Toen we in december Thomas, Bas, Lou en Polle (die nog maar sinds kort bij de band speelt) aka Crooked Steps in de Vooruit in Gent aan het werk zagen, waren we meteen verkocht. Bakken energie en spelplezier gutsen als een weldoende zomerse regenbui de zaal in.
Ze maken muziek die nogal snel als “surf” wordt gecatalogeerd en dat snappen we ergens wel als je luistert naar hun kakelverse album Sambuca Dreams. Maar de band ziet het zelf toch graag een beetje breder en wil niet teveel vastgepind worden op één genre. Over het hoe, waarom, wat en sinds wanneer spraken we met Lou, Bas en Thomas in het café van de Gentse vooruit.
Laten we beginnen bij het begin. Hoe is Crooked Steps eigenlijk ontstaan?
Thomas: Lou en ik zijn de originele leden van de band en we zijn ondertussen al een jaar of 12 bezig. We kwamen met mekaar in contact door een gemeenschappelijke vriendin. Zij kende een zanger die graag met een band wilde starten. Ik speelde drums en Lou was net begonnen op gitaar. Toen maakten we cringey covers.
Lou: We speelden daarnaast ook met ons tweeën, een beetje onder invloed van bijvoorbeeld de Black Box Revelation die toen volop in de aandacht stonden.
Thomas: We waren alle twee ook fan van The Black Keys; we zaten zo wat in die bluesrock wereld.
Lou: Er kwam een bassist en een gitarist bij, maar die verdwenen opnieuw en waren we terug met ons twee. Net voor we meededen aan De Nieuwe Lichting is Bas er bijgekomen. Compleet onverwachts hebben we die wedstrijd gewonnen. Dat was echt wel zot. Sugar, het nummer waarmee we gewonnen hebben, was zelfs nog opgenomen zonder Bas. Eens hij erbij kwam, hebben we het nummer herwerkt en er een baslijn aan toegevoegd. Recent is Polle er nog bijgekomen, hij speelt keys, vooral orgel, en gitaar.
Hoe zijn jullie dan geëvolueerd van bluesrock naar surf?
Thomas: Dat is toch voor een stukje onder invloed van Simon Van Den Bogaert die het nummer Sugar geproducet heeft. Omdat Sugar wat meer rockabilly en surf klonk en we er De Nieuwe Lichting mee wonnen, wilden we ons meer profileren en hebben we beslist om verder te doen in dat surfrock geluid. Dat zijn dan nummers als Daiquiri, Try Try Try en Catherine geworden.
Thomas: Al zijn dat zeker geen zuivere surf nummers.
Lou: Neen, zeker niet, maar de sound gaat wel in die richting.
Maar het was wel een bewuste keuze van jullie om zich wat te onderscheiden van ‘de massa’.
Thomas: Ja, we hebben daar wel effectief over nagedacht. We wilden niet de Equal Idiots nadoen, of Black Box Revelation, we wilden ons eigen ding doen.
Lou: Het viel ook wel samen met onze muzikale smaak. Spotify werd in die tijd groter en plots kon je naar van alles beginnen luisteren. Zo zijn we bij oude surfmuziek terechtgekomen: Beach Boys, Dick Dale… Op onze nieuwe plaat staan er wat nummers die aansluiten bij die oude muziek. Voor een volgende plaat denk ik wel dat we zullen proberen om misschien wat andere richtingen uit te gaan.
Thomas: Het is niet dat we onszelf nu zien als een surfband.
Lou: Mensen vragen altijd: “Welke muziek maken jullie?” En dan verwijzen we altijd naar surfmuziek om er toch maar een naam op te plakken en om niet weer een garagerockband te zijn. Het is zeker niet zo dat we ons daar alleen op willen vastpinnen.
In 2020 wonnen jullie dan De Nieuwe Lichting, dat was vlak voor corona. Hebben jullie daar veel aan gehad?
