de cirkel rond en gaan we ze één voor één belichten? Waarom niet, al was het maar omdat Hermanos Driesos voor de derde keer 25 topbands op één cassette samenbracht die één voor één genegeerd worden door de traditionele media. Waarom weten we ook niet, maar als je dit jaar één tape in je bezit moet hebben (naast de mixtape van diens Belgische collega’s sentimental) dan is het deze toch. En dan nog eentje in maagdelijk wit en omhuld door tientallen palmbomen. Soms kan niets beter…
Er wordt meteen van wal gestoken met een band uit Texas. Nog nooit eerder hadden we van Daphne Tunes gehoord. Zelf zien ze zich als de makers van iets wat ideale pop voor een zondag moet zijn. Klopt nog ook, Bagpacking kan gerust in je collectie tussen de platen van The Go-Betweens en het zachtere werk van The Replacements.
De tweede band komt alweer van over de grote zee. Doorbells uit New York. Alweer moeten we met rode kaken toegeven dat de naam ons niets zegt, maar dat dit éénpersoonsbedrijf psychedelische prachtpop maakt, staat buiten kijf.
Het eerste a-ha moment komt eraan met Poppel. Niet geheel toevallig, want de tapeboss van Gazer Tapes heeft naast een job bij Fake Indians ook een bijverdienste als gitarist bij het onvolprezen Poppel. De keuze viel op Don’t Wait. Eén van de mooiste liedjes van misschien wel de beste indiepopplaat van het jaar (Make Sense dus).
The BV’s. Het kon de ideale naam zijn voor een Vlaamse punkband, maar het zijn wel degelijk Duitsers. We hebben geen flauw idee of het woord BV in Duitsland ook een betekenis heeft, feit is dat deze jongens heerlijke donkere psychedelische pop maken.
Kloothommel dan maar. Niet uit Bremen of Baiersbronn, wel vijf jonge kerels uit Gent die amper twee minuten nodig hebben om te imponeren. Steek David Byrne en Ty Segall in één kot en je hebt iets als Slice Life Like Pie. Tamelijk dik ok dus!
Space Daze dan. Sommige artiesten leggen hun muziek uit door middel van de groepsnaam zoals deze Danny Rowland uit Seattle. Bedroompop met een psychedelische inslag, A Black Hole is het soort liedje waarvan ieder mens hoopt dat hij hetzelf zou geschreven hebben wegens simpelweg onweerstaanbaar mooi.
Ook kamermuziek maar dan wel uit Diest is Stoop Kid, het alter ego van Jens Rubens. Volgend jaar verschijnt de tweede ep op Gazer Tapes. Jinglejanglepop dat in uw haar blijft plakken, langs alle kanten is het wel hoekig, sommigen zullen er misschien zelfs het woord rommelig voor gebruiken, maar omdat er tegenwoordig al genoeg azijnpissers rondlopen: wat een song is dit!
Car Parts is het muzikale project van Stof Janssens dat we kennen door de ep Maharishi Worship die vorig jaar op cassette verscheen via Gazer Tapes. Uit die cassette werd Replacements Song gehaald. Iets langer dan één minuut duurt het slechts, maar sommige mensen hebben nu eenmaal niet veel tijd nog om te zeggen wat ze willen en dat nog voortreffelijk doen ook.
Voor Fierce Friend trok Dries naar Brighton. De bandleden hebben iets te maken met The Electric Soft Parade. Speelse, charmante indiepop dat wel iets heeft van de vroegere Belle & Sebastian (toen ze inderdaad nog goed waren).
Kassei is een band die beslist al is opgemerkt bij mensen die cafés betreden waar er al eens een heerlijk bandje op het podium durft te staan. Instrumentaal en gedoemd om als postrock door het leven te gaan, wat het wellicht ook is, maar let vooral op de uitstekende originaliteit van dit viertal. Muziek voor gitaarvirtuosen met een peperkoeken hart.
Pleased As Punch van Kookenhaken begint een beetje als de tune van Zorba The Greek (vinden wij toch!), maar voor je het beseft word je meegezogen in een treurende ballad vol smart. 16 Horsepower of Hugo Race is nooit ver weg… Knap!
