Bastien Andrieu (keyboards, metallofoon), Ferdinand Doumerc (saxofoon, metallofoon) en Pierre Pollet (drums) vormen samen het trio Mowgli. Geïnspireerd door het beroemde Jungle Book van Rudyard Kipling zijn avontuur, zoeken naar een eigen stem en nieuwe wegen, onderdeel van de jazzy electro die we krijgen opgediend. Toulouse, de thuisstad van Mowgli, biedt in elk geval heel wat mogelijkheden voor een gediversifieerd album.
Opener Malalamoler kan voor de modale luisteraar een behoorlijk harde noot zijn om te kraken. De saxofoon gaat er namelijk op naar free jazz neigende wildheid tekeer. Wat ons betreft een ideale start na een deugddoend middagdutje, al is het lastig om bij de les te blijven bij One Eyed Jack. Niet slecht hoor, maar ons toch wat te mellow, te braaf.
Veel tijd om te verpozen krijgen we echter niet. Het is alsof de drie leden van Mowgli zelf door hebben dat er wel wat meer schwung in de nummers mag zitten, wat ze meteen rechtzetten met het inventieve Dario. Het zich alsmaar herhalende keyboardmotiefje vormt de opstap naar een feestnummer dat ietwat neigt naar La Jungle.
Experimenteren met dansbare grooves en ritmes en dat vermengen met naar free jazz neigende uithalen maakt Gueule de Boa tot een gevarieerde trip die meandert tussen electro jazz (Léviathan) en funkjazz (Bicouic Orbidède).
De albumtitel is al net zo goed een spel, deze keer met woorden, met een ingewikkelde verklaring die erop neer komt dat het hier een ferme kater betreft, een hangover. Wie met een effectieve kater rondloopt zou wel eens wat extra hoofdpijn kunnen krijgen van de schelle saxofoonuithalen zo hier en daar, maar dat geheel ter zijde.