Blind Io is een internationaal improkwartet opgericht door drummer Teun Verbruggen. Het viertal verkent op hun eerste elpee Pillars of Creation het boeiende samengaan van drums/percussie, elektronica, piano en sax.
Genoemd naar Io, het lief van de Griekse god Zeus die haar in een koe veranderde, bestaat het ongewone kwartet uit muzikanten met diverse achtergronden. De Japanse elektronicawizzard en klankentapper Ikue Mori ken je misschien van John Zorn. De Duitse Ingrid Laubrock speelt onder meer met gitarist Nels Cline. En pianovirtuoos Bram De Looze speelde eerder onder andere bij Mark Feldman en met Verbruggen in het ensemble Chasing Penguins.

Het woord “impro” jaagt sommigen de gordijnen in met schrikbeelden van urenlange notenneukende gitaristen en pianisten. Maar vreest niet, vrienden. Blind Io is helemaal anders.
Het album begint stil, bijna onhoorbaar, alsof de muzikanten met elkaar kennis maken. Beetje bij beetje vullen en kleuren ze de muziek in, tot een hoogtepunt, waarna de klanken een voor een uitsterven.
Daarna is het met Windle Poons de beurt aan het klankexperiment. De sax klinkt niet als een sax en de mysterieuze elektronica van Ikue Mori wordt bijzonder knap geweven doorheen het stuk, bijna transcendentaal.
Aangedreven door een baspiano en wilde, funky drums lijken we met Miss Flitworth te belanden in een spannende scene uit een 1970’s policier. Daarop volgt Vira, waarbij het lijkt alsof we door een Japanse tuin wandelen die stilaan verandert in een stad om dan terug het meditatieve op te zoeken. De stilte is nooit veraf.
Ook in Bary Center onderzoekt het kwartet de stilte. Elektronica en trage pianoakkoorden en een rommelende tom maken er een spacey trip van, waarbij de ruimte tussen de instrumenten lijkt verdwenen. Ambient zoals je nog nooit gehoord hebt.
Raudra wordt opgejaagd door een zenuwachtige piano, terwijl drummer Verbruggen het ene na het andere salvo lost. Een sax brengt verlossing en alles wordt kalm. Lockman Hole begint met een frivole sax en wordt steeds meer opgestuwd richting beheerste chaos en climax. Het korte Shringargaat met jungledrums en fluisterende elektronica richting oerwoud.
De rustige afsluiter Quirm College eindigt waar de plaat mee begint: stilte.