Schrijven en muziek zijn de rode draden door het leven van Jasper Van Loy. Na omzwervingen bij Veto, Knack Focus en Studio Brussel is hij nu cultuurjournalist bij De Morgen en HUMO. Daarnaast zet hij zijn eerste stappen op TikTok en heeft hij een eigen, wekelijkse nieuwsbrief op Substack: The Notes in My Ears. Dus ja, Jasper, wat is volgens jou de beste Belgische muziek?
Jasper: “Omdat Luminous Dash een traditie heeft in het aanprijzen van nieuwe, bij voorkeur spannende Belgische muziek, heb ik me beperk tot platen die zijn uitgekomen sinds ik ben beginnen te werken als muziekjournalist, nu zo’n negen jaar geleden. Voor elk jaar, het huidige inbegrepen, koos ik er een. U hebt mij immers niet nodig om te weten dat u het debuut van Gorky, ’s Nachts Kouder Dan Buiten van De Kreuners briljante platen zijn.

Belgica (Original Soundtrack By Soulwax) (2016)
De film van Felix Van Groeningen heb ik nooit gezien, maar de plaat die de broers Dewaele ervoor schreven vind ik met het jaar alleen maar beter. Voor mij is het Belgische muziek ten voeten uit: groot talent in een klein land dat elkaar vindt door gewoon de straathoek om te gaan. In de groep White Virgins hoor je Hanne Torfs van Fortress en Stefanie Mannaerts van Brutus, The Best Thing laat Charlotte Adigéry horen lang voor haar werelddominantie, er is een drumbattle met Lander Ghyselinck van STUFF., Kenji Minogue gaat aan de italo-disco… één groot zoekplaatje voor de Belpop-nerd.
CHANTAL ACDA – Bounce Back (2017)
Noem het beroepsmisvorming, maar ik laat me soms echt nog overtuigen door een goed interview om de plaat te kopen. De casus betreft hier het gesprek van Jonas Boel met Chantal Acda in Knack Focus, waarin ze zich aan de onwetende luisteraar – in casu: aan mij – openbaart als een paardenmeisje en een devote fan van achtbanen. Op het einde van dat jaar mocht ik haar zelf interviewen en leerde ze me zo mijn favoriete plaat aller tijden kennen: Illinois van Sufjan Stevens.
CATBUG – Universe (2018)
2018 blijkt qua Belpop naar mijn smaak het magerste jaar uit mijn carrière te zijn, en eerlijk gezegd was ik drie jaar later pas echt mee met Catbug na Slapen in een hunebed, maar achteraf raakte ik ook verrukt door haar debuut, eentje voor folkies, frutselaars en andere frêle zielen.
ROMÉO ELVIS – Chocolat (2019)
Volgens de geruchten heeft Roméo Elvis zijn voornaam laten veranderen naar ‘Frère’ en zijn achternaam naar ‘d’ Angèle’, maar zes jaar geleden was hij op zijn absolute hoogtepunt qua populariteit en creatieve breedte. Malade was stadionhiphop op z’n Amerikaans, Soleil had altijd een zomerhit moeten zijn, in La Belgique Afrique rapte hij zo conscious als maar kon en geen kat die nog weet dat er zelfs een duet met Damon Albarn op die plaat stond.
IF ANYTHING HAPPENS TO THE CAT – Kingdom Of Roots (2020)
Is eind augustus een goed moment om een kerstcadeau te manifesteren? Zo ja, dan graag nieuwe muziek van deze schandalig onbekende indie-postrockgroep uit Gent. Zo krachtig, zo nijdig, zo standvastig – fans van Madensuyu, Kapitan Korsakov en Clouds Indoor moeten dit kennen of leren kennen. Dat Kingdom of Roots sinds een tijdje weer op Spotify staat, nadat de Zweedse graaiers IAHTTC maandenlang om allerlei schimmige redenen hadden geweerd, is al een goed begin.
JAN SWERTS – OUD ZEER (2021)
De Limburgse bard wordt vereerd onder liefhebbers van minimalistisch klassieke singer-songwriters, en ik kan het weten, want ik ken alle acht die liefhebbers. Elke derde donderdag van de maand komen we samen in café Max Richter, wippen we zwijgend de kroon van een Duvel en luisteren we met even weinig woorden naar Het Onbekend Nadezen. Als mijn tijd gekomen is om dat nadezen te bezoeken, graag een plaatje van Jan Swerts aan mijn kist.
CHARLOTTE ADIGÉRY & BOLIS PUPUL – Topical Dancer (2022)
Het buitenlandse succes van dEUS kenden we, net als dat van dance-acts en dj’s allerhande, maar een hippe indie-elektronica-act die zich hoog in de Pitchfork-punten opwerkt, dat was voor mij onuitgegeven. Een plaat die vanaf de eerste luisterbeurt als één aanvoelt, bij elkaar gehouden door Belgische humor, Dewaeliaanse beats en kwink geslagen maatschappijkritiek. Een mijlpaal!
DIRK. – Idiot Paradise (2023)
Als dit binnen een paar jaar, na nog veel moois van Dressed Like Boys, de laatste plaat van DIRK. zal blijken, dan mogen Jelle Denturck en zijn gabbers trots zijn. Van de drie die ze er maakten, klinkt deze het best, zijn de riffs het plakkerigst en blijven de teksten het langste hangen. Niet onbelangrijk: Alarms, het beste nummer dat DIRK. ooit maakte, staat hierop. Zacht beginnen, openbloeien op één snaar, alles kapot, klaar.
CRACKUPS – Plexi (2024)
Ik heb mij lang ingehouden, maar hier zijn we ermee: ik ben van de Kempen. Ik bezocht als tiener weleens punkshows in de Kempen en dus zijn de Crackups samen met de Priceduifkes mijn absolute helden. Na een lange pauze namen ze enkele jaren geleden het plectrum weer op en sindsdien is wat ze maken wat minder ruw, maar wel rijker van klank en ideeën geworden. Met S.A.T.A.N. staat er zelfs een meezinger voor het hele gezin op!
FULCO – Het Vermoeden (2025)
U kent hem als toetsenist bij onder meer Beraadgeslagen, maar solo ontpopt Fulco Ottervanger zich tot een liedjesboer in de traditie van Boudewijn de Groot en Bram Vermeulen, met teksten als volle rijst, die beter smaken te meer je erop kauwt. Let maar eens op hoe hij in Grote Broer in elke strofe met een andere blik naar z’n broer kijkt, tot het bijna sartriaans wordt: “Mijn grote broer, mijn oudste vriend / was ook die eerste tegenstander / mijn eerste treffen met die ander.” Of hoe hij in Aanbevelingsbrief zichzelf op kousenvoeten introduceert als een verlichte despoot: “Ieder voor zich doet zijn best / en ik zorg voor de rest.”


