Soms werden concerten al zo vaak verzet omwille van covidgolf nummer zoveel dat we de tel kwijt raakten. Dat geldt des te meer voor het meermaals verzette concert van Tsar B in de AB Club. No strings attached’ luidt het spreekwoord, maar hier waren er wel degelijk strings geattacheerd. De avond stond in het teken van de kleur wit, als wit een kleur is. Voorprogramma White Dress haakte af en werd vervangen door het trio Monokimono dat voor synchrone outfits gekozen hadden met de nadruk op wit. Zanger Ben Tanghe droeg bovendoen hagelwitte cowboyboots. White Dressed for succes heet zoiets dan zeker?
Monokimono klinkt nerveus Japans met een kinky touch maar we krijgen toch iets gans anders voorgeschoteld. Nederlandstalige popmuziek, met warme stem en pulserende beats, krijgen we op vrij overtuigende wijze over onze hoofden gestraald. Ben en Timon Persoon bedienen synths en ableton terwijl Ella Dalemans met matrozenhoedje met veel plezier drumstokjes gebruikt om allerlei klanken te puren uit haar sampling pad. Je hoort het, geen snaren zo vroeg op de avond, maar iets zegt ons dat we onze portie nog gaan krijgen.
Als dansende frontman overtuigt Ben Tanghe zeker. De fijne teksten doen ons wat terugdenken aan Boerenzonen Op Speed, zeker met de minimalistische electrospanningsboog. Ben heeft veel vragen zo blijkt. ‘Waar wacht je op? Droom je nog van mij?’ en zeker opener ‘Is er iemand daar?’ Hebben we daar nu echt de zin ‘soms kom ik klaar in duizend zwarte gaten’ gehoord? Na Ijsjes wordt het technobeest wakker in Tanghe want ze deleten alles in een redelijk verbluffende Chemicals Brothers-vibe genre It Doesn’t Matter. Verder horen we hem zingen dat hij trots is op wie ze zijn, en dat is zonder meer terecht want een pluim voor de Trix-programmatie want op 4 december spelen Monokimono daar en ze brengen Puntjudith mee. Niet alleen is Judith Rijsenbrij zowat het Amsterdamse antwoord op Ben Tanghe, maar ze hebben samen een nummer gemaakt dat we hier jammer genoeg niet konden horen.
Een blik op het podium verklapte al dat er met Tsar B (with strings) geen doordeweeks concert ging volgen. Het werd er zelfs eentje met een hoog zondagsmisgehalte. Een tafel stond rijkelijk gedekt, kandelaars, oversized druiven, wijnglazen en een uil zagen dat het goed was. Het is uiteraard ook het decor van de score voor Les Diners De Gala, dat niet zomaar verwijst naar het kookboek van Salvador Dali. Tsar B is natuurlijk het alter ego van Justine Bourgeus die als klassiek geschoolde violiste al furore maakte op grote festivals met een donkere opzwepende vorm van R&B en een verleden heeft bij School Is Cool. Ze nam aan de ene kant van de lange tafel plaats. Trui Amerlinck (Rosa Butsi, Ivy Falls) nam aan de andere kant plaats met haar cello. En we hebben onze strijkers zie! Heel opvallend waren de white dresses (haha jaja) die beide dames alle eer aandeden. De molensteenkraagachtige outfit die we al eens bij Anna Boleyn zagen kan zeker geen ultiem comfort geboden hebben, maar het zorgde er wel voor dat het plaatje visueel af was.
We hoorden totaal afwijkende versies van haar werk op The Games I Played (2018) en Unpaintable (2020), maar dat was ingecalculeerd. Untitled kwam snel en de snelle snaren in een opwindend Devil Baby, zonder Mauro, klonken mede door de sampling backup vol en krachtig. Trui en Justine stuwden elkaar naar een erg hoog niveau. Hun blikken verraadden niet alleen verstandhouding maar ook nauwelijks ingetogen bewondering. ‘I’d rather take the boat, kiss you on the water’ klonk het in Rattlesnake, normaal een pompende danstrack maar nu een klassieke knaller waarin Justine etaleerde wat een geweldige stem ze heeft. Theatraal hoge tonen en jankende violen. Luguber en sexy tegelijk. De samenzang in Velvet Green, dat aanzwelde tegen een fel groene achtergrond, maakte diepe indruk. Erg ingetogen gezongen maar een absoluut hoogtepunt in de set. Trui drukte haar cello als het ware tegen het strottenhoofd van Justine die vocaal de hemel bestormde.
Het oudje Myth kreeg de hele zaal stil, op een enkeling na die de tekst van Escalate persé wilde meezingen. ‘I give all my gold’ nietwaar? We konden ons niet van de indruk ontdoen dat Justine even een pijnlijke grimas op de lippen moest wegmoffelen in haar brede kraag. Het samenspel tussen viool en cello klonk hier alsof we een half orkest aan het werk zagen en was dus per definitie ronduit fascinerend. De finale met Unpaintable was een klassiek meesterwerk met een diepe tristesse dat het oeuvre van Tsar B zoveel groeven en striemen gaf dat we alleen nog konden denken aan diepe buigingen en gregoriaanse lofzangen. ‘I am not easy to paint’ vat het talent van Justine eigenlijk best mooi samen.
Nu de zaal wel lawaai mocht maken, deed het dat ook met veel overgave wat leidde tot de prachtige maar ijzingwekkend kille toegift Who Do You Think You Are?. Justine nam hiervoor plaats als een hogepriesteres achter de tafel, brak bijna het brood maar het was daarentegen onze veer die brak bij het aanhoren van een zangeres die muziek en theater verhief tot hogere sferen. Kraag af voor al dit fraais!