Er wordt veel geschreven over Whispering Sons, volgens sommigen zelfs téveel. Ze krijgen dan ook labels opgekleefd als: een hype, een Sisters Of Mercy kopie… Voor anderen is deze band dan weer het van het. Ook in andere landen begint men stilaan warm te lopen voor dé postpunkband van het moment. We gingen nog eens checken of al die hetze rond Whispering Sons eigenlijk wel gegrond is.
Het voorprogramma werd verzorgd door The Germans, een band waar heel wat minder over geschreven word maar die zeker alle aandacht verdient. Het vorige maand verschenen album Sexuality is dan ook erg sterk. Door hun eigenzinnige mix van krautrock, jazz, psychedelica, dub, elektronica en “allround weirdness” is dit viertal niet in een vakje te steken en daar houden we wel van. We waren benieuwd of ze de bijzondere songs van Sexuality ook live zo knap konden brengen.
Ja, dat kunnen ze! The Germans gaven ons een indrukwekkende trip door hun oeuvre. Ze openden met vogelgeluiden en lieten die overlopen naar het new age achtige Greek Flutes. We kregen nog meer werk uit het nieuwe album met Bronzen Tablae, That Was Months Ago, La Sexualidad, het stomende William, Los Germanos en Fine White C. Het psychedelische Lonely Kid van Morther Sings In Front Of The House en het groovy Are Animals Different waren de twee oudjes op de setlist.
In drie kwartier gooide de vijfkoppige band alles door een mengelmolen en zette iets ongelooflijk strafs neer. We hoorden flarden Sonic Youth, gemixt met Aphex Twin soundscapes en een laag krautrock erbovenop. The Germans boeiden ons van begin tot eind.
Het grootste deel van het publiek kwam voor de hoofdact van de avond, en dan merk je dat de zaal vooral gevuld is met veertigplussers die blijkbaar wat heimwee hebben naar de jaren tachtig. Want het valt moeilijk te negeren dat Fenne Kuppens en co de mosterd uit de hoogdagen van de new wave/gothic hebben gehaald. Op zich niks mis mee, maar wat maakt Whispering Sons anders dan een andere postpunkband?
Het enige antwoord na dit optreden blijkt dan toch de frontvrouw te zijn. De songs zijn op zich geen echt straffe composities. Je hoort veel drumgeluiden en gitaarriffs van wave bands uit de jaren 80. Maar Fenne tilt de nummers naar een hoger niveau omdat ze zich volledig en vol overgave smijt, en dat maakt indruk.
Al bij al voelt het toch wat aan als een trip down memory lane, zoals Gavin Friday het dertig jaar geleden zong met zijn Virgin Prunes. Voor diversiteit en originaliteit moesten we eerder bij The Germans zijn. En ja, misschien is er al teveel over Whispering Sons geschreven…