Ward Dhoore verschijnt tegenwoordig in verschillende vormen. Vorig jaar verraste hij ons met zijn groep Spilar door een album los te laten dat het woord viert, van melancholische vissersliederen tot eeuwenoude liefdesballades. Op It Was All Heart laat hij dan weer enkel de muziek spreken: met piano, harmonium, synthesizer en soundscapes creëert hij tien instrumentale composities die de verwondering prikkelen en dagdromen oproepen.

Op de hoes struint Ward door een eindeloos loofwoud. Een beeld dat we al vaker gezien hebben, van Boudewijn de Groot tot Taylor Swift, maar hier past het: de componist neemt je mee op ontdekkingstocht, op zoek naar de plek waar de zon door de kruinen schijnt en naar verborgen paadjes die op geen enkele kaart te vinden zijn. Je hoort de invloeden van Wards reizen als toerende muzikant door heel Europa en Noord-Amerika en van de folk en hedendaagse klassieke muziek die hij al jaren onderdak biedt op zijn label Trad Records.
Ward laat zich dan ook vergezellen door de beste muzikanten: Esther Coorevits op altviool, Daniel Herskedal op tuba en bastrompet, Seraphine Stragier op cello, Louis Favre op drums en Oscar Beerten op de prachtig resonerende Hardangerviool, een onmisbaar element uit de Noorse volksmuziek. Wie de single Balloon House al hoorde, meteen het prachtigste nummer van het album, weet een beetje wat te verwachten.
Geïnspireerd door een architect die met zijn gezin in een opblaasbaar ballonvormig huis woonde, omringd door de natuur, weeft het gezelschap dit filmische stukje weemoed, of weemoedige stukje filmmuziek. Nieuwsgierig zet het stapjes in die grote wereld, tot halverwege de ballon echt opstijgt en we samen het luchtruim doorkruisen.
Soms lijken de composities gemaakt voor een epische vertelling die enkel op het grote scherm tot haar recht komt, zoals in Järvsö Lanthandel, soms zijn ze uitgepuurd en intiem als in Song For O. Dat laatste kregen we drie jaar geleden op Piano Day al cadeau, met de boodschap dat het ontstond als troost voor vrienden bij het verwerken van een verlies. “Het nummer begint dan ook erg ingetogen, tot er na een minuut een nieuwe melodie de kop opsteekt”, schreven we toen. “Uiteindelijk gaat die met babystapjes op verkenning in de wereld wanneer Wards vingers voorzichtig over de toetsen beginnen te dansen, waarmee hij ons op het hart drukt dat er altijd nieuwe hoop is.”
De gehaaste medemens, die hier snel even een nummertje van wil meepikken tussen pendeltrein, werkplek en zevenhonderd andere verplichtingen en bezigheden, moeten we teleurstellen. Wie de tijd kan en wil nemen om deze muziek in al haar schakeringen te ontdekken, reikt Ward de hand: kom, medereiziger, we gaan samen op avontuur.


