Eind 2017 stelde hij zijn debuut voor. Een mix van je grootmoeders favoriete slows en de beste bluesplaten van je zatte nonkel. Zo omschrijft Lee Anderson oftewel Leander van het Groenewoud zichzelf. Wij houden het op breekbare folk met een tintje blues, die troost biedt aan alle eenzame of hartgebroken zielen. Feit is dat Leander zich de voorbije jaren ontpopt heeft tot een meer dan behoorlijke singersongwriter en multi-instrumentalist. Hij heeft duidelijk de juiste genen geërfd.
Ondertussen heeft hij een nieuwe vinyl uit. Live omringt Lee zich regelmatig met enkele vrienden maar vanavond staat hij alleen op het podium met akoestische gitaar en mondharmonica. Opener Out Of Juice zet de toon en kunnen we het best omschrijven als een mannelijke versie van Suzanne Vega. Tijdens Big Potatoo en Pitiful Boy doet hij ons zelfs wat denken aan een jonge Chris Martin. Een troubadour met zoetgevooisde stem en pure muziek met diepzinnige, uit het leven gegrepen teksten waarmee de luisteraar zich kan vereenzelvigen. Het breekbare In Love is groots in zijn eenvoud.
Van het Groenewoud bespeelt zijn gitaar als een echte virtuoos en vult de zaal moeiteloos in zijn eentje. Jammer dat er niet meer opkomst is in de foyer, ze weten niet wat ze missen. To Give Love kerft erin met scherpzinnige teksten als ‘in this shitstorm we call media and adulthood destroys everything. I just want to give love’. In Joyeus Times haalt hij de mondharmonica boven met een onvermijdelijke Dylan folksfeer als gevolg. Reflecteren over falen en het nemen van eigen verantwoordelijkheid doet Lee Anderson in afsluiter Shame On Me en grijpt ons naar de keel. Het is weliswaar een cliché maar deze avond echt wel van toepassing: less is more. Geen grootse nummers en een episch live optreden maar een eerlijke liveperformance van een oprechte artiest met mooie luistermuziek en zalvende woorden die onze volledige aandacht opeisen en doordringen in hart en ziel.
Hoofdprogramma Ian Clement ken je wellicht als frontman van het stonertrio Wallace Vanborn, maar ook van The Very Very Danger. Op 22 februari verscheen zijn tweede soloalbum bij Dox Records, een goeie vijf jaar na de eerste soloplaat. Hij schreef dan ook alle nummers op het album. Clement is een getormendeerde ziel. Zijn songs zijn een reflectie van zijn psychoses, innerlijke demonen en opname in de psychiatrie en het bijhorende verwerkingsproces. Samen met Te Gek!? gaat de zanger trouwens dit voorjaar op pad om de taboes rond mentale stoornissen te doorbreken.
De set wordt een mooie afwisseling met songs uit debuutalbum Drawing Daggers en het nieuwe See Me In Synchronicity. Uit het nieuwe album onthouden we vanavond vooral setopener Turtle & Crow dat gebaseerd is op één van zijn waanbeelden tijdens zijn verblijf in Californië die hem een beklemmend, angstig gevoel bezorgen. Clement weet ook live dit gevoel perfect weer te geven in dit sinistere nummer. We krijgen een heerlijk langgerekte spanningsboog gecreëerd door de opjagende drums, een mesmerizende gitaarhook en de griezelige elektronische geluidseffectjes. Het aanstekelijke Run That Mile doet live wat het moet doen met meeklappen en hoofdknikken als gevolg.
Na een klein ‘technisch’ probleem met het stemmen van de gitaren wordt het delicate Some Would Say ingezet. Met een rustige start op akoestische gitaar en het gracieuze geluid van de cimbalen breekt het open tot een stevig rocknummer. Vanavond klinkt het nummer iets rauwer dan de opgenomen versie. We kunnen ons voorstellen dat dit een moeilijk moment is voor de zanger. De Gentenaar schreef het naar aanleiding van het overlijden van zijn vader, wat dan ook de intense, breekbare uitvoering verklaart. Een kippenvel-momentje.
De schitterende live-versies van singles Hardly en Sidewinder geven ons een lichtjes psychedelisch gevoel en we moeten spontaan aan The Doors denken. Vocaal doet de klankkleur van Ians stem ons dan weer denken aan Johnny Cash! Een donker, melancholisch timbre vol doorleefde emotie dat onder je huid kruipt. Je hebt zo van die nummers die gewoon gemaakt zijn om live te brengen. Voor ons is dat Dance Like Love. Die funky bluesmelodie, sublieme gitaarriff in het refrein, heerlijke bas en een soulvolle vibrato in de zanglijn zorgen voor puur luistergenot in de foyer van Het Depot.
Uit het debuutalbum Drawing Daggers schotelt de band ons het met krautrock getinte The Hammer And The Nail voor. Eén van de pareltjes uit zijn debuutalbum. Het grootse arrangement, de synthmelodie en subtiele soundscapes gecombineerd met magnifiek gitaarwerk creëren een Portishead meets Morricone-sfeer. The Great Escape bouwt gestaag op en mondt uit in een schitterend gitaarduel tussen Ian en zijn tweede gitarist goed voor een zalig oorgasme. Het laatste nummer kondigt de zanger aan als een ‘gouwe ouwe’: Little Knife. Met het afwisselend tempo en sobere maar meeslepende melodie en Ian op de akoestische gitaar eindigen we in schoonheid. Het publiek blijft toch vragen om meer en Clement komt alleen terug het podium op voor een ingetogen versie, inclusief de vogeltjes in zijn hoofd, van The Last Overhaul uit z’n debuutalbum.
Live zijn een aantal nummers iets pittiger en robuuster dan op plaat en dat maakt het net zo interessant. Het werd een avond vol meeslepende en ontroerende soms sombere maar ook krachtige muziek. Een perfect parcours was het niet. Hier en daar wat akkefietjes en een valse start maar laat dat nu net de charme zijn die ervoor zorgt dat ze een geloofwaardige liveset brengen.
Ian Clement is een getormenteerde muzikant die ons deze avond in het diepste van zijn ziel liet kijken en luisteren. We kunnen hier alleen maar bewondering voor hebben. Hij is zonder twijfel een authentieke rasmuzikant omringd met topmuzikanten op het podium. Waarom deze artiest niet meer aandacht krijgt, kunnen wij niet vatten. We kunnen liefhebbers van het betere muziekwerk alleen maar aanraden om als de bliksem tickets te bestellen voor deze intens mooie livebeleving.
Ian Clement en zijn band kan je aan het werk zien:
09/04 – Nosta, Opwijk
11/04 – Minard, Gent
02/05 – Pand.A, Kortrijk
23/06 – Stadsmuzikantenfestival, Tongeren.