Geen festival ter wereld kan tien dagen muziek programmeren met de ogenschijnlijke ambitie om elke dag 15.000 andere fans te lokken naar de magische Kaai zoals de Lokerse Feesten. We hadden onder meer een avondje Nederland, de metal- en de new waverige dag. Dinsdag 8 augustus was Britpop Tuesday. Deze festivaldag zal echter de annalen en de geschiedenis ingaan als de dag waarop Blur massahysterische taferelen opriep, regen en bekers water over de Kaai kieperde en finaal misschien wel het beste concert ooit op de Lokerse Feesten heeft gespeeld. We leggen dit hieronder graag uit. Maar er waren nog optredens die dag. Kan iemand die zich nog herinneren? Nee toch? Wij gelukkig wel.
De druilerige avond werd ingezet door Baxter Dury, niet de eerste de beste en geen familie van voetbalcoach Francky, maar wel de zoon van wijlen Blockhead Ian Dury. Zo haalde hij als klein manneke al de hoes van papa’s album New Boots And Panties. We gaan ervan uit dat zijn nieuwe album I Thought I Was Better Than You geen familiekwestie uit de doeken doet, maar we zijn over het algemeen niet zo wow onder de indruk van het nieuwe materiaal.
Live blijft Dury wel een podiumbeest, je zou het hem niet nageven op foto. Stilstaan is geen optie en geen verkeerspolitieagent ter wereld kan zijn hyperkinetisch gedrag op een druk kruispunt naar keuze simuleren. Muzikaal situeren we hem tussen postdisco en indierock, met een vleugje avant garde en new wave.
I Am Not Your Dog was groovy electro op zijn Johnny Jewels maar met de combinatie tussen een lijzige Franstalige zangeres en zijn naar Gainsbourg hengelende croonerstem. Dit werkte absoluut op een buitenpodium ondanks de vervelende regenbuien die de aandacht wat afleidden.
Het oudere Palm Trees paste op zich beter bij zijn podiumgekte waar de pianiste met zwart ushanka-achtig hoofddeksel en de andere bandleden eerder standbeeldachtige poses aannamen. Oké we zagen haar vaak smakelijk lachen, dat is waar. Baxter (These Are My Friends) was een samenwerking met Fred Again en dus per definitie een ‘beats-driven’ vreemde eend in de Dury-bijt. Dit soort nummers en zijn présence zorgden er voor dat zijn concert de hele tijd boeide zonder echt opzien te baren.
We zijn één keer naar de StuBru-club afgezakt, en dit voor Ada Oda. Dit Brussels kwintet staat garant voor springerige feestjes, wat misschien de reden is dat ze hier stonden. Er is echter niets Brits of Britpoppy aan hun sound, maar niettemin was hun optreden een voltreffer. De band draait rond zangeres Victoria Barracato die benadrukte dat ze uit Brussel komen en niet uit Italië. Met zo een naam, en het feit dat ze in het Italiaans zingt in het achterhoofd, lijkt de kans groot dat ze dit tot in den treure zal moeten blijven uitleggen. Ze is overigens van Siciliaanse origine en de dochter van charmekoning Frédéric François, de meest succesvolle onbekende zanger die ons land rijk is.
Victoria onderstreept ook altijd dat ze een band zijn en ieders rol onmisbaar is. Dat is ook zo want de ritmesectie is erg opzwepend en de gitaren van de erg geïnspireerde Marc Pirard en Aurélien Gainetdinoff gaan meermaals in duel. Ze kunnen zo figureren in een sketch van De Roze Ridders uit Buiten De Zone, en we schrijven dit uit het grootste respect en als grote fan van die serie.
Stanca Di Te liet al haarfijn horen waar de band voor staat, heerlijk voortkabbelende indierock, veel weerhaken en een onweerstaanbare neiging om naar postpunk over te hellen. Amore Debole danste met Domani op dezelfde koord verder en we werden weer gecharmeerd door het zuiderse stemtimbre van La Barracato, een bevallige frontvrouw in een sierlijk kleed gehuld.
De krappe frontstage in de club had even een hilarisch neveneffect toen Victoria in het publiek ging zingen en niet meer terug raakte. Mai Mai Mai was een meezingmomentje en met Niente Da Offrire gingen we de postpunk met newwaveflair toer op. In Piazza sloot daar wonderwel bij aan en was een heerlijke ons onbekende song. Victoria zong dan vanop de stoere schouders van Pirard en we houden van de manier waarop ze Il Caos door de sportzaal joeg. Een grappige anekdote was het verhaal dat Victoria in december een ticket voor Blur had gekocht om dan zoveel maand later vast te stellen dat ze dezelfde avond hier sowieso zou zijn om te spelen.