Bas: We hebben daar pech gehad want er zijn toen een paar dingen weggevallen. Zo mochten de winnaars de jaren voordien nog op Pukkelpop spelen.
Thomas: En ook alle andere festivalshows zijn niet doorgegaan, net zoals de documentaire die ze gingen maken over de winnaars.
Bas: We hebben wel de Trix kunnen gebruiken als opnamestudio.
Thomas: Dat is absoluut het grootste dat we hebben gekregen: de ondersteuning via de Trix.
Lou: Natuurlijk kon niemand daar iets aan doen. Ergens hebben we die springplank dus een beetje gemist, maar ik vind ook niet dat we daarover moeten blijven ‘winen’. Het is een heel grote stap geweest, zeker omdat we nooit gedacht hadden dat we gingen winnen. En we zijn op de radio gekomen wat ons heel hard geholpen heeft.
Thomas: We hadden een heel volle zomer met wel 40-50 shows gepland, soms twee op een dag, en dat is allemaal weggevallen, vooral dát vonden we heel spijtig.
Bas: Het wegvallen van die drukke zomer heeft ons wel de tijd gegeven om op zoek te gaan naar onze eigen sound.
Thomas: En dat was nog niet zo slecht, want – heel eerlijk – we waren misschien nog niet helemaal klaar om show na show na show te spelen.
Ik kan mij twee emoties voorstellen op het moment dat je zo’n wedstrijd wint: vreugde en paniek. Voordat je wint zijn jullie zich gewoon wat aan het amuseren maar daarna moet je er echt wel staan!
Lou: Ja daar moesten we echt wel in groeien en vooral beseffen hoe de muziekwereld werkt. We hadden daar echt geen benul van. Niemand van ons heeft in de muziek gestudeerd. We beseften dan ook helemaal niet wat die winst precies betekende. Nu weten we pas hoeveel werk er allemaal kruipt in het maken van een plaat en het boeken van shows.
Een paar maand geleden zag ik jullie bezig in de Vooruit samen met The 925, en het viel mij op dat jullie er live echt wel staan. Is live spelen zo’n beetje jullie ding, of zitten jullie toch liever in de studio?
Lou: Als muzikant moet je sowieso driekwart van je tijd wachten. Da’s live zo en da’s in de studio zo. Muziek maken en samen schrijven, dat vind ik leuk en dat geldt ook voor het moment waarop je live op een podium staat.
Bas: Samen muziek maken is echt leuk. Zeker nu Polle erbij is gekomen kunnen we ook op de repetities wat meer jammen.
Er staan dertien nummers en een intro op de plaat, da’s veel. Ik kreeg zo’n beetje de indruk dat jullie al jullie werk van de laatste jaren op de plaat wilden zetten om dan terug met een schone lei te beginnen?
Thomas: We hadden eigenlijk nog een pak meer nummers. In de corona-periode hebben we heel veel nummers geschreven die voor pakweg 70% afgewerkt waren. De laatste 30% deden we dan samen. Een aantal van die nummers is nooit afgewerkt geraakt en daar werken we nu nog wat aan.
Lou: Ik denk dat je het wel een beetje hoort op de plaat dat de nummers thuis geschreven zijn. Nu schrijven we meer samen, en komen er soms leuke ideetjes uit de repetities. Maar toen zaten we thuis en hadden we meer tijd om ideeën uit te werken. De plaat klinkt misschien een beetje eclectisch, al vind ik dat dat woord nogal negatief klinkt.
Alsof je niet kon kiezen?
Thomas: De ene dag voel je je zo, de andere voel je je anders. Op die manier zit er soms wel verschil tussen de nummers.
Lou: Hier en daar hebben we getwijfeld tussen de nummers; of we een bepaalde richting moesten uitgaan en bijvoorbeeld twee aparte albums uitbrengen: een met zachtere nummers en een met hardere. Maar langs de andere kant staat die mengeling ook voor wie we zijn. Liever zo dan een plaat met twaalf nummers waarvan er vijf hetzelfde klinken.
