Uit Hamburg komt het trio Silverships met een zeer te pruimen 10″ op de proppen die een mengelmoes van psychrock, stoner, desertrock, hardrock en spacerock laat horen. Vier nummers telt dit debuut en het zijn vier memorabele stukken die de band meteen op de kaart zullen zetten en die als het ware een sollicitatie vormen om te worden uitgenodigd op elk festival dat zich enigszins op een of meerdere van bovengenoemde genres focust.
Straffe riffs, een stem die tegelijk doet denken aan Queens Of The Stone Age en The Leather Nun, en doe daar nog maar een flinke portie aanstekelijkheid bij. Geen weerhaakjes bij deze drie heren. Gewoon keihard rocken alsof ze anders hun portie rookgroenten zullen mislopen.
Bassist Jan Gehrmann, drummer Tim Schröter en zanger / gitarist Nils Kock weten heel goed hoe ze een meezinger horen neer te zetten. Eentje als Nevermore bijvoorbeeld, dat zowaar een poppy melodielijn heeft en waarop de zang van Koch ingetogener is dan op de andere nummers. Het sfeertje is een beetje de flowerpower van The Doors in een hedendaags jasje gestoken. Bij dat gevoel past ook de hoes van de hand van Benjamin Nickel die wat doet denken aan het werk van Moebius (Jean Giraud).
Eigenlijk heeft Silverships zijn debuut in twee gemoedstoestanden ingedeeld. De a-kant is de kant waarop stevig van bil wordt gegaan, terwijl de b-kant de minzamere kant van de Duitsers laat horen. Zeker afsluiter War Is Over is een trage, bijna een tegelplakker. Dat vormt een groot contrast met de stevige stonersound van de a-kant maar zo laat Silverships wel meteen alle kanten van hun kunnen horen op het eerste werkstuk. Zelf verkiezen we zonder twijfel de a-kant, waar inleven wat ons betreft een stuk makkelijker is. Die tegels, die liggen daar goed maar hoeven voor ons niet zo te plakken.