Vrijdag, hier en daar noemen ze dat de eerste dag van Pukkelpop maar voor ons was het de tweede. Je zou de donderdag ook dag 0 kunnen noemen of de vrijdag dag 1bis maar dat klinkt net wat minder. Dus houden we het op de tweede dag op Pukkelpop. We stonden, licht gepakt, al heel vroeg op het terrein. Een terrein dat op dat moment akelig leeg was. Op ons programma voor de dag stonden niet minder dan 13 groepen aangestreept. Ons perfecte programma bijna zonder overlapping. Maar Pukkelpop zou Pukkelpop niet heten als er niet wat pukkels rondgestrooid waren.
Onze dag begon in de Art-Yard, een uithoek van het terrein waar je een festivalbeleving kan doen die wat ruimer is. Je kan er bijvoorbeeld pingpongen doorheen een houten olifant of spelen in een ballenbad. Wij gingen even kijken hoe Grimm de festivalgangers metal-yoga aan het bijbrengen was. We dachten dat het een grapje was, maar het bleek bittere ernst want een handvol mensen zat op yoga matjes rekoefeningen te doen. Het begon allemaal wat braafjes op muziek van Tool maar even later was er ook een heuse circle pit.
In de Marquee was Jeff Neve toen al begonnen aan een portie klassieke muziek. Hij bracht een stukje uit Farinelli. Jef deed de intro op schoolmeesterswijze en vroeg of we daar al van gehoord hadden: het is een film uit 1991, wie was toen al geboren? Jawel, we waren al geboren Jef. Ere wie ere toekomt, het liedje was wel knap gezongen.
De eerste band op ons lijstje was Robbing Millions die helemaal terug zijn na een onderbreking sinds 2017. Meteen op Pukkelpop staan staat alvast goed op je cv. Ze werden volgens het boekje aanbevolen als een band die wat deed denken aan Mac DeMarco, maar dat vonden we toch niet. Mac DeMarco is veel meer ambiance op het podium. Wat we wel hoorden waren mooie liedjes met een smaakvolle cocktail van gitaren en elektro.
Een van onze favorieten op dit vroege uur was Dounia, die we in de Lift aan het werk konden zien. Deze New Yorkse bleek een spraakwaterval. Opvallend was dat ze in vergelijking met haar Instagram heel erg doordeweeks was gekleed met sloppy jeans en een very casual t-shirt. Maar ze deed wat haar fans van haar verwachtten: hiphop en r&b mengen tot een smaakvolle aperitief vol slome beats en teksten over het leven. Het was leuk om te zien dat er echt wel mensen waren die haar en vooral haar teksten kenden. Niet zo evident want deze dame brengt vooral muziek uit via Instagram en op tape. Haar recentste tape, die ondertussen ook op Spotify te vinden is, heet Scandal en daarover zei ze dat het gaat over situaties waarvan je zegt: “This sucks but is also kinda awesome”. Ze bracht ook haar grootste ‘hit’ Rich Girl Mood en die werd door het handvol mensen hier alvast meegebruld. Nu waren we wakker.
Omdat er in de Marquee veel volk stond, gingen we daar even gaan kijken. Pukkelpop is een festival waar je je al eens kan laten verrassen. Voor ons was er zo een moment met Eefje De Visser. Op papier leek ons dat niet iets wat we direct wouden zien maar dat viel eigenlijk reuze mee. Eefje De Visser staat voor mooie luisterliedjes zoals Zwarte Zon, Staan en Scheef. Ze bracht ook een knappe nieuwe single Lange Vinnen. Het deed ons wat denken aan Enya of wat Björk doet met die zweverige stemmen die zingen als zeemeerminnen over een wolk van elektro. Ook live was het feeëriek met een classy choreografie en veel rook. Dit is zeker iets wat we ook thuis eens willen beluisteren.
