Home Grensverleggers FLESH & FELL

FLESH & FELL

by Nel Mertens

Op vrijdag 17 augustus opent hij om 13.20 uur met Flesh & Fell de Synth Scene op W-festival: Pierre Goudesone van Flesh & Fell , maar ook de man achter  Goudi, Speaking T en tevens ook producer. Een zwoele vrijdagnamiddag in Brussel, enkele drankjes en twee terrasjes later werd het me nogmaals duidelijk dat ik 10 jaar te laat geboren werd. De affiche van W-festival bevestigt: I was too young in the eighties and missed the best. Gelukkig zijn er artiesten zoals Pierre die gewoon van geen ophouden weten !

Bij jullie start in de jaren 80 lag het al vast dat jullie een blijvende waarde binnen de new wavescene zouden worden. Jullie scoorden met de nummers Emma (de Hot Chocolate-cover), The Wind en Hunger , die al snel als cultsingles beschouwd werden. Jean-Marie Aerts (van TC Matic) heeft wellicht voor jullie een belangrijke rol gespeeld aan het begin van jullie muziekcarrière?
Toch wel, ja, de eerste maxi The Hunger heeft hij geproducet en daar was onmiddellijk veel aandacht voor. Je geraakte het in die tijd ook niet zomaar kwijt. Er was niemand in geïnteresseerd, zoals altijd. Maar met Play It Again Sam (PIAS) werd toen een distributiedeal gesloten en toen is de bal aan het rollen gegaan. PIAS was een label van o.a. Kenny Gates en Michel Lambeau. Ze hadden eerst een platenwinkel in Brussel, maar Kenny was oorspronkelijk van Engeland en had daar ook behoorlijk wat connecties. En toen kregen we plots een review in de NME. Dat was bijna nooit gezien, zeker niet voor een Belgische band. Maar of het nu goede kritiek was… ik dacht het niet eigenlijk… Ik denk dat het zoiets was als ‘The Gang Of Four is alive and kicking in Belgium.’

Ondanks het feit dat Flesh & Fell 23 jaar ‘stil lag’, daalde jullie populariteit in al die jaren nauwelijks. Jullie  behielden de fans. In de jaren negentig werden jullie nummers vaak gedraaid in new beatclubs en jullie nummers werden ook door nieuwe generaties online beluisterd.
Ja, onze muziek werd ook opgevist in de new beat scene. Het was onze eerste maxi, denk ik, waar The Wind ook op stond, die geperst werd op lp-formaat waarop 33 bpm op stond, maar eigenlijk op 45 toeren gedraaid moest worden. Maar ik was daar toen niet zo van bewust. In die periode was ik echt niet meer bezig met het toen al even opgedoekte Flesh & Fell.

Is er voor jou ergens een periode geweest dat jij niét met muziek bezig was?
Nee, nooit. Het is begonnen met Flesh & Fell in de jaren tachtig. Dat was zoals een blitzkrieg: een korte, krachtige periode van 2-3 jaar. We speelden veel in Nederland en ook hier bij ons. Tot Catherine stemproblemen kreeg. Ze had stemknobbels en moest dus haar stem laten rusten. Toen dit na een jaar nog steeds niet beter was, zat ik toen wel wat in zak en as, want Flesh & Fell liep zo fijn en door onvoorziene omstandigheden, konden we gewoon niet anders dan er mee stoppen. Ik ben dan gestart met een eigen opnamestudiootje in Brussel. Het opnameproces en het producen had me van bij het begin al enorm gefascineerd. Als we zelf de studio in gingen voor opnames, bijvoorbeeld met Jean-Marie, was dat bij ICP, een dure studio. Van zodra je daar je stuff gedaan had, zei Jean-Marie: “Ja, je mag gie nor hus goan.” En de meesten deden dat, maar ik wou graag blijven hangen om te kijken wat de volgende stappen waren: Ik wou weten wat de volgende stap was, het knippen, monteren… het gebruiken van de eerste sampletjes – toen van amper 2 seconden en dat was het hé! Eind jaren ’90 begin 2000 had ik dan mijn andere band Speaking T met 2 albumreleases, ik heb ook wel even gedeejayed (soms moét je ook gewoon dingen doen die geld opbrengen).