Non So Che Cosa Ne Sarà Di Me is een mondvol maar was vooral de fijne afsluiter van een alweer erg overtuigend optreden van Ada Oda. We hebben het gecheckt. Ze heeft Blur zien optreden.
Ondertussen was het buiten hard aan het regenen, niet meteen de gedroomde setting voor een optreden van Hot Chip. De felle regen had – behalve de logica zelve dat iedereen nat werd en meer bezig was met het positie innemen voor Blur – een negatieve visuele impact op het podium. Het viel al op bij Baxter Dury, maar nu zeker. De instrumenten stonden ter bescherming tegen de nattigheid vrij diep op het podium waardoor de bandleden vanuit de frontstage en de eerste tientallen rijen eigenlijk nauwelijks zichtbaar waren. Dury compenseerde door vooraan post te vatten. De synthpopartiesten uit Londen deden zich op papier wel voor als hete patatjes, maar ze blonken nogal uit in een verregaande staat van lethargie.
Ze brachten uiteraard hun gekende dansbare electro, maar het was bijna veelzeggend dat op één van de keyboards een resem handdoeken lag. Ze speelden ook eerder als een natte dweil. Veel skills en vakprecisie, maar nauwelijks bezieling waardoor hun Barbie-outfits eerder wenkbrauwen deden fronsen dan ze voor extra sfeer zorgden. Als je naast je kijkt tijdens een Hot Chip-concert en je hoort de persoon naast je “nog 43 minuten” zeggen, dan weet je genoeg. Om drankjes gaan was geen optie meer want we konden nauwelijks nog bewegen want de Blur-gekte was al volledig doorgesijpeld tot een stuk voorbij de geluidstoren. Het contrast tussen de bubblegum-backdrops, de roze tinten in de kledij en de onbeweeglijkheid en het gebrek aan interactie deed iedereen meer naar buienradar kijken dan naar het podium.
One Life Stand is op plaat wel leuk, maar in Lokeren sloeg de vlam niet meer in de doorweekte pan. Afzakken naar de Club voor het optreden van Warmduscher was ook geen optie want terug vooraan geraken was al lang uitgesloten. Een warme douche was anderzijds geen overbodige luxe in volle ontzomering. Ready For The Floor was bekend genoeg om toch te doen besluiten dat het allemaal zo slecht niet was en de omstandigheden vooral tegen zaten. Hungry Child was de apotheose van een concert dat eigenlijk niet wist te boeien en dat kon nooit de bedoeling zijn. Het beleefdheidsapplaus bij het verlaten van het podium werd plots euforie toen de letters B,L,U,R uit het dak van het podium omlaag kwamen. Die werden aan stroom gekoppeld en terug naar hogere regionen geleid. Dat waren 55 seconden die meer de aandacht trokken dan 55 minuten Hot Chip.
De dichte drommen fans die vooraan bij elkaar gepakt stonden, waren bij lange niet allemaal fruitige veertigers en olijke vijftigers. Er waren veel jongeren wat een erg leuke vaststelling bleek. Vermits optredens van Blur eerder een rariteit blijven waren opvallend veel Britten en Nederlanders afgezakt naar het festival. Wie echt té jong is om Blur te kennen, vlug even schetsen waarom dit optreden al maanden uitverkocht was en de band recent voor 2 x 90.000 fans speelde in Wembley. Blur was een buitenbeentje in de grungejaren ’90 want ze speelden postpunk avant la lettre aan de ene kant, met absurd meezingbare popsongs aan de andere kant. Frontman Damon Albarn heeft inspiratie in overvloed, getuige zijn andere projecten The Good, The Bad And The Queen en uiteraard Gorillaz.
De laatste keer België was Werchter, tien jaar geleden, en sindsdien lag de band eigenlijk acht jaar in de koelkast om er dit jaar verrassend fris uit te komen met de nieuwe plaat The Ballad Of Darren onder de arm. Weetje van de dag: Darren is lid van de vaste security squad van Blur.
In de nineties schreven Albarn, gitarist Graham Coxon, bassist Alex James en drummer David Rowntree geschiedenis met een paar geniale platen en een belachelijke dosis superhits.
