Het midden van de jaren tachtig: harde winters, Elfstedentochten, school en een groepje dat, net als The Smiths in die barre jaren, het ijs wat kon doen smelten. The Jesus and Mary Chain, die zich zwaar misdroegen binnen de kantlijnen van seks en drugs en rock-‘n-roll en die rock-‘n-roll in één moeite door heruitvonden. Luister naar Psychocandy, hun debuutplaat uit eind ’85 en besef dat zoiets nu niet meer kan. Het waren Andere Tijden. Niet dat we daarin blijven hangen zijn, maar het kwam toch als een verrassing toen we gisteren vernamen dat de Berlijnse Muur gevallen is. We zijn weer mee.
Het niveau van hun eerste drie lp’s gaan ze nooit meer halen en dat kan ook niet en dat hoort ook niet. Broers Jim en William Reid zijn net als wij niet meer van de jongsten – ja, wij voelen dat – al maken ze nog altijd die songs met weerhaken aan. Wat al een glorieuze aanvang neemt in opener Venal Joy waarin alles piept en bliept en Jim Reid dingen zingt als “I’m addicted to love so we can fuck on the table”. Bad boys forever.
Jamcod was dan weer een single, die kennen jullie al. En horen jullie de rest te kennen? Met vlagen, zoals het huidige weer. Natuurlijk staan hier Songs met grote S op, zoals Pure Poor, dreigend en doemend als vroeger. Of hun hoogst persoonlijke ode aan de rock-‘n-roll genaamd The Eagles and the Beatles, waarin weer wat van hun vroegere feedbacksnaren zitten, maar die vooral zegt: we zijn een dagje ouder, mensen. En er is Girl 71, gewonden rond een riff van Lou Reed wiens geest overigens courant aanwezig is op deze Glasgow Eyes.
De broers Reid schijnen hiermee te willen een eind maken aan hun ooit zo zondige wegen. Nog één keer terug naar hun slaapkamer in East Kilbridge, Glasgow, waar ze als jonkies en junkies hun plaatjes van The Velvet Underground draaiden.
Zou dit hun afscheid kunnen zijn? Misschien. Nog live te zien op 23 april in de AB. Kan de laatste keer zijn. Alles kan de laatste keer zijn.