In 2011 kwam Laurence Castelain tevoorschijn, een dame met ongetwijfeld evenveel femme-fatale-uitstraling en donkerrauw stemtimbre als Catherine. Heb je nog contact met Catherine Vanhoucke ?
Ja, maar het is nu wel al even geleden. Ik had eigenlijk Catherine opnieuw gecontacteerd, omdat ik met Flesh & Fell liefst in de originele bezetting opnieuw wou starten. Onze eerste gitarist was reeds gestorven aan de smack en toen was Kenny Blomme er, die met ons ook naar Brussel overgekomen was. Catherine zag dit wel zitten, maar was ondertussen getrouwd met een drummer en hij vond dat Catherine dit enkel moest doen als hij kon drummen bij Flesh & Fell. Maar aangezien wij nooit een drummer gehad hadden en dus ook geen drummer zochten, is het dus anders gelopen. Misschien had Kenny  anders zijn madame mee kunnen nemen om fluit te spelen en ik mijn madam met een triangel !?! Hallo, Ik had daar totaal geen behoefte aan. We hebben wel heel even met live drums gespeeld, maar gebruiken liefst toch nog steeds het originele concept met een ritmemachine, gitarist, bassist en zangeres.

Was het meteen duidelijk voor jou dat Laurence Castelain de geknipte persoon was om als zangeres Flesh & Fell opnieuw tot leven te roepen? Hoe hebben jullie elkaar ontmoet?
Het waren eigenlijk de jongere bandleden van Goudi die me op een bepaald moment vroegen: “Zeg, jij heb toch nog bij een ander groepje gespeeld hé, Flesh & Fell. En je kan daar nog heel veel van terugvinden op het internet?”  Ik merkte toen dat er inderdaad toch nog wel wat interesse was voor Flesh & Fell, terwijl ik me daar helemaal niet van bewust was. Mensen kwamen naar me toe, vroegen of we met Flesh & Fell opnieuw wilden spelen. En opeens was er opnieuw veel aandacht en zijn er toch wel wat mooie concerten gevolgd. Laurence kende ik al een hele tijd, van toen ze enkele opnames deed in mijn studio in Brussel 20 jaar geleden. Toen ik op zoek ging naar een nieuwe zangeres, was zij de enige waarvan ik dacht dat zij dit wel zou aan kunnen. Ze is wel Franstalig en dat hoor je dus wel, maar het is zeker geen obstakel geweest, het is eerder sympathiek. Ik  weet niet wat de Engelsen er van vinden… Anyway vorige week kreeg ik bericht van een Amerikaanse radiozender die Salome geprogrammeerd had dus …

In 2013 brachten jullie een album uit met onder andere The Devil In Me en Tipsy en jullie originele 80’s-singles. Vorig jaar – op de dertigste verjaardag van Flesh & Fell – verscheen Icarus: de roots blijven dezelfde en daar hoor je ons niet over klagen, hoewel het new wave gehalte minder ‘eng’ lijkt en de songs voor een iets ruimer publiek lijken aan te spreken.  Het laatste album straalt met de stomende, energieke synths en de scherpe gitaren evenveel kille wellust uit als de nummers van toen. Een bewuste keuze om niet iets volledig nieuws te proberen of je sterke roots die je gewoonweg niet kan negeren?
Ik denk dat ik waarschijnlijk niets anders kan… Ik kan mijn roots natuurlijk niet negeren. Je hoort dit ook terug bij Speaking T en ook bij Goudi. Dat blijft er in zitten,  je kan dit niet ontkennen. Ook in de muziek die ik beluister komt het terug, ook al luister ik naar heel verschillende genres.

