Als zelfs de Nieuw-Zeelandse olijkerds The Datsuns voor het eerst met nieuw materiaal op de proppen komen sinds 2014, dan is het garagerockgenre nog lang niet dood en begraven. Het is ondertussen ook al 20 jaar geleden dat de band rond frontman en zanger Rudolf ‘Dolf’ de Borst hun met ‘70s invloeden verrijkte grungy sound op redelijk overtuigende wijze aan de wereld etaleerde. Beavis & Butthead waren zelden zo actueel als in de geweldige rockklassieker MF From Hell. Het slechte nieuws is dat de nieuwe Eye To Eye geen dergelijke ‘fist in the air against Covid you lot’-vibe uitademt. Het goede nieuws is dan weer dat de band met ouder worden ook volwassener en minder vergankelijke nummers heeft leren schrijven.
Klassieke Deep Purple riffs en seventies orgels passeren al met smaak de revue in opener Dehumanise. De Ritchie Blackmore pet staat je goed Phil Somervell. Phil vormt met ritmische flair een gevierd duo met Christian Livingstone die fijn afgestelde fuzz en heerlijke akkoorden toevoegt aan de lawine aan riffs die progrockgewijs aanhoudt tijdens Warped Signals. We zitten nog steeds in het jaar 1971, althans zo klinkt de plaat tot nu toe. Tijdens White Noise Machine klinken Datsuns als een kruising tussen The Scabs en The Jayhawks, fijne bands maar dit vlot in het gehoor liggende nummer werkt danig op de zenuwen. Dit is het soort glamrock dat we niet meer hoopten terug te horen.
Sweet Talk brengt het viertal op het juiste spoor met de meest geoliede riffs. De stem van zanger en bassist Rudolf ‘Dolf’ de Borst komt hier uitstekend tot zijn recht. De band klinkt verdacht veel als Wolfmother, maar we zijn in een milde bui. De Borst verenigt flarden Marc Bolan met Alice Cooper in het pittige Brain To Brain dat de sfeer van de debuutplaat oproept. Snelle riffs en opruiende zanglijnen gaan dus hand in hand. Moongazer en Raygun zijn rustige poprocksongs en eigenlijk toppertjes op deze plaat om de eenvoudige reden dat het gewoon erg goeie songs zijn met een erg hoog Suede-gehalte. Britpop never dies.
Het tempo gaat weer snel de hoogte in voor Bite My Tongue, dat soort festivalnummer dat de perfecte dosis ‘MF From Hell’-vaccin kreeg ingespoten en Datsuns presenteert zoals ze op hun sterkst zijn, met dubbele wingbacks in the golden zone…. Zelfde euforie bij Other People’s Eyes dat de start vormt van een geïnspireerd slot. De vette sound van Black Mountain met haar fel uitgesponnen stonerrocksongs wordt integraal en onstuimig opgeroepen tijdens het wel briljante slotnummer In Record Time, het perfecte Datuns-nummer want het is én ruig én melodisch én bedwelmend. Psychedelische progrock rules!
De gitaareffecten en de dosis keyboards zorgen voor extra gepeperde klankpatronen die de band de nodige ademruimte en variatie geeft. Het samenspel is dynamisch en zorgt vaak voor knappe intermezzo’s maar echt overtuigd worden we nooit. Niettemin is het een erg aangename rockplaat om deze zomer vol vaccinatietwijfels door te komen. De helft van de plaat haalt een hoog niveau en dat is beduidend beter dan we vooraf hadden durven verhopen.