Voor de veertiende keer alweer opende Muziekcentrum Trix dit weekend zijn deuren voor het Showcase Festival We Are Open. Op maar liefst 6 podia werden zowel jonge, beloftevolle als al wat gerodeerde Belgische bands en muzikanten in de spotlight gezet.
Soft Boy, de Gentse band onder leiding van Xander Hamelton, leerden we voor het eerst kennen in 2019. Intussen heeft de band al een hele weg afgelegd. Vorig jaar kwam het debuutalbum This Took a Long Time uit. Soft Boy brengt een friszoete mix van harmonieën, humor en wervelende grooves. Bedroompop met een hoog knuffelgehalte met invloeden van Beach Boys en Gorillaz.
De Kelder bleek vooral een broeiplaats voor hedendaagse electronische exploten, gaande van r&b, hip-hop, breaks en de heropleving van de rave/gabber feesten. De eerste band Mia Lena was allsebehalve donker en kil. De spontane franstalige meid wist zelfzeker het publiek te verwarmen met mooie pianostukjes, begeleid door verfrissende beats. We hoorden een Angele met wat meer haren op haar lijf.
Ook de opvallende verschijning Stace boven in de Club wist onze oren te zalven door haar prachtige soulstem en verfrissende r&b. De minimale inbreng van synths en bass maakte het plaatje af. De Brusselse bracht vorig jaar haar debuutep Green Onyx dat ze zelf opnam en producete.
Ronker pakt je bij je nekvel en laat je alle hoeken van de kamer zien. Scheurende gitaren, beukende drums en massa’s energie die ook het publiek niet onberoerd laat. Het café zat afgeladen vol voor deze band vol gitaargeweld.
De Belgisch-Portugees-Kaapverdische zangeres-rapper Blu Samu staat garant voor een intuïtieve mix van hiphop en soul. De nieuwe sensatie in de Belgische hiphopscene zweepte de zaal op met haar groovy tunes en zwoele teksten.
Het kleine podium boven in de Bar werd overrompeld toen de Brusselse band Ada Oda hun verfrissende en energieke sound op het publiek afvuurde. Met ex-leden van onder meer BRNS, The Tellers, San Malo en Alaska Gold Rush waren onze verwachtingen uiteraard hoog maar werden moeiteloos ingevuld door opwindende indie-rock en geile postpunk, aangedreven door de Italiaans-zingende frontvrouw.
Het Café op gelijkvloers gaf vooral plaats voor de betere post-punk-metal en noise bands. Zo ook Marcel, dat bij het label Julia Camino zit, van ex-zanger-gitarist Damien van It-It-Anita. Hun slepende post-punk raasde van begin tot einde door, met een charismatische zanger die ons aan Protomartyr deed denken. Zijn lange winterjas werd al snel vervangen door de grappige inbreng van de kazoo en een onhoorbare tamboerijn.
De energieke jonge band Meltheads is niet meer weg te denken uit het muzieklandschap. Vorig jaar stonden ze nog keet te schoppen in de bar. Nu vullen ze de grote zaal. Frontman Sietse Willems pakt het publiek in met zijn energieke verschijning. De band heeft intussen al een behoorlijke fanbase opgebouwd en staat bekend om hun ijzersterke liveperformance.
Mayorga brachten een dromerige mix van lo-fi indie pop met flarden Beach House op de achtergrond.
Terwijl we Egidius het publiek hoorde opzwepen met donkere technobeats en dromerige synthgeluiden zakten we af naar een van de hoogtepunten van de avond. De ietwat vreemde bandnaam Nikitch & Kuna Maze wist onze heupen onmiddellijk te doen bewegen met hun aanstekelijke mix van avant-jazz en prettige funk in de genre van Stuff. en Vulfpeck. De hoorbaar geschoolde muzikanten verblijdden duidelijk het publiek mede door het zeldzame, aanstekelijk gebruik van de dwarsfluit.
We keken vervolgens met velen uit naar de passage van het Limburgse prog-noise trio Heisa in de Club. De band weet al enkele jaren een schare fans te verzamelen met hun eigenzinnige sound gaande van excentrieke powerriffs tot bedwelmende mantras. Het eerste, nieuwe nummer was meteen raak en nam ons mee op een stomende set waarbij we alweer verbijsterd achterbleven door dit unieke, haakse gezelschap.
Na de heerlijke Heisa-trip zakten we een laatste keer af naar benedengronds voor Kleine Crack & Slagter. De vette, duistere industrialbeats en de boze, doch grappige rimes schoten naar alle kanten en maakten hun naam waardig. Die ruige, spuwende flow wist ons zeker te pruimen.
Afsluiten deden we met het Limburgse 30,000 Monkies. Al jarenlang zijn ze een onderhuidse infectie dat af en toe zijn noise-puss uitspuwt. Hun set bracht ons eerst terug naar de hardcore-scene van de jaren 90 maar naarmate hun set vorderde hoorden we wijdse flarden doom-metal en uitgesponnen ambient-riffs. Een zwaarmoedig, doch bevredigend einde van een boeiende en gevarieerde eerste avond in de Trix.