Het begeleidende verkoopspraatje steekt meteen van wal met “unieke mix van blues, swing, jazz en folk” en dat is uiteraard niet vanzelfsprekend, lekker anders wezen in eerder vermelde genres, is zo oud als de straat. Name-dropping is nog nooit zo makkelijk en plezierig geweest, maar dat is voor zo dadelijk.
De aanpak, het ontstaan van deze band, heeft dan weer wel iets speciaals. Het betreft hier muzikanten, vijfentwintig stuks (!) om precies te zijn, die de Gentse Missy Sippy Blues & Roots Club een warm hart toedragen, er optreden en er zelf gigs organiseren. Vijf jaar geleden sloegen sommigen onder hen reeds de handen in elkaar en gaven ze ons Vol. 1. Ook toen kregen we een ferme mix van all things roots en veel of alleen maar (?) covers.
Op deze plaat hanteren ze dezelfde handelswijze. Alleen, wat is dit een ongelooflijk fijne en sterke plaat! Zonder de vorige te niet te willen doen is dit het soort rootsy werk die elke liefhebber gewoon moet aanschaffen, zo simpel is het. En niet via Spotify of andere pseudo-geluidsdragers. Nope, op vinyl, lieve mensen. Verwen je oren, plak je neus op het zwarte goud en inhaleer die muzikale dampen tot onder de hersenpan.
Opener Busy Bee (met Leander Vandereecken van A Murder In Mississippi) komt meteen de huiskamer binnen gestrolled op FAN-TAS-TISCHE Ray Collins’ Hot Club wijze. Meteen zijn we mee, schakelt het humeur een versnelling of drie hoger en roepen we moeder de vrouw. Hier zijn we namelijk enorme fans van de Duitse swing/jump-blues/jive/r&r band. En hopsa, tafel en stoelen aan de kant en de boogie in de keuken dansend.

In dezelfde grootorde: Dimes For Nickles. Inderdaad, de JD McPherson-song uit diens debuut en meteen beste plaat Signs & Signifiers. We kunnen het ons niet voorstellen dat iemand het album niet kent, maar indien zo, meteen aanschaffen! Met en geproduced door Jimmy Sutton trouwens. Het klinkt ook gewoon alsof The Hot Club McPherson als lead-zanger heeft ingelijfd. Uniek? Nah. Godverdoms heerlijk? Absoluut! Op Vol. 1 werd trouwens de track Abigail onder handen genomen, van The Starkweather Boys. Met, juist ja. En daarmee zijn de straatpunten ook weer binnen. Diezelfde stoere credebility geldt trouwens ook voor het artwork van illustrator/gitarist Jannes De Schrijver. Kijk er naar en probeer maar eens niet aan Robert Crumb te denken.
De evergreen Whatever Lola Wants kreeg, dankzij de prachtige stem van Naomi Sijmons, een mooie Nina Simone versus Imelda May-behandeling. Puristen doen nu vanzelfsprekend hun broek vol van ongeloof en haat, dat een derderangs schrijvertje de grote Simone nog maar durft te koppelen aan een May. Laatstgenoemde surfte vanaf ergens 2007 mee op de rockabilly-hype, maar draaide enkele albums later haar kar en had meteen afgedaan. We willen maar zeggen dat de sfeer op dit nummer meer naar deze neo-r&r neigt dan naar de authentieke blues en jazz sound van iemand als Nina Simone. Of haar muzikanten.
Het tragere, melancholische Dark Clouds Coming, met Toots Thielemans-achtige mondharmonica en heerlijk mooi achtergrondkoor (blijft een lelijk woord), is even iets anders, maar daarom niet minder een schot in de roos. Genieten. Toots en diezelfde sfeer, ditmaal met Nette Mortelmans achter de microfoon, komen ook netjes terug in Today I Sing The Blues. De heerlijke ballade Don’t Know What It Is, geweldig gezongen door Fedia Holail Mohammed, hoort ook thuis in het rijtje van bloedmooie, tragere songs.
Blues? Blues verdomme! En dan niet de voor de hand liggende, uitgemolken standaard blues. Nope, ditmaal gingen ze voor het nummer Jingo. Oorspronkelijk geschreven door Babatunde Olatunji, later onsterfelijk gemaakt door Santana. Maar, en dat vinden we hier nog belangrijker, de versie van Missy Sippy All Stars kreeg redelijk wat peper in het gat gestrooid. Het lijkt ons sneller dan de eerdere uitvoeringen, pittiger ook. Meer richting de bluesrock, scheurend, met momenten voorzichtig psychedelisch gitaarwerk en gelardeerd met een stotterende, heerlijk knetterende bluesharp.
Doe De Rotzooi aka Mess Around is nog zo’n dancefloor filler die iedereen kent. Toegegeven, we stonden wat twijfelachtig te gapen ten aanzien van de cowboy-achtige saloon piano bij aanvang van de song, maar gaandeweg werd het toch een klepper, een stampend boogie woogie monster.
De vreemde eend komt aangewaggeld in de vorm van Patience. We kennen te weinig van dit soort (wereld)muziek (om maar eens kort door de bocht te gaan) en de minder voor de hand liggende elementen als de zang en het instrumentarium. Met momenten krijgt het mede door de sax een jazzy feel of rockt het ietsje sterker met de meer dan degelijke gitaarsolo, maar de marimba’s (denken we) laten ons toch vooral richting het genre desert rock kijken.
Bijna achteloos trakteren ze ons nog op de The Pogues-light met Time Will End All Sorrow. Nee, niet de mooie Mark Knopfler– song. Eén van de weinige eigen composities? Afsluiter Coming In Hot, in opperste Red Devils en Doghouse Sam & His Magnatones traditie, keert terug naar het opzwepende en energieke karakter van blues en rock & roll. Geweldige stamper weer.
Het rootsgenre in al zijn of haar geuren en kleuren heeft de laatste jaren enorm aan populariteit ingeboet. De hype is alweer eventjes ondergedoken en veel nieuwe zieltjes vallen er tegenwoordig niet te rapen. We hebben wel de indruk dat de leeftijd van de muzikanten op deze plaat enorm varieert, en dat is een goede zaak natuurlijk.
Vol. II is een klepper van formaat, punt! Hoge toppen op werkelijk alle vlakken. De keuze van covers, het straffe musiceren, de talloze en gevarieerde invloeden, de keuze van/voor de vele gastvocalisten, de energie die bijna letterlijk van de plaat spat. We proberen om niet al te euforisch in de ronde te blaten hoe goed dit allemaal wel niet is, maar in onze blote door de living hossen met het schuim op ons bakkes, kan en zal niemand ons kunnen ontzeggen. Dit is een zeer welgekomen plaat die het rootsgenre hopelijk terug wat meer in de kijker speelt. Niks dan lof. U moest al weg zijn, richting uw favoriete platenboer.
De Missy Sippy All Stars kun je live zien op:
05/04 – Hnita Jazz Club, Heist-op-den-Berg
14/05 – Mine Blues, Heusden-Zolder
Facebook – Instagram – Spotify