Thomas: We hadden het daarnet over die profilering: “Zijn we nu een surfrock band of iets anders?” Ik denk dat we gewoon altijd gaan maken waar we goesting in hebben. Het zal altijd wel een beetje naar een oude sound gaan maar welke nummers we maken, dat blijft breed.
Het eerste album is vaak het resultaat van jaren repeteren en schrijven en het tweede is dan ‘voor ’t echt’. Is dat iets waar jullie schrik voor hebben?
Lou: Neen, totaal niet! Ik denk dat de tweede plaat zelfs nog beter zal zijn dan de eerste en ons eerste is al zo goed (lacht)
Thomas: Toen was het voor het eerst dat we een echt album opnamen, nu weten we al veel beter hoe het allemaal in zijn werk gaat.
Lou: Ja, het was wel zoeken soms. Hoe doe je dat, een nummer opnemen? Hoe krijg je een bepaalde sound? Wat doet een producer? Nu zijn we al veel meer op ons gemak en zouden we ook sneller ons eigen mening durven doorduwen.
Bas: Al had ik nooit het gevoel dat we geen inspraak hadden bij Thomas Valkiers. We voelden ons echt op ons gemak bij hem.
Lou: Hij gaat mee met wat wij in ons hoofd hebben en brengt zelf zaken aan. Het is een heel chille dude eigenlijk.
Thomas: We hebben van in het begin voor Thomas gekozen omdat hij echt houdt van goeie, rammelende rock. Heel wat rockbands hebben al met hem opgenomen. We wisten dat we sowieso bij hem in het juiste straatje gingen zitten.
Lou: Toch ben je wel een beetje onzeker. Je gaat een nummer wel écht opnemen en wilt dat het goed klinkt. Natuurlijk vertrouw je dan op iemand als Thomas maar ik denk dat we nu meer en meer beseffen dat hij ook maar iemand is die meedenkt. Er is geen juist of fout en nu zouden we zelf al meer eens ons idee doordrukken.
Je zei dat jullie eigenlijk nog meer nummers klaar hadden, hoe zijn jullie dan tot de finale selectie gekomen voor de plaat? Zit er een bepaalde lijn in de nummers die de plaat gehaald hebben?
Lou: Ik denk dat het vooral nummers waren waar we ons allemaal goed bij voelden. Er waren andere nummers die ik bijvoorbeeld nice vond maar waar de anderen minder bij voelden. Het is niet dat we nummers kozen omdat we dachten: “Die horen bij elkaar”. We gaan dan ook heel breed, er zitten zo wat Mac DeMarco chorus pedaaltjes in het ene nummer terwijl het andere harder en overstuurd klinken. Ik denk dat we in de toekomst meer gaan denken over hoe we die twee kanten van ons samen in een nummer kunnen steken zodat er meer samenhang ontstaat.
Dat jullie breed gaan hoeft daarom natuurlijk niet slecht te zijn. Afwisseling kan fijn zijn en niet alle nummers moeten daarom per se op elkaar volgen.
Lou: Sowieso hangen de nummers aan mekaar door de sound van de band.
Thomas: Ik denk dat ieder nummer wel helemaal Crooked Steps is. We hebben wel zitten twijfelen over de volgorde. Gaan we een zachtere a-kant doen en een hardere b-kant of omgekeerd? Of gaan we net de nummers allemaal door elkaar op de plaat zetten?
Lou: Wat nemen we als single?
Bas: Ik denk wel dat we goede singles hebben uitgekozen. Al had Locomotora ook een goede single kunnen zijn.
Lou: Een plaat opnemen is echt een proces. Je hoopt dat het allemaal goed gaat maar je moet er je ook niet op blindstaren. We maken muziek omdat we graag sámen muziek maken en niet noodzakelijk om veel plays te hebben of meer shows te krijgen. Is dat zo dan is het zo. Ik heb dat wel wat moeten leren, wat meer zen zijn over die zaken.
