Moriah Rose Pereira kwam vorige week met een nieuwe plaat op de proppen. Zoals steeds deed ze dit onder haar artiestennaam Poppy. De plaat kreeg de titel Zig. Er wordt gefluisterd dat het deel 1 van een tweeluik is en dat het volgende deel Zag zal heten. Benieuwd wat daarvan aan is. Eigenlijk zou het ons verbazen want Poppy deed eigenlijk nog nooit wat iemand van haar verwacht heeft. Ze liet onlangs hierover optekenen dat ze ontgoocheld is als artiesten op voorhand laten weten wat ze met een nieuwe plaat van plan zijn. Het maakt dat het beoordelen van een Poppy-plaat altijd gemengde reacties oplevert: “Meent ze dit nu?” Misschien is dit wel de meest voor de hand liggende reactie bij het beluisteren van Zig en bij het beluisteren van om het even welke plaat die ze al uitbracht.
Het zorgt er natuurlijk voor dat er niet zoiets is als een typische Poppy plaat en eigenlijk kan je je nooit tot één plaat beperken want je verliest zo elke poging tot grip op haar grillige artistieke verleden en ze is nog steeds maar 28.
We moeten zowat 9 jaar terug in de tijd gaan, toen ze begon met het publiceren van hoogst bizarre korte clips op haar YouTube kanaal. Clips die doorgaans korter duurden dan een minuut en een erg hoog David Lynch-gehalte hadden. Ze maakte zo tientallen filmpjes; zonder uitzondering compleet van de pot gerukt, best luguber en tegelijk onwezenlijk grappig. Ze werden stuk voor stuk miljoenen keren bekeken en ze verraste haar fanbase in 2016 met muziek, een punkrocksong getiteld Everybody Wants To Be Poppy.
Ep Bubblebath en een jaar later het eerste album Poppy.Computer lieten een soort Paris Hilton-achtige actrice zien en horen in roze outfits en vrolijke popmuziek met een serieuze hoek af in de teksten. Wat gedacht van: “Poppy is an object. Poppy is your best friend. Poppy will break your neck. Poppy will be your pet.” Ondertussen bracht ze in de marge een eerste ep uit die kaderde in een erg vreemde reeks. 3:36 (Music To Sleep To) was hardcore instrumentale ambient en eigenlijk erg knap.
Het hier hebben over haar uitstapjes richting rechtbank (Mars Argo, Grimes) en de boekenbeurs met een paar ‘graphic novels’ zou ons te ver van de essentie wegleiden. In 2018 kwam Am I A Girl?, de eerste voorzichtige stap richting een gigantische metamorfose. In het najaar van 2019 bracht ze een ep uit: Choke. Vier songs die wat ons betreft van een bijzonder hoog niveau waren en haar plots katapulteerden in een wereld waarin normaal geen barbies voorkomen. Pure industrial en zelfs deathmetal kwamen voorbij. Beide genres gooide ze dan in een uitvergrote en hilarische mix voor de plaat I Disagree die voor wereldwijde controverse zorgde. Voor ons was dit dé plaat van het jaar, anderen vonden de bizarre genremix verwarrend en te ver gezocht. Het leverde haar hoe dan ook als enige vrouw ooit een Grammy-nominatie in de categorie ‘metal’ op. Later dat jaar kwam Music To Scream To uit, een nauwelijks te beluisteren hardcore metalsoundtrack. Ook single Eat en ep Stagger waren loeihard.
En dan verraste ze opnieuw met Flux. Een indierockplaat met veel elektro-impulsen maar steeds beluisterbaar, een beetje genre Garbage. En dan is er nu Zig. Alweer een plaat die overal controverse heeft uitgelokt. Verrassend genoeg voornamelijk omdat iedereen vindt dat ze met deze plaat plots op veilig speelt en een brave, minder ambitieuze koers vaart. Na één luisterbeurt dachten wij ook… Is dit het? Het was ook al na 30 minuten voorbij. Een paar luisterbeurten extra veranderden onze mening niet tot we bijna per ongeluk de plaat een viertal keer in shuffle modus na mekaar lieten draaien en we echt in de greep van de plaat begonnen te raken.
Zig is heel erg op electro gericht, dat is niet nieuw voor haar. Wat wel nieuw is, is de manier waarop de plaat geproducet werd, heel clean en met oog voor detail. Het klinkt zelfs als een compilatie van ideeën voor songs en die komt pas in collage-vorm het best tot haar recht. Ze beperkt zich evenmin tot haar hoog typestemmetje dat ze ooit voor haar alter ego That Poppy in het leven riep.
Sommige nummers worden abrupt afgebroken. Industrial metal en jungle worden afgewisseld met stroken piano en cello begot, in de delicatere songs. Het is een plaat die aangeeft dat je liefde moet ontleden om zo de essentie bloot te leggen van wat je van de liefde verwacht, althans dat halen wij er uit. Desondanks voelt de plaat eerder aan als niet experimenteel genoeg om sterke gevoelens bloot te leggen. Benieuwd wat haar hardcore fanbase hiervan vindt? De darkpop van Zig lijkt ons ergens tegemoet te komen aan de verzuchtingen van de fans van de eerste Poppy-jaren.
