Tekst : Hendrik Hindrex
Foto’s: Chris Ford
Een project van Bert de Coninck is altijd nieuws. Goed nieuws in dit geval. Vier nummers. Nog twee songs op komst. Vier keer topkwaliteit van het trio Château Clochard, uitgebracht op Bandcamp.
De bandleden zijn de Britten Chris Ford, Scoob en de Sugarman van de Belpop Bert De Coninck. De liedjes werden geschreven en opgenomen door De Coninck in 2018 in het zuiden van Portugal. Vervolgens gingen Chris Ford en Scoob er danig mee aan de slag in Somerset.
In het hippe redactielokaal van Luminous Dash zijn we het één en ander gewoon, maar het gemak waarmee de teletijdmachine ons met het nummer Little lizard naar pakweg 1968 katapulteert zou zelfs professor Barabas paf doen staan.
Dit keer niet het rafelige geluid van The Woodbines, het andere project van Bert de Coninck. De lizard verandert al snel in een alligator. Wedden dat Brian Jones somewhere goedkeurend knikt voor deze psychedelische stijloefening? Chris Ford en Scoob deden magische dingen met de lizard!
Ook met Gaza lullaby haalt Bert de Coninck makkelijk het niveau van zijn legendarische lp Crapule de luxe. Even snedig en kritisch. Onversneden rock-‘n-roll, en vooral helemaal geen slaapliedje.
In het derde nummer Jean Claude Et Moi tapt Château Clochard uit een ander vaatje. Het werd een Franstalig chanson over zijn alter ego en het bohémienkarakter van Bert. Zelfkennis! Knap nummer waarbij de twee Britten zich inhielden. Wèl scoren ze ook hier met een sobere maar fraaie outro.
Chocolate Horsey is een song over eetbare Lusitano’s om van te snoepen. Maar omdat de bewoners van de clochardburcht ons graag op het verkeerde been zetten, vroeg ik toch maar om een woordje uitleg over dit en de andere nummers van Château Clochard.
Dag Bert, hoe zit het met de lizards in de Algarve?
(mijmerend) Over Little Lizard kan ik enkel het volgende zeggen: ik zie een hagedis op de muur van mijn muziekkamer. Als het echt heet is, dringen ze je huis binnen. Dan begin ik te fantaseren. Je moet weten dat die beestjes soms van de honger flauwvallen. En dan met een vettige smak op de stenen vloer ploffen… Vandaar ‘please don’t fall’. Fantasy is my aeroplane. Le Petit Prince is nog altijd één van de beste verhalen ooit geschreven, volgens deze jongen. L’imagination au pouvoir. Et pour les Flamands la même chose.
Gaza Lullaby ? De Palestijnse zaak ?
Gaza Lullaby heeft uiteraard te maken met het Palestijns drama. De tekst vertolkt de frustratie en de woede van een jonge Palestijn die niet kan slapen. Het is een statement, een humaan statement, geen politiek pamflet. Ik haat godsdienst én politiek en heb geen zin om een polemiek te beginnen, maar de waarheid heeft haar rechten: het Palestijnse volk leeft al decennia lang in quarantaine en miserie. Het is dus een boos slaapliedje voor een slapeloos kind, meer niet.
JC et moi werd uiteindelijk Jean Claude Et Moi. Wie is de JC in het nummer? Ik ken er maar één: JC Roosen van de punkband – onthou die naam – The Nutters.
Als je je afvraagt wie de JC is… Hier enkele mogelijkheden: John Cale, Jan Cremer, Joe Cocker, John Crombez, Johnny Cash, Julien Clerc, Julius Caesar… Het is een bitterzoet verhaal over het leven van iemand met een gespleten persoonlijkheid. Nous on est trois. We zijn met drie, maar ik ben een schizo. Dus niet J+C+moi. Je suis toujours á deux. JC + moi = 3. Snappie ?
Chocolate Horsey? Knap nummer, waarover gaat het ?
Een Polanskeske nachtmerrie over een koppel weirdos met als decor een château en een meer. Een Engelstalige katvis (een verwijzing naar het liedje De Katvis uit de lp Crapule De Luxe nvdr). Alle macht aan de verbeelding, once again.
Hoe verliep de opname eigenlijk?
Chris kreeg op bezoek bij m’n maat Rik (Mullender, bassist van The Woodbines nvdr) tijdens onze repetitie een paar van m’n recente, eigen songs te horen. En hij was meteen verkocht. We hebben alles super relaxed opgenomen in mijn music room. Twee dagen intensief, toegewijd en ontspannen werken aan een droom. Scoob heeft technische wonderen verricht. Fordy deed de rest… en hoe! Respect. Toen hij, terug thuis in de UK, aan het toveren ging met opgenomen materiaal, heb ik hem op het hart gedrukt dat hij alle tijd in the world had en… ‘slow is beautiful’. Dat heeft gewerkt en ik ben meer dan blij met songs.
Dag Chris Ford, vertel…
Ik voelde magie in de composities en de performances van Bert. En hij heeft dus ook dat vakmanschap dat langzaam verdwijnt uit de moderne muziek. Hij heeft ook een punk spirit en een hippie hart. Een verwante ziel met Scoob en mezelf. Zijn muziek had ook dezelfde ziel als die van onze favoriete artiesten zoals Captain Beefheart, Lee ‘Scratch’ Perry, Leonard Cohen. Ik was meteen geïnspireerd door de opnames van Bert, maar we hebben grote zorg besteed aan het inkleuren van de liedjes. Het was een geweldige ervaring om met Bert te werken, ook al hadden we maar een beperkte tijd voor de opname. Na twee jaar van bellen en mailen hebben we ons doel bereikt. Ik ben erg blij met het resultaat. Het was ‘transatlantic telepathy’.
Chris, kort even iets over je muzikaal verleden?
Fordy en Scoob maken al sinds hun jeugd samen muziek, geïnspireerd door anti-establishment en dada-esque artiesten en kunstenaars. Met de band Brontosaurus Flex maken we al 20 jaar outsider music.
Eigenlijk maak ik al sinds de jaren 80 muziek. Eerst metal met o.a. Electric Cowboys. Later in de jaren 90 speelde ik in funkbands en psychedelische en indiegroepen zoals The Petrie, The Raging Balls, The Natives, Lemonade Hand Grenade. Nog later begeleidde ik de dichteres Wendy French en begon ik met Vince Ray de rock- en psychobillygroep The Vincent Razorbacks. Tegenwoordig speel ik ook in de coverband The Garden Club. Tussendoor heb ik honderden liedjes opgenomen op harddrives, cassettes… Mijn eerste ervaring met music software dateert alweer uit 2000 met het album Reclaim Your Brain van OB, dat waren Chris Reeves en ikzelf. Meer werk van mij staat op Soundcloud onder de naam Fuzzyford. Tussendoor ben ik grafisch ontwerper.
https://chateauclochard.bandcamp.com/music
Lees ook het interview met Bert de Coninck (Belpoplegends)