De Pukkelpop app verwittigde ons dat we dringend naar de Castello moesten want daar stond MDCIII. Deze mannen moet je echt live aan het werk zien om te begrijpen wat ze teweegbrengen. Mattias De Craene dirigeert als het ware met z’n sax de tantrische drums van Simon Segers en Lennert Jacobs. Het is als een ritmische dans vol jungle geluiden waarmee je zacht wiegend in trance kan gaan. De perfecte muziek voor wie de metal yoga miste. Er was behoorlijk wat volk opgedaagd en opvallend: het volk bleef staan. Opmerkelijk want wie het programma goed bestudeerd had (wij ook) wist dat dit betekende dat Nilüfer Yanya geen optie meer was.
De volgende stop op dit avontuur was de Marquee waar Inhaler z’n opwachting deed. Gelukkig voor ons hadden ze wat vertraging zodat we nog een mooie plaats konden bemachtigen bij deze jonge, Ierse band. Uithangbord is uiteraard die leadzanger met veel branie en een gigantisch charisma die ook nog eens de zoon van Bono blijkt te zijn. Hun muziek kunnen we bij de betere postpunk klasseren, maar niet om ze daar in de kast stof te laten verzamelen, want deze band heeft alles om een fantastische toekomst tegemoet te gaan. Goede songs, fantastische klank en een frontman die op zijn eentje jonge en oudere fans mee op sleeptouw kan nemen. De rest van de band leek wat overdonderd door de massa in de tent maar Elija Hewson bleek er duidelijk energie door te krijgen. “This is our first concert in Europe” riep hij – het zal ongetwijfeld niet het laatste zijn.
Van de Marquee moesten we naar de The Buzz want daar zou 5 minuten later Shht een performance geven. Het is zoals in het dagelijks leven: als je de bus mist, dan rateer je ook de fun. We waren met velen, het voelde wat aan als het wereldrecord mensen in een bus, maar het was dolle pret. Het zuurstofgehalte was niet hoog en het zweet spatte in het rond. Voor een aantal gasten was dat net teveel van het goede en ze hielden het dan ook al voor bekeken na een eerste klauterpartij van Michiel over de meute op de tonen van Soup. De tekst van dat lied vatte even alles samen: “Sometimes I can’t control myself”. Maar er was ook tijd om even ‘stil’ te staan bij het leven in Life of te genieten van een beetje zuurstof met een heerlijke polonaise op de tonen van Morning Coffee. Wie er bij was zal het beamen: dit was hét optreden van Pukkelpop 2019. Maar goed, “de waarheid bestaat niet” zei Michiel nog of misschien in een parallel universum. En er zijn wellicht beelden van op Youtube!
Na de sauna met Shht moesten we even bij onze positieven komen en dat konden we bij Portland. De Marquee stond afgeladen vol. Portland is een puur Belgisch goudhaantje dat zelfs nog hun debuut niet uit heeft. Ze hebben wel een mooie set liedjes en het publiek is helemaal mee. Die Marquee is echt wel een gigantische zaal maar die kregen ze helemaal stil – heel indrukwekkend om te zien!
Dit was het moment waarop ons schema helemaal in het honderd liep want hoewel er Frank Carter & the Rattlesnakes, Big Thief, Flohio en Brihang op prijkten gingen we richting Art-Yard waar Ghost z’n showcase had. Het leek wel een Gentse enclave met veel volk uit het Gentse uitgangsleven. Bij het binnenkomen hoorden we iemand zeggen “dat slaat gewoon op niks”. “Dat” bleek in dit geval Hantrax te zijn: een dj en een danser die vooraan staat en toont hoe je losgaat op deze agressieve beats. Getooid in een opgetrokken voetbalshort en met bloot bovenlijf stond die danser daar te springen alsof het helemaal niet warm was. De dj draaide aan de knoppen en kreeg daarbij een gekleurde projectie op het aangezicht. Het duurde spijtig genoeg maar 15 minuten maar dit was raven volgens het boekje. Van Raven gesproken Raveyards was de volgende in rij. Dit keer stond Brennt Vanneste (Stake) aan de knoppen, geflankeerd door Joris Casiers (ook Stake) en François de Meyer. Brent en François brengen ook een soort lyrics, maar die zijn, vermengd met de beats eigenlijk ondergeschikt. We zagen ook nog de dj-set van Jiheavy die gehuld in een zwarte cape iedereen overtuigde dat je W-festival ook gewoon in Pukkelpop kon beleven met zijn her-interpretaties van Los Niños Del Parque. We willen vooral nog iets kwijt over Dolly Bing Bing. Die laatste is een zeer excentrieke verschijning die een act brengt die heel mooi en prikkelend is maar die je tegelijk een onbehaaglijk gevoel geeft omdat je je wat voelt als een voyeur. Ze danst een soort ballet terwijl twee dansers (een man en een vrouw) rond haar kronkelen als slangen rond medusa.
