Belpopliefhebbers worden op hun wenken bediend. De underground bruist en ook de grote spelers van het spel leveren hoogstaande kwaliteit af. Zo is Maarten Devoldere met zijn Warhaus zo goed bezig dat niemand het in feite nog heeft over wanneer Balthazar terugkeert. Niet dat we het niet willen, maar sinds Warhaus voor het eerst van zich liet horen (ondertussen toch zo’n twee jaar) zijn we alsmaar meer verslaafd geraakt aan de hoogstaande art pop.
Sold out, alweer, en dat betekende ook dat Tin Fingers hier mocht en zou van profiteren. Niet echt een nieuwe band, maar het vroegere Mac DeMarco-geluid heeft moeten wijken voor elektronische psychedelische pop en wie de ep No Hero in zijn collectie heeft staan, weet dat dit een goede zaak is.
Het enige wat de Antwerpenaren nog rest is erin slagen om hun songs aan de man te brengen. Geen twijfel aan dat hun dit zal lukken, ook al moeten ze er zelf hard voor vechten. Geboren voor de radio, maar Studio Brussel is doof en dus promoot je jezelf door puike concerten te geven.
Frontman Felix Machtelinckx leek in Sint-Niklaas iets meer ingetogen dan anders, maar muzikaal klinkt Tin Fingers alsmaar sterker. Een band waarvan je weet dat ze er wel zullen komen. Misschien voor sommige oortjes net iets te melig, het is en blijft muziek voor gevoelige zieltjes, maar kwalitatieve impact met songs waar anderen alleen maar jaloers van zouden worden…
Tijd voor Warhaus. Maarten trakteerde de eerste rij meteen op een potje handje schudden. Sint-Niklaas was er klaar voor en ook Warhaus. Well Well wordt ingezet, en ook al leken de straten druipnat van de motregen zorgde Warhaus voor een exotisch sfeertje. Meteen maar de andere Warhaus-schakel aankondigen: Sylvie Kreusch. Geguld in een gouden pakje en hoge hakken deed de diva waar ze een patent heeft: de luisteraar verleiden. Control is nog altijd een Birkin-Gainsbourg-moment en Against The Rich de meest zwoele anarchosong die je kan inbeelden.
De wisselwerking tussen Devoldere en Kreusch is magisch, maar ook die met zijn medemuzikanten zorgt voor toverkracht. Pop met experiment en jazz, soms met een glockenspiel of loops met trompetten, het eigen Warhaus- geluid.
De ode aan Kreusch (simpelweg Kreusch getiteld) wordt door Maarten alleen gedragen. Een intiem moment, maar er is eveneens interactie met het enthousiaste publiek.
Na-na-na’s werken altijd, getuige Mad World en er mag zelfs met improvisatie gespeeld worden zoals tijdens Here I Stand dat geen enkele Warhaus-plaat haalde, maar live fenomenaal blijft. Een band die zielen blijft omarmen, zo smolt ons hart eventjes toen we op de voorste rij een kind de woorden van Machinery dromerig stond mee te zingen. Er is nog hoop voor deze wereld en die zit in muziek.
Een (alweer) briljant optreden dat werd afgesloten met Fall In Love With Me, een song over een kortstondige liefde, al of niet opgedragen aan Alex Calier.
Misschien heeft Warhaus wel de voorspelbaarheid van de kwaliteit, maar altijd meer dan top.
(c) Foto’s : Wouter De Sutter