Vorig jaar waren we helemaal weg van Niobe, een ep vol wonderlijke klanken als filmmuziek waar je zelf de beelden bij mocht verzinnen. Verantwoordelijk voor al dat moois was aki (spreek uit: áki), het jazzcollectief met drumster Anke Verslype als kloppend hart. Nu is het tijd voor een eerste volledige album, waarin de groep opnieuw tekent voor melodieën die je meenemen op wonderlijke reizen en die zo warm klinken dat je je afvraagt waarom je ze nooit eerder hebt gehoord.
Opnieuw verzamelde Anke harpiste Marjolein Vernimmen, bassist Ruben De Maesschalck en gitarist Willem Heylen rondom zich, maar deze keer haalde ze er ook klarinettist Joachim Badenhorst bij. Een schitterende toevoeging: stond aki op Niobe al garant voor een uniek klankenpalet, zeker door het prachtige geluid van de harp, dan voegt hij er nóg meer kleur aan toe.
Alles hier hetzelfde kenden we al: als een anachronisme in tijden van streaming, waar artiesten je binnen de dertig seconden willen inpalmen, neemt het kwintet alle tijd om je mee te nemen naar een plek waar de tijd is blijven stilstaan en je telkens opnieuw herinneringen herbeleeft. Ook in de andere nummers speelt aki met de verwachtingen van de luisteraar. Zo begint Twijfelaar als een zomerhitje, maar in plaats van een generische tekst over vrolijkheid in de zon krijgen we al snel een groot klankenfestijn vol swingende improvisatie geserveerd.
Toen we Anke vorig jaar spraken, vertelde ze ons dat haar composities vaak vorm krijgen nadat ze een boek heeft gelezen, waardoor ze in de titels ook de sfeer van het verhaal probeert te vatten. Dat verklaart waarom deze nummers namen dragen als Soms gaat het zo en soms is het beter en Als dat toch kon. Titels die voor zich spreken, want in beide gevallen gaat het om gracieus openklappende stukjes warme weemoed.
In een wereld die al snel genoeg draait, biedt aki een moment om weg te dromen. Wie deze muziek live wil ontdekken, moet het vijftal achterna op hun JazzLab-tour, die nog tot 4 december duurt.