In wat je daarnet vertelde hoor ik een drang om meer controle te krijgen over jullie muziek, de productie en het opnameproces. Bestaat dan toch niet de kans dat het spontane, de DIY-vibe die toch belangrijk is in jullie muziek, wat verloren gaat? Of lijkt het alleen maar zo spontaan en is alles eigenlijk heel goed ingestudeerd?
Thomas: We hebben sowieso al heel veel gerepeteerd maar we blijven aangetrokken tot dat ruige, rammelende sixties geluid. Daarom zijn we bij Thomas Valckiers gegaan, daarom spelen we de nummers die we spelen… dus dat gaat er altijd wel inblijven denk ik.
Lou: Onze muziek klinkt live misschien spontaan, maar er zitten echt wel veel tijd en veel repetities achter. We zijn zeker geen band die denkt: “Ah we hebben een liedje, we gaan het eens spelen.” We proberen het goed te doen; ook om weg te steken dat we eigenlijk niet zo goed kunnen spelen! (lachen allemaal luid). Ik vind die sixties garagerock zo cool omdat ze klinkt alsof ze gemaakt wordt op dat moment. Een drummer die net iets te laat is of een fill net iets te snel. We willen dat allemaal echt wel behouden.
Wat is voor jullie dan de essentie van Crooked Steps? De sfeer, de energie, de tekst…?
Lou: De muziek is het belangrijkste, de klank, hoe het nummer gaat. Langs de andere kant vind ik het wel belangrijk dat we groeien in het schrijven van teksten. We willen onszelf daar wat in uitdagen.
Muzikaal is de melodische baslijn heel belangrijk, Thomas zou zichzelf nooit beperken tot het gewoon herhalen van de grondnoot bijvoorbeeld.
Thomas: Da’s ook de reden waarom we van de blues zijn afgestapt. Ik vond het echt niet fijn om heel de tijd drie noten te spelen. Al is dat voor sommige nummers wel beter, ook dat moet ik nog wat leren.
Lou: Mijn stem is ook wel mega nice en herkenbaar natuurlijk. (lacht luid)
Bas: We proberen ook mooie melodieën te vinden en verder te gaan dan de gewone rock sound.
Jullie zijn nu volop bezig met nieuw werk. Al een idee van de timing voor de volgende plaat?
Bas: Eigenlijk staat er al redelijk veel vast.
Lou: Wat we geleerd hebben – en da’s ook nuttig voor andere bands moesten ze dit interview lezen – is dat je echt een plan moet hebben. Daarvoor kan je je, net als wij, laten omringen door mensen die daar meer van weten. Nu gaan we eerst wat shows spelen om de plaat te promoten en volgend jaar in februari willen we een nieuwe single uitbrengen. Voor mij was het album altijd het doel maar misschien is het wel beter om wat meer singles uit te brengen verspreid over een langere periode.
Thomas: En dan ooit eens een album.
Lou: Tegenwoordig werkt het meer zo. Misschien dat we dan in 2025 met een nieuwe album komen, maar dat zien we nog wel.
Thomas: Het idee is om nu een twintigtal, of misschien wel dertig, nummers op te nemen in preproductie om daar dan, na de zomer, de beste uit te halen en op te nemen.
Lou: Na de winst in De Nieuwe Lichting hebben we enkele singles uitgebracht en toen is het wat gaan liggen. We dachten een nieuw momentum te creëren met het uitbrengen van het album. Eigenlijk was het beter geweest als we gewoon nummers bleven uitbrengen.
Bas: We moeten ook meer met sociale media bezig zijn, maar daar zijn we niet zo goed in.
Lou: We zijn dat aan het leren. Eens wat live opnamen online zetten, shows posten… da’s zo belangrijk allemaal.
Thomas: Daar komt heel veel meer bij kijken dan je soms denkt. Het is trouwens ook leuk om via de socials contact te hebben en reacties te krijgen. Maar het is wel iets waar we echt bewust aan moeten denken, het komt niet zomaar spontaan bij ons: we maken liever muziek.