Home Belgisch DE DELVERS

DE DELVERS

by Nel Mertens

Je vindt ze al even terug in onze Luminous Belge-Spotify-lijst en we hebben ze graag, want De Delvers brengen steengoede postpunk én hebben alle durf en lef om dat in het Nederlands te doen. Nummers badend in echo’s uit de postpunkjaren ’80 met knappe gitaren en ritmes en melancholische vocals. En je smelt bij de teksten, hoewel ze alles behalve zeemzoet zijn. Ze komen er zo mee weg en nemen ons hart mee. Tijd om hen het vuur aan de schenen te leggen met onze vragen!

Volgens recensenten maken jullie Nederlandstalige postpunk. Is dat genrelabel belangrijk voor jullie? Hoe beschrijven jullie je muziek het liefst zelf?
We denken dat postpunk zeker de lading dekt. Al mag er nog bij “postpunk met een hart” (lacht).

De jaren ’80 zijn muzikaal van grote invloed, maar we proberen er ons eigen ding mee te doen en het naar ‘nu’ te vertalen. Een label is zeker handig. Het geeft een situering, maar het mag je niet begrenzen. De nummers op de Delvers-cd raken volgens mij ook verschillende ‘subgenres’ aan binnen wat men dan ‘postpunk’ noemt. Ik Volg De Wind gaat bijvoorbeeld meer de cold wave-toer op, terwijl Robotman eerder harde postpunk is. Wij Worden Wakker gaat dan weer meer richting Ramones/Buzzcocks-achtige punk en Alles Vatte Vuur neigt dan weer meer naar new wave…

Nu, dat zijn dingen die je benoemt als je er achteraf over nadenkt. Ook hier – en we komen er straks op terug – kiest de song bijna zelf zijn klankkleur. In die zin is het album Pink Flag van Wire een mooi voorbeeld. Je voelt dat al die nummers onder hetzelfde dak wonen, maar ze komen precies allemaal uit andere kamers.

De keuze voor het Nederlands is een bewuste, maar niet zo’n evidente keuze. Een gewaagde sprong in de muziekwereld. Waarom de keuze voor het Nederlands? 

De teksten zijn voor De Delvers heel belangrijk. Het zijn korte, hoekige teksten ontdaan van elke overbodigheid. Herleid tot de essentie, schatplichtig aan hoe we het het liefst omschrijven: een soort ’punkpoëzie’. Het is een beetje zoals hoe theater werkt: niet alles benoemen, maar net genoeg om zelf je eigen verhaal te kunnen maken.

Alle nummers vertrekken vanuit een ‘grote noodzaak’, ze dicteren als het ware zichzelf. De tien nummers op de plaat waren niet te ontlopen. Ze bleven op de deur ‘bonken’ om verteld te worden. Dat gevoel is voor ons een belangrijke graadmeter en in het Nederlands kunnen we deze noodzaak het best verwoorden.  Het hart in de binnenkant van de hoes verwijst voor ons heel hard naar dit proces: het is echt een plaat vanuit het hart. Er is niet rationeel over nagedacht, er zijn geen vergaderingen aan vooraf gegaan en er is geen marketingplan (lacht). Het was een heel spontaan proces. Door alles zelf te doen kan je dat proces ook heel goed bewaken. Alle positieve reacties op onze muziek raken ons dan ook enorm omdat het echt een reactie is op de inhoud, op het materiaal. Wij hebben geen bekende Vlamingen ingehuurd om verkleed als een vleermuis met onze plaat te staan zwaaien om onder de aandacht te komen (lacht). Alle aandacht die ons te beurt valt, is de verdienste van de muziek.

Jullie contrasteren bijv. met de albumcover tussen hard en zacht. Een strakke zwart-witcover met een revolver maakt geen vriendelijke eerste indruk. Maar als je het hoesje opent, vind je er een rood hartje. De titel Alles vatte vuur werkte ook contrasterend, want de eerste beelden die ik me voor de geest haalde waren allesverwoestende, apocalyptische brandhaarden… terwijl het een liefdeslied bleek te zijn. Het spelen met die contrasten werkt confronterend voor de luisteraars. Is dat de bedoeling? 

