Ontsteekt iemand het hellevuur? Iemand? Niemand? Het zit zo: Jerry Lee Lewis baadde in het hellevuur (zie en lees vooral Hellfire van de ook al dode Nick Tosches) want hij kwam uit Lousiana, zuider dan zuiders, waar men boeken – niet de Bijbel – en al wat hen niet aanstond verbrandde, ook mensen met een kleurtje. Men ging er, zakflesje bourbon in de zak, naar lynchings. En op zondag braaf naar de kerk.
Uit die wereld vol ratelslangen kwam Jerry Lee Lewis. Uit die wereld kwam ook zijn neefje, dominee Jimmy Swaggart, in ongenade gevallen omdat hij zich liet bedienen door vrouwen die zich daarvoor lieten betalen.
De jonge Jerry Lee bespeelde de piano in de kerk, hoorde onderweg daarnaar de blues van de zwarten. Dat fascineerde. “Zie jij ooit de duivel?” vroeg het verdwaalde mannetje in een hoerenbuurt aan een grote zwarte man. “Only when I’m drinking, son” luidde het antwoord, waarna de grote zwarte man dronk en Jerry Lee Lewis het Baken Gods voor hem zag opdoemen.
Want hij werd uit de kerk gegooid omdat hij de boogie-woogie (muziek der zwarten) uit de toetsen hamerde.
En dan? De wereld ging andersom leven want ene Elvis schudde zich letterlijk en figuurlijk los uit het keurslijf van het zuiden en Jerry Lee volgde. Niet braafjes, evenwel. Hij trouwde vroeg en had al twee echtgenotes versleten toen hij met Myra trouwde, zijn nichtje, toen dertien. Terwijl alle zuidersen wisten dat ze amper twaalf was. Niet zo erg hoor, daar waar hij en zij vandaan kwamen.
Maar wel in Engeland, waar hij in 1957 toerde en hij het land vol misplaatste moraal werd uitgeschopt. Maar nu: de muziek. Daar schrijven wij namelijk over, volgens recent onderzoek.
Waar gaat rock-‘n-roll eigenlijk over? Lees de term. Voel het. Vooral in de onderbuik. Whole Lotta Shakin’ Goin’ On gaat niet over schudden maar wel over schudden, daar vanonder. En daarvoor zou hij eeuwig branden in het door hem opgeroepen laaiend hellevuur. Wild en wauw en wat nog…
Een mens wordt er niet jonger op, dus in de sixties ging hij meer drinken, meer echtgenotes tot wettige nemen, en dan de country in – men kan niet eeuwig piano’s aan gort blijven spelen. De platen die hij maakte, vaak met hulp van zijn ook al dode neef Mickey Gilley (ze zijn allemaal familie, daar) klonken als klokken vol pijn, de drank op, de vrouw weg.
Ze noemden hem The Killer. Kan, omdat er twee echtgenotes toch in verdomd verdachte omstandigheden het lieven lieten, met hem en zijn revolvers erbij. Maar: de muziek en dus wij en ons verliezen een legende. Bedankt, Jerry Lee Lewis.