Ik las dat je net als ik een kortslaper bent: je gaat laat slapen en staat vroeg op. Dat geeft je zeeën van tijd. Hoe vul je die in ? Ben je een ‘doener’ of een ‘relaxer’ ?
Dat klopt ! Dat kan beiden. Wel ja, ik ben altijd bezig, hé… ik schrijf iets op, laat dat even liggen, loop rond, verander, schaaf bij, herwerk… Zelfs als ik niet bezig ben, blijf ik continu bezig. Ik heb altijd een hele ‘stock’ liggen van fragmentjes, riffkes… waaruit ik kan putten. Soms blijven die een jaar liggen en nooit meer opgepikt, soms voor iets anders gebruikt dan ooit voorzien was. Ik ben op dat gebied een verzamelaar. Ik heb mijn recordertje altijd bij me en neem onderweg ook vaak geluiden, tunes,… op die me kunnen inspireren.

Je bent met heel wat bezig op muzikaal vlak: je speelt in drie bands en bent producer. Is er eentje dat je als hoofdproject beschouwd ? Of nemen ze allemaal een even groot stukje tijd, energie en bevrediging in voor je?
Ik ben nu enkel met Flesh & Fell en vooral met Goudi, mijn soloproject, bezig. Ik ben nu bezig met het schrijven van een Nederlandstalig album in productie met Ron Reuman (was drummer van SpeakingT). Het laatste van Goudi dateert van 2016. Ik had al Engelstalige, Franstalige en ook een West-Vlaams nummer gemaakt met Goudi. Ik hou er niet van om altijd hetzelfde te doen. Het is wel een uitdaging, want doordat je je moedertaal zo goed beheerst, stel je je ook helemaal bloot, doordat je emotionele subtiliteiten zeer goed weet te verwoorden.

Jullie hebben in het verleden het podium gedeeld met enkele belangrijke bands in de scene zoals The Sisters Of Mercy, Aroma Di Amore, Luc Van Acker, The Scabs, Anne Clark, Chameleons Vox en Alien Sex Fiend… Is er een nog een band waarmee je graag ooit het podium wil delen of een festival of locatie waar je graag zou optreden?
Nee niet echt, dat doet zich gewoon voor en dat is fijn en mooi, maar ik zit daar niet echt op te azen, of op te wachten. Ik ben daar wel wat selectief in. Het moet de moeite zijn. We treden liefst zoveel mogelijk op en onder de best mogelijke condities. De tijd dat je in iedere parochiezaal van Vlaanderen gaat spelen is ook wel voorbij. We laten het graag uit onverwachtse hoek komen. Ik ben een kameleon en ga graag in op wat zich voor doet. Daarvoor denk ik graag terug aan de ontmoeting die ik had met Marvin Gaye , toen hij uit  miserie vertrok  uit de USA … en in Oostende terecht gekomen was, hij was toen het album Midnight Love aan het opnemen met Mike Butcher (die ook Black Sabbath gedaan had trouwens). Gaye vertelde me toen dat je muziek gewoon goed, echt en orgineel moest zijn en dan wachten en vechten tot je de wind in je zeilen krijgt. Als enige criteria gold kwaliteit. Voor mij blijft dit ook wel gelden.

Repeteren jullie nog vaak ?
Nee, nooit alleen voor gigs. Voor Laurence was dat in het begin wel moeilijk, maar ondertussen zijn we goed op mekaar in gespeeld en kennen de nummers en onze instrumenten zo goed, dat dit niet nodig is. We komen voor een optreden een keer samen als ‘reminder’ en nemen het repertoire eens door. Maar te veel repeteren neemt de spontaniteit op het podium weg en het is altijd fijn als er eens iets verrassends gebeurt op het podium.

Flesh & Fell opent op vrijdag de Synth Scene op W-Festival. Wat kunnen we verwachten op W-festival?
We gaan dat nog even moeten bekijken. Het is een korte set van 40 minuten, dus ga ik even moeten selecteren. We gaan wat nummers moeten schrappen, maar erg vervelend is dat niet. 40 minuten is best nog genoeg om een mooie set te kunnen opbouwen.

Zijn er bands die je graag zelf aan het werk wil zien?
Peter Murphy had ik graag gezien, maar die speelt op woensdag al, dus dat zal niet lukken. We blijven vrijdag na het optreden wel plakken, dus… Kim Wilde…! Graag!

www.fleshandfell.com

https://www.facebook.com/fleshandfell/

You may also like

This website uses cookies to improve your experience. We'll assume you're ok with this, but you can opt-out if you wish. Accept Read More