Superkut. Als naam kan het tellen, en ook als muziek. Het begint als iets van Jean-Michel Jarre op, de 80’s-vibe wordt de hele tijd aangehouden en er is op deze DIY-elektropop met Nederlandstalige vocoders (jaja!) zelfs een Spinal Tap-achtige gitaarsolo aanwezig. Iets wat de doorsnee Bazart-fan zal haten als de pest, noem ons maar op slag verliefd.
Om de luisteraar van een stijlbreuk te besparen wordt het elan van Nederlandstalige pop verder gezet met Veelvraat, het minimalistische poëzieproject van Gert Vanlerberghe die we kennen van Ballonenvrees en Hersencellen. Wees er maar zeker van dat ook hier de meeste Bazart-fans (niet dat we iets tegen hun hebben) van zullen weglopen. Maar zeg zelf wie de zin “dansen alsof je pensioen ervan af hangt” kan verzinnen is een klein genie.
De tape omdraaien en een beetje achteruit spoelen (ja, ’t is iets moeilijker dan Spotify) en we komen bij Oro Swimming Hour uit. Een stel rare kwieten die het nooit zullen maken, maar wel geniale lo-fi spielerei uit hun instrumenten weten te toveren.
We hebben geen flauw idee wie of wat de Rangers zijn (vraag het aan Dries!), maar Baked Whale (inderdaad wat een titel!) is vier minuten heerlijke extravaganza, de perfecte balans tussen shoegaze en krautrock.
Ook William Delay is een naam die ons (cultuurbarbaren dat we zijn) niets zegt. Cassoulet heet het nummer, iets meer dan twee minuten en wat moet doorgaan voor drone-achtige muziek. Droommuziek voor experimentele durvers.
Anne Van De Star is één van de twee vrouwen van het Antwerpse duo Monomono, ook solo buigt ze zich over gedurfde, avontuurlijke elektronica. Trammel is een song vol duister en gevaren, monotone beats die je meeslepen naar iets donkers.
Eén van de bekendere bands op deze tape, ten minste als je kaas hebt gegeten van het betere Belgische werk, is Six Hands. In een ideale wereld ieders favoriete boysband, maar voorlopig blijft het steken op een Limburgs trio waar verdomd veel potentieel in zit. Instrumentale muziek die zowat alle kanten uitgaat.
Uit Londen komt dan weer Keel Her. Female lo-fi indiepop met zowel dromen als ballen aan boord, Cate Le Bon is nooit ver weg.
The Third Kind is ook zo’n Vlaamse bende die je maar beter in je boekje noteert. Geen onbekenden voor Gazer Tapes-klanten. Spaceheads Pie Vleugels (Buffoon) en Le Chef Tournel (Birds That Change Color) brouwen een heerlijk psychedelisch mengsel met zowel Spacemen 3 als Zappa-trekjes.
De ster van deze tape is natuurlijk R. Steven Moore die op deze compilatie present is met Cool Daddio. Deze Amerikaanse cultheld wordt vaak gezien als één van de pioniers van
de lo-fi/DIY-scene en gaat door het leven als de godfather van de homerecording. De man heeft naar schatting zo’n 400 albums uit en het zou ons ontzettend verbazen moest daar ook maar één slecht nummer bijzitten. Een genie dus, en een verdiende eer voor Gazer Tapes.
De frustratie loopt op naarmate de tape vordert want wederom zegt Outta Here ons niets, maar we zijn wel van slag van deze Durutti Column-achtige muziek.
Sprinters komt dan weer uit Manchester, en die hebben een plaat uit op Meritorio Records, het Spaanse label dat ook Make Sense van Poppel uitbracht. We weten niet hoeveel synoniemen er bestaan voor “wonderschoon”, maar deze Engelsen verdienen ze allemaal…
Kokoku is een éénvrouwsbedrijf dat zich net als Anne Van De Star verdiept in donkere elektronische klanken. Experimenteel bezwerend, en niet eens zo moeilijk.
Afsluiter is Head On Stone. Nog nooit van gehoord, zegt u? Komt wel verandering in, want dit is Nele Janssen achter de piano. Jawel, de frontvrouw van Peuk. At The Fire is één van de vier songs die we kennen van haar Soundcloud-pagina. Op dit project zweeft Nele tussen dromen van geluk en verdriet, muzikaal ergens tussen de speelsheid van haar heldin Lisa Germano en de waanzin van Daniel Johnston. De gedroomde afsluiter voor een avontuur van 25 ontdekkingen.