De teletijdmachine van Professor Gobelijn neemt ons mee naar 1993. Het is een jaartal uit de nineties, dus dat kan alleen maar goed nieuws zijn. Het was ook het jaar van de film Judgment Night en vooral die van de bijhorende soundtrack die een nieuwe revolutie predikte en in die tijd en nog steeds als blauwdruk gold en geldt voor crossoverplaten. Red Hot Chili Peppers en Beastie Boys waren al jaren bezig met het vermengen van rap en metal/rock geluiden. Judgment Night combineerde toen twee bands uit totaal uiteenlopende genres in één nummer en dat gaf onwaarschijnlijke vonken die nog voelbaar zijn. Velen na hen probeerden in die gouden voetsporen te treden maar werden helaas verzwolgen in oppervlakkige nu-metalschermutselingen en halfslachtige industialprobeersels. Every now and then spitsen we toch nog eens de oren want er zijn nog artiesten die de crossoverskills bezitten en er op de juiste manier mee uitpakken. Ghostemane is zo een artiest.
Ghostemane is geboren als Eric Whitney in volle grungetijd en groeide op in Florida met doommetal en hardcore punk. Als artiest combineerde hij vooral rap en nu-metal. Hij heeft zijn spookachtige naam niet gestolen want hij opereert vaak onder andere gedaanten zoals Baader-Meinhof, Swearr, Limsa Lominsa en GASM. Het is een productief baasje met zowat 15 albums en ep’s in vijf jaar tijd. Het in 2018 verschenen N/O/I/S/E werd uitstekend onthaald maar met het eind vorig jaar gelanceerde Anti-Icon heeft hij pas echt een straf album op zijn actief staan. De laatste maanden komt hij echter vooral in het nieuws omdat hij verloofd is met niemand minder dan Moriah Rose Pereira aka Poppy.
Ross Robinson zat achter de knoppen voor Anti-Icon en dat resulteert in een donker, penetrant geluid met stuwende drums en zware gitaren. Zet je schrap voor een huiveringwekkende en uiteraard compromisloze sound. Het occulte in metalkringen neigt vaak naar satanisme maar bij Whitney worden de harde gitaren vooral gestuwd door de fascinatie voor hekserij, sterrenkunde en new age.
Intro.Destitude zet meteen de toon als instrumentaal openingsnummer en laat zijn voorliefde voor black metal nog eens horen. Pompende industrial uit de stichtende leerschool van Trent Reznor wordt onversneden geserveerd in een authentiek Whitney-glas. Korn-fans komen zeker aan hun trekken als de Vagabond-registers opengetrokken worden. Beastie Boysgewijs wordt de rap tegen een compleet verstoorde en langs alle kanten rammelende ritmesectie gegooid.
Net als bij zijn lief, Poppy, gaan zijn video’s viraal. Het zijn miniatuur horrorfilms die nachtmerries oproepen. Lijken, maskers en chemicaliën zijn vaste ingrediënten. Het hoeft niet te verbazen dat de clips voor Lazaretto en Hydrochloride door Poppy zijn geregisseerd.
“(Moments away) From everything crumbling all around me, so show me the way” klinkt het in een hypernerveus Lazaretto dat fel aanleunt bij good old Prodigy. In Hydrochloride weerklinkt veel hoop. “You’ve taken all my doubts away. You took away all my problems.” Nochtans is dit een erg agressieve oplawaai. The Downward Spiral kronkelt zich als een duivel in een wijwatervat. Het zou zomaar kunnen dat de vrouwelijke hoofdrol in de bijhorende clip voor Poppy is weggelegd, maar het valt niet hard te maken. Waarom Whitney per se op Marilyn Manson wil lijken is ons sowieso een raadsel.
Net als bij Hydrochloride duikt het Nine Inch Nails-gevoel uitdrukkelijk op de voorgrond bij Sacrilege. Dat het overzicht soms zoek is werkt doorgaans opwindend maar hier is de chaos eerder onbehaaglijk. “If you don’t know me by now, I don’t want you to.” Een niet te missen sneer in AI. De albumhoes verwijst niet naar zijn naam of gezicht, je ziet enkel een onbehaaglijk aanvoelend masker alsof hij verwijst naar de weerwil om een ster te zijn en hij wat graag berust in de positie van een anti-icoon. AI is donkere electro die op een bedwelmende beat muteert tot zware industrial met woeste gitaren. Fed Up en Hellrap sluiten hier perfect bij aan en hebben iets van Young Fathers. Daar zijn de snelle militante raps niet vreemd aan. Heerlijke songs met een vleugje Cypress Hill in de nadronk.
Ghostemane muteert van de pure belichaming van een duivelse bedreiging en Rob Zombie-achtige sferen naar een onbewaakte menselijke vorm, iets met gevoelens. Dat wordt ondersteund door de prominente aanwezigheid van echte instrumenten, een stijlbreuk met het verleden. Pompende beats en uit de kluiten gewassen gitaarriffs borrelen tot het kookpunt in de pittige noiseketel die op het vuur staat te pruttelen. Zo klinkt The Winds Of Change erg warm en meeslepend. Een zacht voortglijdende gitaar en een zalvende percussie zorgen voor een aangenaam intermezzo.
De songtitel Melanchoholic is wel verdraaid goed gevonden. Een heerlijk opgebouwde spanning laat het nummer als een etterbuil uiteenspatten. Eén van de hoogtepunten toch. Subliem pianospel rondt het nummer fraai af. Calamity volgt met een spervuur aan pure hardcore punk. “I got your disease. Never wanted a part of it but now I’m down on my knees.” De meest creepy ondefinieerbare geluiden worden uitgebraakt in Anti-Social Masochistic Rage dat zo op de soundtrack van Lost Highway had gekund. Slotnummer Falling Down beperkt zich nederig tot een reeks akkoorden en een fluisterende troost biedende klaagzang. We durven denken aan een combinatie tussen Slint en The God Machine.
Thematisch en tekstmatig is dit een door covid-19 verkleurde plaat geworden want of de teksten nu over de lockdown gaan of niet, iedereen kan zich tegenwoordig vinden in ontboezemingen rond onzekerheid en mentale gezondheid. Ghostemane laat echter ruimte voor vertrouwen in een uitweg uit deze miserie. Zijn stembereik valt hierbij des te meer op. De ene keer hoog en ijl, een andere keer diepe rochelgeluiden uit de onderwereld. De nervositeit die de plaat in een wurggreep houdt, zorgt voor een filmische spanning maar maakt van het geheel geen hapklare brok. Een aaibare Anti-Icon met weerhaken. Het doet iets met een mens.