Goede opmerking, leuk dat dat je is opgevallen! Op het eerste zicht zie je inderdaad op de hoes een kindje dat uithaalt met een revolver. Op de achterkant van de hoes blijkt het een speelgoedgeweer te zijn. Eén van de belangrijkste thema’s van de plaat is datgene wat er tussen ‘wit en zwart’ zit: het midden zeg maar, een soort plek van ‘niet-weten’. In het nummer In Stilte gaat de tekst: “De storm is nog niet gaan liggen/De wind gaat fel te keer/Ik zoek het midden/Daar zet ik mij neer/Daar in de leegte leer ik weer zien”. Het is het durven de confrontatie aangaan met je eigen gedachten. Je eerste indrukken, je vaste patronen. Onze oordelen liggen heel snel klaar.  Hier durven aan twijfelen kan weer opening bieden en alles open breken.

Ook met Robotman willen jullie een oproep doen voor meer ongehoorzaamheid, maar dan wel met een warm en groot hart. Jullie teksten zijn poëtisch hard. Ze komen aan, zonder persoonlijk pijn te doen. Ze zetten aan tot nadenken. Willen jullie graag een boodschap meegeven met jullie nummers?

‘Poëtisch hard’ is heel mooi verwoord vinden we. Ik denk dat we zeker willen aanzetten tot nadenken. Wat we niet willen is ‘moraliseren’ of ‘met het vingertje wijzen’. In de promotekst bij onze single Robotman hebben we het er ook over. Je kan in deze tijden, met alles wat er rondom ons gebeurt bijna niet anders dan een plaat maken met ook nummers waarin je reflecteert over de tijden waarin we ons bewegen: de grote verschillen tussen arm en rijk, de wijzende vingertjes die steeds de hoogte ingaan bij elke vorm van sociaal engagement, politici die enkel bezig zijn met hun grote gelijk, de enorme toename van burn-outs, het steeds meer terugplooien op de eigen identiteit, het steeds meer inzetten op controle, meetbaarheid en winst – in bijvoorbeeld de zorgsector of het onderwijs – en het niet meer mogen twijfelen, en ga zo maar door. Dat gevoel muzikaal vertalen is een manier om hiermee om te gaan. Het is het omzetten en transformeren van dat gevoel in een muzikale energie.

Het Delvers album heeft drie grote thema’s: er zijn observaties over een maatschappij waar het denken vanuit een ‘warm hart’ steeds minder een plek dreigt te krijgen (Onrust, Robotman, Wij Worden Wakker). Daarnaast is het ‘niet-weten en het durven zoeken’ zoals we daarstraks vertelden een belangrijk onderwerp (1000 Vragen, In Stilte). Om dan vanuit dit ‘niet-weten’ weer open te kunnen kijken en opnieuw te beginnen. Kortom een oproep tot ‘grote twijfel’ (lacht). Tenslotte is er het thema van het ‘volle vertrouwen’. Het laatste nummer van de plaat, Ik Volg De Wind, gaat hierover: de wind volgen zonder dat je weet waar naar toe. De wind volgen in volle vertrouwen of zoals de tekst gaat: “Als de avond valt en ik de slaap niet vind, kruip ik door het raam en volg de wind. Naar waar wij gaan weet ik niet. Soms is het beter niet te weten dan alles al te zien. Wees niet bang voor wat komen zal”. We hebben trouwens net Delvers-pins laten maken met die zin erop: ’Wees niet bang voor wat komen zal’ (lacht).

Vanwaar jullie bandnaam?
We vonden het in de eerste plaats kort en goed klinken. Ook de betekenis van het woord ‘delven’, sluit heel goed aan bij wat we muzikaal doen. Zoeken en graven, zonder antwoorden te geven (lacht).

