Wishing Well, het album dat Undskyld drie jaar geleden op de psychedelische rockkaart zette, heeft sinds 5 juni een opvolger. Die heet kortweg Smokey en presenteert zich als een sonische trip en een wazige zoektocht naar ademruimte in een wereld van hallucinante obstakels. De band bestaat uit Alec De Bruyn, Egon Loosveldt, Menno Buggenhout en nieuwkomer Saar van de Leest (taishegoto en klarinet) en geniet een uitstekende live reputatie. Dat hoor je meteen want de groovy soundscapes zijn niet van de lucht. Je kan hen bijvoorbeeld al aan het werk gezien hebben met La Jungle en Iguana Death Cult.
Smokey werd opgenomen in de studio Chez Freddy, en werd gemasterd door Uwe Teichert wat resulteerde in subtiele extra lagen en verdubbelde zanglijnen in vergelijking met het debuut. Weetje van de dag: het artwork komt van de vriendin van Alec, Amber De Saeger, uit haar werk Selfies Of The Mirror Persona. De plaat komt voor de vinylfetisjisten onder ons uit in een beperkte oplage van 150 handgenummerde exemplaren op rokerig transparante vinyl. Maar hoe klinkt rokerig vinyl nu ook weer?
De smokey shizzle spat meteen van de muren tijdens Smokey Rolling, badend in seventies psychedelica. Een band als The Black Crowes, wie kent die nog, heeft haar groenten met dezelfde potgrond geteeld. Het nummer kabbelt aanvankelijk lentefris door je speakers maar de knopjes worden halfweg duchtig opengedraaid om de song te laten expanderen naar een opwindend freestyle seventies funky rock orgie. Let it roll guys & girl! Cannibal Love tapt dan weer uit een ander vaatje nu de cafés weer open zijn. Dit klinkt als een mengeling tussen early bluesy Soulwax en Absynthe Minded. Heerlijke variatie en dito song. De rollende bas neemt over en doet de song naar het heden katapulteren met injecties Wallace Vanborn en The Guru Guru.
Pardon. Aja, want dat is dus de vertaling uit het Deens van het woord Undskyld. Nummer na nummer schept de band een geheel andersoortig pareltje uit decennia invloeden. Neem nu Smokey Wading dat het midden houdt tussen Mark Lanegan en Jeff Buckley. Een fantastisch nummer, punt aan de lijn. Smokey Water voelt erg Doors-achtig aan door de dreigende orgel- en ondertoon. Maar het dweept vooral met de seventies hardrock van Wolfmother, om niet steeds naar Led Zeppelin en Deep Purple te moeten verwijzen. Oeps. Mislukt. Dat is Moonsick Mummies allerminst. Een ziedend nummer in de traditie van Soundgardens Rusty Cage. Undskyld verandert het geweer van schouder nog vóór de gewrichten stram beginnen aanvoelen en blijft op deze manier een boeiende broeierige cocktail mengen.
De stem van Morrissey lijkt dan plots te weerklinken tijdens een verbluffend sterk Sound Shadow. Slackerrock die uitmondt in vette stonerakkoorden. Een balans opmaken is zelden zo makkelijk geweest. We krijgen ook niet alle dagen platen voor de neus geschoven waar werkelijk geen enkele grondverzakking de funderingen op losse schroeven dreigt te zetten. De psychokrautjazzgrunge van No Dreams dingt zelfs onbeschaamd mee naar de titel ‘blikvanger van de plaat’. Hoeveel rijen er zullen mogen staan bij het eerstvolgende concert van de band is nog koffiedik kijken. Dat wij op de eerste rij zullen staan, is al een vaststaande zekerheid. Fading out doen we met Fading In, het zoveelste dampende pareltje waarvoor Undskyld geen excuses dient boven te halen. Pardon!