Als frontman van Noordkaap of Monza – of gewoon solo – kennen we Stijn Meuris al decennialang als één van de boegbeelden van de Belgische muziekscène. Sinds de oprichting van Willy Radio maakt hij ook furore als dj en dan nog wel als één van de invloedrijkste radiomannen van dit moment op het vlak van de alternatieve muziek. We spraken met de man uit Overpelt over 5 jaar Willy.
Hoe ben jij bij Willy terechtgekomen?
Stijn: Op een mooie zomerdag in 2019 kwamen twee mensen van DPG Media bij mij op bezoek. Onder hen Kevin Moens die ik toen helemaal niet kende, maar die wel een verleden had bij de VPRO en ook voor Soulwax had gewerkt. Ik had meteen door dat ze een ijzersterk plan hadden om een nieuw radiostation te beginnen. Het toeval wilde – en dat konden zij niet weten – dat ik op dat moment uitgenodigd was op de VRT om er een evaluatie te maken over Radio 2. Dat is een radiozender die enigszins buiten mijn profiel valt, maar het blijft wel de grootste van dit land.
De VRT zat toen in een fase dat ze hun radiostations door externe mensen lieten analyseren. Op het einde van zo’n infodag vroegen ze mij ronduit of ik het gevoel had dat er iets ontbrak in het VRT-landschap. Ik antwoordde droogjes dat er een zender ontbrak: eentje voor mensen zoals ik; al iets ouder, gek van goeie muziek en concerten, en geen fan van te veel spelletjes en giechelende sidekicks. Ze moesten erom lachen, maar ik verduidelijkte dat er eigenlijk niks was voor dat publiek. Ik werd nog eens gewezen op StuBru en Radio 1 – waar ik ook naar luister -, maar dat was niet per se wat ik bedoelde. Eerder iets als BBC6 of het oude Studio Brussel.

Een gat in de markt dus?
Jawel. In België was er duidelijk – zeker op grote schaal – gebrek aan een rockradio, zonder dat die als Nostalgie moest klinken. En kijk, op die bewuste zomerdag kwamen de mensen van DPG Media precies met dat profiel bij me aankloppen. Ik had het gevoel – en dat heb ik nog steeds – dat ze dit uit een oprechte en ware radiofonische liefde deden. We zitten met Willy wel in een commercieel huis – vergis je daar niet in – maar we mogen er wel ons eigen ding doen. Wim Oosterlinck, Tomas De Soete en Roos Van Acker zijn wel bekende ex-VRT gezichten, maar bij Willy draait het niet om een vedettecultuur en ik voel nog steeds dat ik in een organische groep zit. Wij hoeven niet per se in televisiequizzen te zitten om onszelf te profileren.
De slogan Music Matters staat voorop dus?
Exact, die is simpel, maar vertelt alles. Onze buren zijn letterlijk Q Music en JOE, en hoewel er af en toe wel eens een radiospel de revue passeert op Willy, blijft de muziek toch voorop staan. Ik was 54 jaar toen ze mij het Willy-voorstel deden en samen met de Noordkaap-reünie die toen in de steigers stond, was dit precies datgene wat ik nodig had.
Willy was jouw muzikale ding.
Kijk, ik ben een kind van de eighties en de nineties, zowel van de donkere muziek als de meer commerciële muziek. Toen ik als tiener naar de jeugdhuizen van Neerpelt trok, was ik niet alleen gefascineerd door Bauhaus, maar vond ik ook de platen van Van Halen goed. Dat gevoel kreeg ik terug bij Willy. Het was een studio van vijf vierkante meter, twee micro’s en een mengtafel. Het voelde bijna aan of ik bij een studentenradio zat. Ondertussen hebben we wel al een knappe nieuwe studio die al wat meer de uitstraling van een hoofdkwartier heeft (lacht).

Je had geen radio-ervaring?
Neen. Al bij al ben ik geen radiomaker. Mijn enige ervaring was een zomermaand op Klara, maar voor de rest was radio maken nieuw voor me. Ik moest in het begin zelfs Kevin meevragen in de studio zodat hij op de nodige knoppen kon drukken.
Op 5 jaar tijd ben jij wel de dj geworden die bands een kans biedt die niemand anders ze biedt.
Ik ben oprecht blij dat je dit zegt, want ik ben een freelancer en ik beschouw het bijna als een core mission. Ik vroeg me steeds af waar, elke twee jaar, die 800 nieuwe groepen vandaan kwamen die zich inschreven voor Humo’s Rock Rally, zeker in zo’n klein land als België. Nu weet ik het en zie ik dus de bron! Niet alles is goed, laten we daar eerlijk in zijn, maar vaak duikt er wel iets op waarvan ik enorm blij ben dat de jonge groepen me hebben gecontacteerd.
Maar jullie doen het anders dan bij StuBru?
Willy heeft geen wedstrijd zoals StuBru De Nieuwe Lichting heeft. We gaan dat nooit doen, maar er is wel De Belofte Van De Maand waarmee de bands een mooi cadeau krijgen: een opname in onze studio en regelmatig airplay en interviews. Maar los daarvan zijn er een heleboel dj’s – waaronder ik – die deze bands een kans geven. Een mooi voorbeeld hiervan is Disorientations. Bij de eerste noten die ik van deze band hoorde, kwamen de haren van mijn arm recht en ik blijf erbij dat het de missie moet zijn van een radiozender om zo’n bands een kans te geven.