Hoe leerden jullie elkaar kennen? Hoe werd de band gevormd ?
We kennen elkaar al lang. Sommige van ons maakten al samen muziek. Sommige spelen samen in theatervoorstellingen. Tom had een aantal nummers klaar en heeft iedereen samengebracht.

Hoe komt een Delvers-nummer tot stand? Samen uitproberen of heeft elk een specifieke rol bij het schrijven van nummers?
We hebben een vrij unieke rolverdeling, al ligt deze ook niet uitgesproken vast. Tom (bassist) levert meestal de nummers en de teksten aan. Dries (zang/gitaar) probeert de emotie te vatten en de tekst te vertalen in een zanglijn die bij het nummer past. Menno voegt met zijn gitaarwerk meestal wat vervreemding toe en Laura doet dit met de synthpartijen. Laurens (gitaar) is vooral met het eindgeluid bezig. Hij heeft ook de plaat gemixt.

Hebben jullie een droom met / voor De Delvers? Iets wat jullie erg graag willen doen/bereiken?
We volgen de wind (lacht). Voor onszelf hopen we op fijne plekken te spelen of leuke voorprogramma’s te doen van bands waarmee we ons verwant voelen. Ook om van onze optredens nog meer een beleving maken, blijft iets wat we verder willen onderzoeken. Ook met kunstenaars samenwerken (schrijvers, schilders…) zou erg fijn zijn, bijvoorbeeld op een tentoonstelling spelen of bij een boekvoorstelling. Ook organisaties die zich inzetten voor de zwaksten in de maatschappij ondersteunen via onze muziek is iets dat we graag zouden onderzoeken door bijvoorbeeld, ik denk maar luidop, deze organisaties mee in het vizier te zetten bij onze optredens. We zijn stilaan bezig met nieuw materiaal.

Onze eerste cd ook nog op vinyl releasen blijft een optie. Voor wie naar onze muziek luistert, hopen we dat onze nummers hen kunnen raken, troost bieden en hen doet bewegen.

Wat er nu gebeurt overtreft dan ook al onze verwachtingen. We krijgen airplay binnen radioprogramma’s en podcasts in België en Nederland waar we dachten nooit een plek te krijgen. We krijgen besprekingen in magazines die we zelf lezen en mogen op leuke plekken spelen. We zijn hier heel dankbaar voor. Het is niet evident dat men een band als de onze deze kansen geeft. Binnen de postpunk-scène zijn er bijna geen bands die in het Nederlands zingen. Je hebt uiteraard de iconen De Brassers en Aroma Di amore, maar nieuwe bands kiezen vooral voor het Engels. Ook binnen de wereld van de Nederlandstalige muziek zijn we een buitenstaander: de ideale plek dus (lacht)!

Dank je wel, Dries Emmerechts, Laura Haemels, Laurens Primusz, Tom Kets en Robotman aka Menno Buggenhout!

Wil je De Delvers live aan het werk zien? Noteer dan alvast deze data:

22/03 – Releaseparty (+ His Trust Fund) @Club B52, Eernegem
24/03 – Cinema Plaza (Duffel): Akoestische mini-set: voorprogramma Orquestra Plazablanca o.l.v  Jan en Kris De Smet (De Nieuwe snaar)
30/03 – Radio Poolijs / Urgent FM, Gent
18/04 – De Kleine Hedonist, Antwerpen (o.v)
20/04 – Instore Concert Music Media Corner, Boom
26/04 – Lokale Helden, JH De Lanteirn, Duffel
04/05 – De Wipschutter, Kontich
16/10 – Monk Café, Brussel
08/11 – Novonov, Hoboken
13/12 – Floeren Aap, Mechelen

Website / Facebook

You may also like

This website uses cookies to improve your experience. We'll assume you're ok with this, but you can opt-out if you wish. Accept Read More