Woensdag te gast in Django, buurtcafé en groothandelsmarkt in sociale cohesie in 9040 Gent/Sint-Amandsberg; het trio Ohio Mark. De Antwerps-Gentse muzikale samenwerking gaf er – met gevoel voor melodie, bakken reverb en distortion – het beste van zichzelf voor een goed gevuld huis. Wie te laat arriveerde, kon nog het best uitwijken naar het halfopen op de bovenverdieping. Voor een panoramisch uitzicht op de sonische draaikolken die de band vol overtuiging produceerde.
Ohio Mark heeft sinds de begindagen (2018) zijn wagentje duidelijk op de shoegaze parking gezet. Netjes parkeren binnen de lijntjes van het genre heeft er echter nooit ingezeten. De band maakt het verschil door een gretig gebruik van synths en drumcomputer om de gitaargolven te begeleiden. Maar ook door zichzelf beperkingen op te leggen. Versta: geen grenzeloze gitaarwaaiers of extra large klanktapijten zonder begin of duidelijk eind. Wel even korte als krachtige uitbarstingen.
Tien wervelwinden van songs op het menu woensdagavond; de zes tracks van de vorig jaar uitgebrachte ep Whoever, een selectie uit de eerste ep Exotism (2019) en de single Frida die tussen beide ep’s de wereld werd ingestuurd. De ‘best of so far’ werd afgehaspeld in verrassend korte tijd en zo te zien in opperste concentratie.
Het eerste teken van leven tussen de nummers door kwam er pas met het einde in zicht. Daarvoor hadden Class of ’88 en het melancholisch zwevende In Utopia, fragiliteit op orkaankracht, de beste indruk gemaakt.
Geen bisnummers na het uitstekende tweeluik Horses en Whoever, de titeltrack van de laatste ep. De storm ging liggen, het punt was gemaakt, het was goed geweest.