Home ReviewsAlbum Reviews I BELIEVE IN MY MESS – We can’t be wrong

I BELIEVE IN MY MESS – We can’t be wrong

by Stefan Schemmann

Weet je dat nog? Je bent hier eerder geweest. Eerder dit jaar hadden we het over de single Superstar van I Believe in My Mess. Ben je dat vergeten? Ga dan nog een keer terug! Maar zo niet, dan komt er geen goed cijfer aan het eind van het jaar, en een brief aan de ouders. Het maakt niet uit of je meerderjarig bent, je bent erbij betrokken.

En ter informatie: I Believe in My Mess brengt een nieuw album uit met We can’t be wrong. Het is hun tweede album. En het eerste was ook goed. We begrijpen elkaar nu, denk ik.

© I Believe in my Mess

Als je nu touché denkt, dan zitten we precies goed: op het eerste nummer van We can’t be wrong. Het kan zo eenvoudig zijn. Maar I believe in My Mess maakt het ons niet gemakkelijk. De funky beat is er, verschillende stemsamples en een zanger die doet alsof hij toevallig in de studio is beland. Er zijn ook koortjes, elektronische geluiden en een beetje van alles en nog wat. De normale indieband maakt van een van de vele ideeën een liedje. En speelt dan niet eens funky. Dat moet eerst verwerkt worden. Is er een dokter in de zaal?

Not the first komt weer op een vervreemdende steppersbeat, waarover een gitaar wordt gespeeld die nog uit de jaren 60 stamt. We hebben het hier over de underground aan het eind van het decennium toen mensen in achterkamertjes filosofeerden over punk en psychedelica. Muziekstijlen die nog niet bestonden. Wie waren de eersten? I believe in My Mess is in ieder geval niet de laatste.

Nummer drie is Superstar. Laten we nog eens met plezier luisteren. En dan horen wat een verrassing nummer vier te bieden heeft. Het nummer heet All those things en het heeft al deze dingen: funkbeats, stemsamples, koren. Soms denk je dat ze zelfs de buren hebben opgenomen die in de achtertuin praten. Wees dus voorzichtig als je poëzie voordraagt op een kruispunt in Amsterdam. Je kunt op de volgende plaat van IBIMM terechtkomen. En daar is het weer, die schemerstemming, dit subliminale gevoel dat de wereld aan het verschuiven is. Maar ze hebben geen drugs nodig, ze willen gewoon spelen.

So tempting blijft licht dansbaar maar klinkt veel meer elektronisch. In plaats van de gitaar is het hier de dub die regeert, wat het er niet makkelijker op maakt om terug te keren naar de realiteit van alledag. Gelukkig maar!

Met Dressing up is de band terug met wat naakte funk, die ook weer de ronde doet en ons het gevoel geeft van een ontspannen jamsessie. We betreden de wereld naakt en we verlaten hem naakt. De tijd daartussen kunnen we dansen.

Op Don`t Stop worden we eerst uitgelachen, maar daarna persoonlijk begroet door een presentator. Daft Punk zou zo kunnen klinken als ze geen geld wilden verdienen met muziek. En hier willen we ook niet stoppen want het volgende nummer Dead in the Head klinkt alsof de band improviseert over een Motown beat terwijl de deur weer openstaat, en iedereen die niets beters te doen heeft iets in de microfoon kan zeggen. De mensen die de wereld willen veranderen zijn er ook en natuurlijk hebben ze gelijk. Er moet verandering komen.

Dan is de dub er terug en die brengt alles in Balance. Eindspanning is aan de orde van de dag. Wat voorbij is, is voorbij. Wat komt, komt. Geniet van het moment. Of loert hier ook de waanzin op de achtergrond?

En dan is er nog een Lee Perry-moment, de oude sjamaan van de dub reggae zou blij zijn geweest met Asholy. Wie had gedacht dat er naast de oude meester nog andere mensen zijn die zulke mooie psychedelische zinnen kunnen opzeggen die ofwel bijdragen aan het redden van de wereld ofwel complete onzin zijn?

Het titelnummer aan het einde van de plaat had bijna een popsingle kunnen zijn als IBIMM wist hoe het moest. Gelukkig overheerst hier de wanorde en vestigt een oude bekende van Not the first opnieuw de aandacht op zich. Voor de rest neemt de band afscheid met een soort samenvatting op een vrolijke jaren 60 beat. Dat was het voor vandaag. Er is niets meer. Groeten aan vrouw/man en kinderen.

Eén ding moet echter gezegd worden over de vreemde vrouwenkoren. De stemmen die klinken alsof de dames slechts met tegenzin uit hun ligstoelen bij het zwembad zijn opgestaan om mee te zingen. Hun cocktail hebben ze nog in de hand. Ook deze stemmen krijgen veel ruimte op We can’t be wrong. Voor ons betekent dit een toegevoegde waarde en moet dus expliciet vermeld worden. Zulke koren vind je anders alleen op Baxter Dury releases.

Mr. Dury presenteert zijn koppigheid echter ook met alleen zijn stem. Met I Believe in My Mess kan iedereen die redelijk weg is van de funky beat van de Talking Heads, krautrock of dub, zijn zegje doen. Je leven in de rimboe van de geesten.

INSTAGRAM / FACEBOOK /BANDCAMP

You may also like

This website uses cookies to improve your experience. We'll assume you're ok with this, but you can opt-out if you wish. Accept Read More