Home ReviewsAlbum Reviews DOODSESKADER – Year Two

DOODSESKADER – Year Two

by Nel Mertens

Hoe omschrijf je een mix tussen metal, r&b, techno, sludge, grunge, hiphop, hardcorepunk en rap het best? Eén woord, twee zielen: Doodseskader. Dat zijn Tim De Gieter (Amenra, Much Luv Studio) en Sigfried Burroughs (Kapitan Korsakov, Paard) al enkele jaren.

We leerden het project van de twee heren – die eerder al indrukwekkends lieten horen met andere projecten – eind 2020 kennen. Meer dan enkele singles hadden ze niet nodig om ons meteen tot hun fanbase te rekenen. En dat werd alleen maar versterkt, met hun ep MMXX Year Zero en hun debuutalbum Year One.

Heavy. Het is het enige woord dat kan verbinden in de verschillende genres die ze met hun creaties – alsof het sonische aanvallen zijn – aanraken. De grenzen tasten ze niet meer af. Ze doorbraken ze gewoon. Zonder enig compromis.

Brutale eerlijkheid in hun lyrics, onverwachte wendingen in hun sound en emoties die ze van de ene kant (breekbaar en fragiel) naar de andere kant (rauw, brutaal en agressief) katapulteren. We wéten dat we dit kunnen verwachten van het duo. En toch kon niemand zich voorbereiden op wat hun nieuwe album Year Two nu brengt.

Een evolutie, zowel in geluid als de emoties die ze neerzetten. Emoties over in het reine komen in hun wereld, met hun verleden… Een unieke eigen stempel, die ze achterlaten op de wereld, voor onze toekomst.

“Het is waanzinnig hoeveel reis we allebei hebben gemaakt, zowel individueel als samen. Het is alles wat we ooit hadden kunnen wensen om deze band het schip te zien worden waar we van droomden en om de toekomst waar we voor hebben gevochten langzaam werkelijkheid te zien worden. Er zijn veel dingen veranderd. Er zullen veel dingen veranderen. Maar wij niet. Tot alles 45 is”, lichten Tim en Sigfried toe.

Heen en weer slingeren tussen isolatie, eenzaamheid en het verlangen naar menselijk gezelschap. Pastel Prison laat meteen de evolutie van Doodseskader horen. Deze dualiteit is de strijd die in dit nummer heel sterk naar boven komt. De trage start klinkt sensueel en zacht en barst regelmatig uit met haakse drumritmes, grimmige snaaraanslagen. “I saw you…” De hel barst regelmatig, doch steeds onverwachts los. Met onmenselijke screams, wanhopig gehuil en de blaffende woorden “Cause I’m alone, alone, alone, alone, alone…!”, klinkt het zo menselijk oprecht, zwevend tussen pasteltinten van hoop en bloeddoorlopen wanhoop.

Mens zijn is soms horror. En dat weerklinkt helemaal in het bloedbad The Sheer Horror Of The Human Condition. “Nobody’s there. Alone in the dark. Nobody cares.” Ranzig rauwe, melodische zang wisselt af in dieptes van diepzwaar, met wanhoop gevuld gebrul en woorden die als muilperen, rappend in ons gezicht worden gegooid.

Er worden offers gebracht en beloftes gemaakt. Het offer klinkt in Innocence (An Offering) ritmisch extravagant in zijn frasering en het drumwerk. “Nothing really changed, except from… me.” Zware woorden vallen als rotsblokken tussen alarmerende snaren en diepe basdrums in het traagfluwele en tegelijk keiharde Bone Pipe.

Een nummer over de weg naar heling is Peine (boete). Geen zweepslagen, maar zachte vocalen, die zich beklemmend rond ieders bloedend hart nestelen. Dit moet de Doodseskader-ballade zijn. In geheel eigen stijl, uiteraard. Tranen moeten stromen, net als bloed.

De perfecte toekomst is een mooie belofte, want Future Perfect (A Promise) brengt een al even zacht klankkader als in Peine, waarbij de nog niet voldane melancholie toch al weerklinkt in het bittere snaarwerk. Het zou Doodseskader niet zijn moest deze picture perfect zo zachtaardig blijven klinken. De hel barst dan ook in tienvoud los naar het einde toe. Een perfecte toekomst? Daarvoor (of tegen) mag er hevig en diep geschreeuwd worden, vanuit het diepst van ieders ziel. Dé track van Year Two!

Toegankelijke drums? Heel even maar, bij de intro. In Secrets Make Lonely klinkt de zang ijler dan elders. En de gehele sound minimalistischer. Heel even maar, want in een milliseconde vult die zich met woede. En terug.

Eentje met heel veel impact door de drums, is I Ask With My  Mouth, I’ll Take With My Fist. En dan de verbazing – telkens weer – hoe zo’n zwaar geluid, met heavy vocals, zo melodieus emotioneel beladen kan zijn. Heerlijk hoe de verschillende talen dit ook uitdrukken.

Twinkelende belletjes krijgen we met droge, emotieloze spoken words als intro van People Have Poisoned My Mind To A Point Where I Can No Longer Function. De gitaar neemt hier een sterke rol op, benadrukt door een bonzende drum. Hiphopmetal, sludgerap… combineer naar keuze of laat het gewoon. Doodseskader is het meest treffende woord.

Burroughs en De Gieter slaan de wereld knock out met de negen nummers op dit album. Helemaal raak.

Year Two is digitaal, op cd en op vinyl verschenen.

Wil je Doodseskader live aan het werk zien? Dat kan op 09/04 in VierNulVier in Gent en op 31/05 in de AB in Brussel als support voor Amenra.

Facebook InstagramBandcamp

You may also like

This website uses cookies to improve your experience. We'll assume you're ok with this, but you can opt-out if you wish. Accept Read More