Blur kwam om kwart na tien het podium opgestapt. Neen, gewoon gestapt inderdaad. Ze kwamen niet uit de grond naar boven of werden niet via UFO’s met vuurspuwende tongen afgeleverd aan bloeddorstige fans. Het waren ‘just four regular lads from the UK’ die anderhalf uur lang samen liedjes wilden spelen en zich ondertussen kostelijk zouden amuseren. Het lichtgevende paneel met de letters van de band waren met een occasionele backdrop de enige visuals waarop ze beroep deden. Blur liet de muziek voor zich spreken, ruim anderhalf uur lang waarbij ze het ene geniale tijdloze nummer na het andere brachten.
Blur startte de zegetocht met het nieuwe St. Charles Square, het meest uptempo nummer van een voor het overige kalme maar knappe plaat. De voorste 50 rijen werden bij het tweede nummer There’s No Other Way al meteen herschapen in een kolkende danszee. Het was meteen het oudste nummer uit de set, geplukt van de debuutplaat Leisure. Het geweldige Popscene uit nagenoeg dezelfde periode werd gespeeld alsof het kakelvers was. Idem voor elk nummer overigens!
Albarn daalde het podium af en ging tussen het publiek staan, vastgehouden aan de rand van het hekken om Tracy Jacks om te dopen tot een met de vuisten in de lucht luidkeels meegebrulde popsong. Ook Trimm Trabb zorgde voor hetzelfde effect. Het publiek werd steeds meer meegezogen in de heerlijke vibe die Blur ontwikkelde en na Beetlebum was het één langgerekt volksfeest dat met niets kan vergeleken worden.
Het duo Country House-Parklife was één oase van dansende, zingende, springende en met de armen wiegende fans. Albarn maakte ondertussen indruk. Niet alleen omdat zijn stem nog steeds prachtig klonk, maar vooral door zijn charisma en zijn talent om op het juiste moment te kiezen voor een momentje ‘dollen met de fans’. Hij had het onder meer over het typisch Engelse klimaat waarin we al weken leven, over zijn voorliefde voor België waarbij hij ons aanmoedigde te tonen dat we fellere feestjes kunnen bouwen dan de Fransen en over het Engelse woordje ‘a keith’ dat is afgeleid van zijn vader, en een vuil windje, een briesje betekent. Het klonk even grappig als ongeloofwaardig.
Albarn deed dan iets bijzonders. Hij vroeg of een fan To The End wilde komen meezingen dat aanvankelijk al foutief werd ingezet door James. De fan heette Maxim en hij mocht het Franstalige luik van de song zingen, en ondertussen stond hij daar arm in arm met Albarn. Coxon kreeg zijn zangmomentje tijdens Coffee & TV en dan kwam een wervelend trio voorbij met Girls And Boys, Advert (van Modern Life Is Rubbish, en met Coxon die zijn gitaar eerst in de versterker ramde en die nadien de lucht in zwierde om ze feilloos te vangen) en Song2.
Dit concert omschrijven in hoogtepunten is een schier onmogelijke opdracht want het was een lawine aan krakers, partysongs en meezingmomenten. This Is A Low luidde dan het ‘rustiger’ slotkwartier in met de beste gospelsong ooit, Tender, en het heel mooie nieuwe The Narcissist. Naast ons stond een Britse met tranen in de ogen tijdens het laatste nummer, The Universal, dat epischer dan ooit klonk.
We hoorden doorwinterde (geldt ook voor winterse zomermaanden, dus geen probleem) festivalgangers uitspraken doen die perfect weergeven welke impact Blur had op een overvol gepropte Kaai. “Neen, ik heb me al lang niet meer zo gelukzalig en euforisch gevoeld in een publiek als gisteren. “ “Dit moet het beste optreden ooit geweest zijn op de Lokerse Feesten, beter dan The Stooges in 2005”. “We zagen toch het beste festivaloptreden van deze zomer”. “Heb je dat spelplezier gezien, dat was zo hartverwarmend”. “Hij heeft mijn hand aangeraakt, ik ga dit nooit meer wassen”.
Conclusies trekken was nog nooit zo makkelijk. Blur was ontwapenend, koos voor een setlist die de essentie van de band perfect weerspiegelde en toonde aan dat een band ook anderhalf uur lang de fans kan gekneld houden in een omzwachteling van euforie en adoratie zonder hiervoor gebruik te moeten maken van peperdure lichtshows en pyrotechnisch materiaal. Blur liet de songs voor zich spreken en die songs zijn tijdloos en dat bewees het jonge volkje op de Kaai. Het simpele feit dat iedereen op social media een soort van “ik was er bij”-post plaatste, onderstreept alleen maar de diepe indruk die het concert heeft nagelaten.
How we like to sing along
Though the words are wrong
It really, really, really could happen