In deze opgejaagde wereld zijn we steeds op zoek naar muziek die de tijd als het ware doet vertragen of vergeten. Avalon van Driftwood was zo’n song. Met Only Fighters Left Behind brengt Driftwood na twee heerlijke singles een ongelofelijk straffe debuutplaat uit, samen met hun derde single Lovers Of A Different Kind.
Driftwood is het eigenzinnige muziekproject van Sam De Bock, Patricia Vanneste (voormalig muzikante bij Balthazar en ook bij Hydrogen Sea) en Sam Pieter Janssen (And Then Came Fall, K L A N K M A N). Sam De Bock werkt als architect, maar koesterde altijd de stille droom om een plaat te maken. Dankzij de aanmoedigingen van vrienden Filip Tanghe en Robin Cuvelier, en het vinden van de ideale match in soulmates en supermuzikanten Patricia en Sam Pieter durfde hij er voluit voor gaan. Als architect heeft Sam oog voor materialen en ruimtes, en je voelt deze passie ook doorheen het ganse album. De plaat heeft een heel grote schakering aan klankkleuren en -texturen, en ruimtelijk gaat de plaat van claustrofobisch tot heel weids. Met Only Fighters Left Behind heeft Driftwood alleszins een heel duurzaam album gemaakt. Het mooiste vinden we zelf de schitterende strijkersarrangementen van Cordette Quartet. Het is geleden van de platen van Massive Attack, The Verve, Portishead en van de recente van Sioen dat we nog zo omver geblazen waren door de schoonheid van viool- en celloarrangementen.
De bijhorende single bij de release van Only Fighters Left Behing is Lovers Of A Different Kind. Dit nummer opent onheilspellend met warme metaalachtige synthklanken en pompende, stuiterende drums. Zodra de intense baritonstem van Sam De Bock erbij komt waan je je meteen in een film van David Lynch. De sfeer doet dan ook denken aan die van Nine Inch Nails. De song is een ode aan de partner die zich het meest wegcijfert in een relatie en soms als een stille vechter (onterecht) alleen achter blijft.
Heel wat songs zoals Red line love, Lavaland, Ridge Fright, Lovers Of A Different Kind wisselen tussen onheilspellend dreigend en hemels licht. Ze starten vaak met een uitgesponnen intro. Hierin gaan knisperende drums het gesprek aan met subtiel gestapelde en verweven elektronica- en pianolagen. Referenties zijn naast Nine Inch Nails ook Massive Attack, Tricky, Portishead tot en met Nils Frahm en Jóhann Jóhannsson. Wanneer de diepe bariton van Sam en de warme, ingetogen en verleidelijke stem van Patricia samenkomen waan je je dichtbij Mark Lanegan en Isobel Campbell.
De songs op Only Fighters Left Behind zijn duidelijk popsongs maar de structuur is zo vloeiend dat strofes, refreinen, bruggen en outro’s bijna onopgemerkt in elkaar over lopen. Ze bouwen beetje bij beetje op naar een climax en barsten allen heerlijk open op het einde. Op plaat klinkt dit al pakkend, maar live zal dit nog intenser aanvoelen. Zowel tekstueel als muzikaal voel je dat het album gaat over aantrekken versus afstoten, licht tegenover duisternis, rust versus onrust, en liefde naast eenzaamheid. The Raven is net zoals Avalon een wondermooi nummer waar je heel stil van wordt. Hierop gaat Patricia in duet met zichzelf en wat een pakkend resultaat oplevert. Als ze solo zingt, klinkt haar stem als een mix tussen Lou Rhodes van Lamb, Beth Gibbons van Portishead en Geike Arnaert.
Alle songs zijn pareltjes, maar eentje raakt ons bijzonder: Framework. Het nummer begint met een lange intro waarin engelachtig sirenengezang je als het ware naar een eiland lokt. Daarna volgen heerlijk droevige strijkers die doen denken aan het pakkende werk van Arvo Pärt. Het is een heel uitgepuurd nummer met weinig zang waarbij elke noot raak is. Hopelijk ontdekt Spotifiy deze wonderlijke song en voegt ze dit toe aan één van haar veel beluisterde afspeellijsten met hedendaagse klassieke muziek, zodat luisteraars hierdoor ook de rest van de plaat kunnen ontdekken.
Driftwood speelt op 17 april voor Wilde Westen in de Concertstudio Kortrijk.
Stefaan Tubex