Maar niet iedereen is altijd even blij.
Hoe meer mensen je bereikt, hoe groter ook de kritiek is. Al dan niet gegrond, zo ergeren mensen zich aan het gebabbel tussen de platen, maar dan denk ik: “Zet dan gewoon een Spotify-playlist op.” Naarmate de luistercijfers stijgen, krijg je ook meer tegenwind. Maar gelukkig ook rugwind van mensen die blij zijn dat je er bent. Onze channel-manager Charlotte Ghekiere weet misschien niet hoe de derde plaat van Siouxsie & The Banshees heet, maar ze weet wel verdomd goed hoe ze al die radiogezichten moet leiden en dat doet ze goed.
Je zit in een machtspositie, want je kan een band laten doorbreken met de populariteit die jij nu als dj hebt.
Dat is heel relatief. Ik maak met Meurissey twee uur avondradio per week. Laat het ons dus houden op collectieve macht (lacht). En dat brengt sowieso ook wat teleurstelling met zich mee. Als een nieuwe artiest die je hebt opgehemeld een jaar lang niks doet, dan ben je daar in ontgoocheld, ook al moet de band het in de eerste plaats zelf doen. Anderhalf jaar geleden of zo kreeg ik iets toegestuurd van CMON CMON. Ik herkende daar meteen de frisheid van een band als Weezer in, maar het leek alsof er een refrein ontbrak. Ik heb dat ook oprecht aan die gasten gezegd en onlangs schrok ik me te pletter toen ik hun de nieuwe single kreeg met een boodschap waarin men mij vertelde dat er rekening werd gehouden met mijn kritiek van toen. Tja, dan weet ik ook dat ik dat nummer in mijn radioprogramma steek. Sterkte trouwens, CMON CMON.
Treed je soms uit je comfortzone?
Ik weet van mezelf ook wel dat ik onder de veilige paraplu zit van het Meurrisey-concept waardoor ik puur genregewijs wat afgescheiden zit van de rest. Ik droom wel van een meer algemeen programma waarin ik niet per se Virgin Prunes of Delta 5 moet draaien, maar bijvoorbeeld The Beach Boys. Een programma met euh… gewoon goede muziek (lacht). Beetje een domme slogan, maar hij zou wel kloppen. Ik weet wel dat Radio 2 dat doet, maar die zender zit toch wat opgescheept met het imago dat het er één is voor oude mensen. Ik vind bijvoorbeeld Ann Christy geweldig en dat mag wat mij betreft gerust rijmen op The Posies of zelfs Dinosaur Jr. (lacht). Al zal niet iedereen het daarmee eens zijn.
Soms zeggen mensen dat Willy een zender is voor oude mannen.
Ja (schaterlach), het is een moeilijke! Moest ik een hele week naar Willy luisteren – wat ik overigens niet doe – dan zou je toch tot de conclusie komen dat dit een valse perceptie is. Het komt misschien door de aanwezigheid van mannen als Luc Janssen, Marcel Vanthilt of mezelf.
Maar er is meer….
Andries Beckers is voor mij een ongelooflijke ontdekking. Wat een muziekkenner is dat zeg! We kennen hem van metal, maar dat blijkt maar een zijweg te zijn uit zijn muzikale ik. Sien Wynants die we zouden moeten kennen uit een Ketnet-verleden is dan weer gewoonweg een geboren radiomadam die een enorm frisse kijk op alles heeft. Zelf vind ik bijvoorbeeld dat er op de radio een goed reggae-programma ontbreekt.

Waarom maak jij dat dan niet?
Omdat ik daar veel te weinig van ken. Er zijn nog zoveel andere substromingen in de muziek die daarom vragen, maar hier zit je ook weer in het vaarwater van die oude mannen! Iemand die zeer in de nillies zit – een verschrikkelijk woord overigens – is Annelies Orye. Dus Willy gaat best wel breed hoor, denk maar aan Cedric Maes die volop in de jaren 70 zit. Wij zullen nooit alternatief zijn om alternatief te zijn. Kijk naar een Eppo Janssen, die draait er z’n hand niet voor om op een fuif plotseling ABBA te draaien, simpelweg omdat hij dat goed vindt. We associëren hem wel vaak met de man die weet wat de B-kant van één of andere Japanse release is, maar eigenlijk is Eppo gewoon een soort van Mauro: multi-inzetbaar, polyvalent en uiteraard kenner tot en met. In de toekomst gaan we ook nog wat meer inzetten op podcasts of onze slogan “music matters”. Zo heb je bij ons ook wel reclame- of nieuwsblokken, maar wij gaan daar de muziek niet voor in twee gaan kappen. Neen, bij Willy staat de muziek voorop. En dat vind ik een tof concept.
De liefde druipt er bij jou inderdaad vanaf.
In de herfstdagen is het vlug donker en dan vraag ik me weleens af waarmee ik bezig ben, zeker wanneer ik om negen uur de studio verlaat en er amper nog iemand aanwezig is. De enige die dan nog present is, is de security. Maar een kilometer verderop waan ik me gelukkig dat ik op mijn 59e nog Comsat Angels op de radio mag draaien. Zeker omdat ik mijzelf afvroeg waarom er met zoveel goede muziek niets gedaan wordt. Bij Willy stonden de sterren gunstig en het is bovendien ook nog eens vernoemd naar een gitarist van één van de beste Belgische bands ooit…
Radio Willy: Facebook – Instagram – Website