Je vriendelijke en mentaal instabiele buurman DIRK. is terug van weggeweest. Met hun eerste album album hebben ze behoorlijk wat aandacht getrokken. Deels door het feit dat het een knaller van een garagerockalbum was. Deels door de titel van het album. Een vleugje vreemd, maar je weet wel meteen waar je je aan kan verwachten. Namelijk een album. En deze naam houdt tenminste steek. Niemand in de band heet Dirk, so what’s that all about.
Waar album. de estafettestok losgelaten had bij late ’90s gouwe ouwe garagerock, pikt Cracks In Common Sense die gewoon terug op bij vroege 2000s altrock. De sound wordt wat gestroomlijnder en er gaat wat meer aandacht naar de melodie die de gitaar her en der naar voren duwt. Als je echter dacht dat “gestroomlijnder” ook “netjes en clean” betekent, dan zit je er behoorlijk naast. Het is en blijft DIRK. en we zijn heel blij om dit nog steeds zo karakteristiek te horen op deze plaat. Dissonant gitaarspel, schreeuwen tot woorden niet meer herkenbaar zijn, teksten die geen blad voor de mond nemen… het zijn allen dingen die ons in de eerste plaats fan gemaakt hebben, en allen dingen die ze nog steeds omarmen.
Na een intrigerende intro die naar DIRK.-traditie zeer toepasselijk getiteld is, komt een nummer dat meteen duidelijk maakt wat het album in petto heeft. Counterfeit kon zo Jimmy Eat World uitdagen voor een plaatsje in de hitlijsten. Nu hoef je niet te nostalgisch worden, want ook anno 2020 doet DIRK. het meer dan goed. Zo zijn ze de eerste band ooit die tegelijkertijd drie singles in Studio Brussels De Afrekening had (Hit, Stay Indoors en Artline), waarvan Hit drie weken lang op #1. Was deze (wederom) toepasselijke titel een sneer naar de voorspelbaarheid van hitjes, of puur zelfvertrouwen in hun kunnen? We kunnen er maar naar gissen.
Naast Hit werd ook Artline op voorhand ontsluierd. Een nummer dat de ondertussen vastgeroeste heupen van al dat telewerken meteen losbreekt. De opzwepende drum en gitaar doen je headbangen, en wanneer de stem volledig ontspoort in schreeuwen, ontspoort het headbangen volledig tot je kot afbreken. Het is meer dan duidelijk waarom ze dit nummer gekozen hebben om hun album op voorhand te promoten.
De gitaarriff op Golly neemt dan een compleet andere wending. Over het algemeen is de sound van heel het album zeer consistent (net zoals dat bij album ook het geval was), tot aan dit nummer dan. De intro heeft haast wat weg van Ventilateur, maar dan veel bijtender en venijniger. Pas als Jelle de bas aanslaat in het refrein vloeit de DIRK.-sound door je koptelefoon.
Come On TV klinkt dan weer als een mentaal instabiele huisrat die een speech geeft tegen de televisie in een slecht geïsoleerde kamer. De lijn “your bullshit turns me off” is een uitermate bondige beschrijving van velen hun sentiment in tijden van media-oververzadiging. Vlak daarna komt de jaren 2000 nostalgie zo terug met Toulouse, dat klinkt alsof het een nummer kon zijn dat Sum 41’s album Does This Look Infected? (2001) kon halen. Pastime experimenteert met afwisselende 4/4 en 7/4 ritmes.
Afsluiten doen ze door de metronoom ferm naar beneden te draaien. De zachte ballade Mother slentert op die manier in de voetsporen van Fuckup op album, maar daar stopt de gelijkenis. Fuckup had nog een explosief refrein en ongelofelijke straight-forward tekst. Mother daarentegen wiegt je zachtjes heen en weer, en God weet wat bedoeld wordt met de lijn “I didn’t kill my mother. Whose side are you on?”
Cracks In Common Sense is een zeer stevige en consistente plaat en verstevigt de positie van DIRK. wederom als begeerde artiesten. Er wordt een stap vooruit gezet op het vlak van productiekwaliteit, melodieën vooruitschuiven en verdelen over instrumenten en ook met ritmes gaan ze wat creatiever te werk. Het samenspel is sterker dan de no-bullshit, recht-vooruit garagerock die album was. Een tweede plaat is altijd moeilijk, maar op onze muziekschool is DIRK. geslaagd magna cum laude.
En nu gaan we nog maar eens onze speakers doorblazen met Artline.
Facebook / Spotify / YouTube / Site