In de Club was de volgende klant Raketkanon. We hadden wat voorbehoud want die Club is echt wel een grote tent en tot nu toe zagen we Rakotkanon vooral spetteren in zaaltjes waar het publiek haast tegen het podium staat. Op Pukkelpop is zoiets ondenkbaar natuurlijk. Er was opvallend meer security in de front. Wat doe je met de richtlijnen over crowdsurfen als een band als Raketkanon ten tonele komt? Het Raketkanon embleem lichtte op en Pieter Paul begon over Fons te zingen “iaaiaiah ah” en hupsakee daar was de moshpit. Die komt altijd waar je ‘m niet verwacht. Als je vooraan staat in een kleinere zaal dan zit je er middenin, links of rechts – het maakt niet uit waar je staat. Maar op Pukkelpop is dat net iets anders. Toegegeven wij zaten niet op de goeie plek waardoor onze ervaring deze keer wat anders was. Ayco riep nog dat iedereen hier wellicht Raketkanon al eens zag en klaar was voor die muilpeer. Jawel we waren klaar maar bij ons was het dus hooguit een klein duwtje van iemand die een duw had gekregen van iemand die een duw had gekregen. Naast Fons waren ook de anderen van de partij: Nico van der Eeken, Florent , Judith en uiteraard ook Ricky, het nieuwste vriendje uit die laatste plaat. Het publiek was helemaal mee in deze bizarre noisetrip. Pieter Paul overschouwde de troepen een paar keer vanop de ijzeren balustrade, maar uiteindelijk was de roep van die moshpit toch te groot en ging hij ook over het publiek heen. Eerst op de knieën en dan op de buik op de tonen van een van de andere kindjes. De security zag het met lede ogen aan en trok dan maar een aantal andere crowdsurfers nogal hardhandig uit hun trip, in de hoop om een botsing met PP te vermijden. Helemaal op het eind was er ook nog Chérie maar dat is van die andere Belgische charmezanger.
We schrapten uiteindelijk Franz Ferdinand van ons menu om een mooie plek te veroveren voor Idles. Na hun passage in Antwerpen waren we benieuwd of ze die vertoning nog eens konden overdoen. De Britten hadden er duidelijk veel zin in, ze trapten het optreden direct op gang met Heal/Heal en Never Fight A Man With A Perm. Mark Bowen huppelde in zijn ouderwetse blauwe onderbroek heen en weer over het podium terwijl zanger Joe Talbot het publiek opzweepte. Moshpits ontstonden hier en daar op de voorste rijen maar ze deinden uit tot verder dan het midden van de tent. Rondom ons zagen we meerdere mensen die zich als een plank lieten vallen met de vraag om hen over de massa te tillen. Je leest het, het was een chaotisch punkfeestje om u tegen te zeggen. Ook hier waren er zenuwachtige veiligheidsmensen. Om de beurt sprongen Bowen en Talbot met een micro in het publiek en midden al die chaos slaagde iemand er zelfs in om tussen de artiesten in te beginnen springen. De security wou hem ontzetten maar dat was buiten de frontman gerekend die met een stevige “Hey” die kleerkasten wegjoeg. Hoewel er geen echte aanmoediging nodig was deden ze ook nog eens het sit & jump spelletje met als gevolg dat nog meer mensen in die moshpit werden opgeslokt. Volgende jaren moeten ze bij Pukkelpop echt op zoek naar een andere veiligheidsregeling want zeker in het punk genre is de nabijheid van het publiek een vereiste voor een legendarisch concert.