De plaat klinkt een pak logischer als je vertrekt vanuit het uitgangspunt waarvan Poppy vertrok aan het begin van het schrijfproces. Ze wilde niet alleen muziek maken maar ook videoclips opnemen die aan een bepaald criterium voldeden en de songs moesten daaruit voortvloeien.
Ze had zin in dansvideo’s, wat niet vreemd is want Poppy heeft 11 jaar dansles gevolgd. De plaat wordt feestelijk voor geopend verklaard door het aan Choke verwante Church Outfit. Deze vooruitgeschoven single is natuurlijk pure industrial noise. “This is the dress I want to be buried in. Leave the rings, I might need them”. Op en top de dualiteit in muziek en tekst zoals we die haar al vaak manifest hebben horen etaleren.
De ‘dark disco feel’ wordt uitgepuurd met de volgende single Knock-Off, alsof Kylie en Poppy eindelijk samen een nummer hebben geschreven. Pompende nummers waarop niets af te dingen valt, maar gladder en met meer glitter dan we van haar gewend zijn. De intro van beide songs is ook maar een toonladder verschillend eigenlijk.
Hard is een soort elektrometal in een Grimes-bad ondergedompeld. “Hard, my body’s so hard. Keep my nails so sharp, tear you apart”. Hier klinken de teksten even opruiend als de song zelf. Haar zoetgevooisde stem laat ze in het ultieme slot volledig ontsporen, zoals ze dat vaak deed op I Disagree.
We zijn dan nog geen 8 minuten onderweg aan een razende rotvaart. Groot is de verrassing als er plots een cello weerklinkt in What It Becomes. Poppy zingt zacht en lief een tekst die toch bijzonder onbehaaglijk aanvoelt. “Whoever keeps you company, now who’s in the picture? Frame it. One day, you’ll see, it won’t be me”. We vinden dit een geweldig nummer maar zijn niet wild van de Big Brother-dagboekinterventie in het tweede deel. Los hiervan hebben we dit Poppy nog nooit horen doen en het is echt straf gedaan.
Flicker lijkt wel een ode aan Britney Spears. Ook dit is goed gedaan. Het is één van die nummers die in een ‘endless loop’-beluistering voor de nodige rust en melodische ademruimte zorgt maar op het eerste gehoor weinig losmaakt.
Neem het dus maar van ons aan: Zig is een groeiplaat ook al klinkt ze instant snel verteerbaar. En dan moeten de grote verrassingen nog volgen. Maar eerst is er 1s + 0s (ones and zeros), dat niet had niet misstaan op Flux en verrassend poppy – welja – klinkt op een nochtans hyperkinetische ondergrond van gejaagde en haaks gestuurde elektronische bleeps & tricks. Een salvo van gitaarsolo’s geven het nummer in het slot nog een stevige psychedelische epiloog.
Titeltrack Zig klinkt als de Poppy anno 2020 met pure EBM die wordt voortgestuwd door metalgitaren. Het is onweerstaanbaar maar waar ze dit soort song toen echt waanzinnig goed maakte met gevatte en knotsgekke teksten is de toch wel bijzonder infantiele “when you zig a zag zig a zag” een spelbreker.
Lang nadenken kan niet want daar is plots Linger. “In the whites of your eyes, I can see my next life, smell the lilies at night”. Veel ballads vinden we niet terug in de backcatalogue van de Amerikaanse maar dit is een pareltje. Straf eigenlijk dat de rustige songs het meest indruk maken op deze plaat. Het heeft iets gotisch en ook iets “Britneys”.
Iemand zin in pure drum-’n-bass? Dan hebben we The Attic in de aanbieding. Lijkt ons een nummer dat vooral live brokken kan maken. De laatste single, Motorbike, is in het slot van de plaat echt dat nummer waarvan je denkt “dit staat toch overal op nummer 1?”. Het is de perfecte poprocksong met een sexy Poppy in de clip en een refrein dat iedereen vrolijk maakt.
Prove It. Het laatste nummer is er ook weer vol op. Bonkende flarden techno en beats met vervormde zang worden abrupt afgewisseld met een zachte popmelodie en een engelenstem. En als je dan denkt dat het nummer na de break weer aanzwengelt, valt het onverwachts stil en stopt de plaat.
Een Poppy-album waarvan we niet kunnen zeggen wat we ermee moeten aanvangen zal wel een goeie Poppy zijn zeker? Hele happen uit deze plaat behoren tot het beste wat ze al maakte als we het puur over het schrijven van songs hebben, maar die lijn wordt nooit integraal doorgetrokken. Hoe dan ook zijn we steeds meer van de plaat gaan houden en haar onberekenbaarheid is echt een troef. Je blijft verschuivingen in de nummers ervaren tijdens het herbeluisteren. Poppy bracht Zig en Zag dat het goed was.