Whispering Sons moeten we niet meer voorstellen. Op 10 april veranderde het leven van deze jonge Limburgers door de meeste prestigieuze rockwedstrijd van dit land te winnen. Hoewel nog met beide voeten op de grond, zweeft Whispering Sons vandaag tussen de kleine undergroundclubs en de meer bekende zalen van ons land. Koen Camaert, programmator van de Kinky Star, was één van de eerste die snapte dat Whispering Sons zeer veel toekomst had. Koen greep in zijn archief om te zien wat hij destijds over hun schreef…
Van zodra de diepe vrouwenstem (denk aan Anna Calvi) ons in Marble White tegemoet komt, wordt de definitieve toon van de ep gezet. Naast de eerste sterke zet van de band uit Helchteren, die als mannelijk viertal begon, en er nadien het perfecte puzzelstukje aan toevoegde, sturen de synths en de drumpartijen ons meteen naar de juiste tijdzone: de eighties. We kunnen er niet omheen dat deze band voorbij hun geboortedatum heen, vol bewondering op de donkere muziekgeschiedenis terugblikte.
De vier songs laten spontaan de ogen sluiten, het hoofd eerbiedig vooroverbuigen en vragen schuchter om een ingetogen, schuifelende danspas. De gitaarlijnen krijgen telkens weer een prominente plaats, maar de balans tussen de dreigende ritmesectie en de melodie komt nergens in het gedrang. Nu eens kabbelend, dan weer opzwepend, maar vooral steeds overtuigend.
De eerste drie songs, van eigen hand, laten een volwassen geluid horen dat ergens het midden vindt tussen bands als Cocteau Twins en Joy Division. De bandnaam, die ze ontlenen aan de Deense new wave band Moral (1981-1985), krijgt met een geslaagde cover van het titelnummer van Morals debuutcassette het laatste woord.
Een ep die als demo-cd wordt omschreven, maar toch als volwaardig debuut(je) kan gelden. Dit vraagt om een podium én een opvolger.
En jawel, dat podium was er een paar maanden later, in de Anspachlaan en de rest is nu al geschiedenis.