Waarschijnlijk droomt Korneel Muylle iedere dag van de Route 66 of desolate prairies, maar zijn dagelijks straatbeeld wordt tot dusver nog altijd gekleurd door de schaduw van de Sint- Salvatorskathedraal. Inderdaad, op en top Bruggenaar, maar diens muziek (dat mag worden gezegd) is één en al Amerikaans.
Oorspronkelijk een singer-songwriterproject van Muylle maar met muzikanten uit het Antwerpse en het Gentse erbij een volwaardige band: bassist Serge Bakker, drummer Martijn Bal, gitarist Serge Hertoge en toetsenist Niels Verheest. Een groep waar we altijd in hebben geloofd, want verleden jaar nog de maandelijkse vi.be-tip op onze site en nu zijn we aan de volgende fase aanbeland: de eerste ep. Vermilion Bird heet die, vijf songs verpakt in een knalrode hoes. Eentje die opvalt, maar dat doet ook gelukkig de muziek.
Wel moet je van de stem van Korneel Muylle houden. Een stem die klinkt alsof hij alle miserie van het leven heeft gekend, om van de kroegen maar te zwijgen. We hopen voor de man dat er wat theatraliteit in verwerkt zit, maar anderzijds zijn het altijd de treurwilgen die in deze wereld voor het mooie werk zorgen. In de biografie goochelt de band met invloeden als de singer-songwriter Amos Lee (waarschijnlijk vandaar de naam Slow Lee) en Jeff Buckley. Wie het nog niet tot algemeen cultuur erfgoed heeft geschopt, kan niet anders dan bekende namen oppikken om de zintuigen van potentiële luisteraars te prikkelen. Zelf hoorden we in de vijf songs toch een bijzonder eigen geluid. Weliswaar ontsproten aan de bewondering voor de vele Amerikaanse voorbeelden, maar toch een band die knappe songs uit haar mouw kan schudden en die vooral (en dat is toch vrij moeilijk in het genre) de val van de clichés zeer goed weten te omzeilen.
Opener Hold Me Back is een heerlijke klaagzangerige, bijna romantische bluespopballad met een hoek af. Maar Slow Lee is meer dan dat, op What Have They Done worden ze plotseling melodieus rockend. Een flinke scheut 70’s-bluesrock van de meest swingende soort en een nummer dat zo van Lynyrd Skynyrd kon zijn, of als je het dichter bij huis wil, The Birds That Change Colour.
Bij The Refugee, de titel doet het al vermoeden, doen we het terug iets rustiger aan. Een tekst over de treurnis die iedere vluchteling meemaakt, de teleurstelling die het grote niemandsland is, je niet meer thuisvoelen op je eigen wereld omdat je het gevoel hebt dat de landsgrenzen je plaats op deze planeet hebben weggewist. Bad Places is dan weer een heerlijke funky bluesrocker met schurende gitaren, die ergens thuishoort tussen de Screaming Trees en de Black Crowes. Dat Slow Lee live ook wel voor een intieme krop in de keel kan zorgen, hoor je het best in afsluiter in The Masquerade. Vermilion Bird is dan ook het werk van een band die met brio bewijst van vele markten thuis te zijn. De eerste pijl van dit vijftal zit dan ook recht in de roos.