7 mei, de dag dat het heet was in de straten van Gent en ook de datum waarop in de Minard de thermometer er nog een paar extra graden bij deed. Stoker van het gezellig vuurtje: Sylvie Kreusch. Meer dan twee jaar werkte Kreusch aan haar soloproject. Een van Vlaanderens beste indiepopbands ooit (Soldier’s Heart) is niet voor niets ter ziele gegaan, Sylvie had een plan in haar hoofd.
Niet dat je haar al die tijd niet opmerkte, want als wederhelft van Maarten Devoldere zorgde de blondine (tegenwoordig brunette) bij Warhaus voor de meest zwoele taferelen op het podium. Nu is het tijd voor dat langverwachte solowerk. Maar eerst de support act, want die stond daar niet zonder reden.
Sergeant. De drie stonden daar niet alleen wegens hun kwaliteit, maar ook omdat zij een speciale band met Kreusch hebben: allen waren ze actief bij (jawel) Soldier’s Heart. De nieuwe band van Ferre Marnef staat ver weg van pop. Excentriek zelfs, maar daarom niet begeesterend.
Een soort van elektronicatrip vol flipmomenten. Onverwachte wendingen, ook al is dat soms niet meer dan een schreeuw. Sergeant is een band die mensen met verbazende blikken zal achterlaten, maar wel een trio dat durft wat anderen niet altijd durven: jezelf zijn.
Misschien was een andere zaal beter, want op zo’n muziek wil je wel eens dansen (of iets wat daarop lijkt). Geen probleem als je Sylvie Kreusch heet, want onmiddellijk bij de start vroeg de zangeres aan het publiek om het roodfluwelen stoeltje vaarwel te wuiven en rechtop te staan. Geen kat die er daarna nog aandacht om nadien zich te gaan neerzetelen. De magie van Sylvie Kreusch, en dat vertaalt zich op vele fronten.
Een paar weken geleden liep Sylvie al in de kijker door haar samenwerking met MDCIII, het project van Nordmann-blazer Mattias De Craene. Maar nu is er dat mysterieuze solowerk. Het overgrote deel van de aardig volgelopen Minard wist niet wat ze moesten verwachten.
Sylvie liet een paar weken in haar kaarten kijken door Seedy Tricks op YouTube te releasen, maar voor de rest wist niemand wat te verwachten. Behalve dat het een swingende boel ging worden, met twee drums waarvan één was uitgedost met allerlei Afrikaanse percussie-instrumenten kon dat ook niet anders. En met een persoon als Sylvie Kreusch nog minder.
Dertig graden of niet, Sylvie kwam het podium in een dikke jas opgehuppeld. Het kledingstuk belandde wel na een paar minuten op de grond, maar voor de rest bleef het podium haar plaats.
Sylvie Kreusch bleef Sylvie Kreusch, lees de vrouw die je wil verleiden en je zonder genade in de appel wil laten bijten, maar op een uur tijd kregen we alweer een andere kant van de zangeres te zien die we tot nu nog niet kenden.
Is Seedy Tricks nog dat heerlijke popdeuntje dat een nieuwe Soldier’s Heart-song kon zijn, dan baadt haar nieuwe werk in een wat meer experimentele popsfeer. Laat David Byrne experimenteren met The Knife en het wordt iets als wat Kreusch heeft bedacht. Verslavend geniaal.
Sylvie is natuurlijk het uithangbord en de stem maar de songs waarmee ze ongevuur een uur lang de Gentse zaal wist mee te overdonderen, waren ook het werk van de percussiegoden Falk Schrauwen en Simon Segers.
De groep was meer dan opgetogen over het uitzinnige publiek en op het einde werd iedereen uitgenodigd om samen met Sylvie op de planken te dansen waaronder de mama van Sylvie. Die laatste mag meer dan trots zijn op haar dochter, het is niet iedereen gegeven om moeder te zijn van een popkoningin.