Net op dat ogenblik het je denkt dat het herfst wordt, wringt zich daar toch nog een vrij zonnige zondag tussen in Ieper. Als je voor het vertrek nog een appel en een mango binnenspeelt, omdat je er vooringenomen vanuit gaat dat er op Frietrock in Ieper – met hoofdsponsor Clarebout (specialist in bevroren aardappelproducten) – enkel bier en frieten te vinden zouden zijn om dan te ontdekken dat ze daar in Ieper ook nog wat lekkerders te serveren hebben, dan is het weekend helemaal geslaagd. En dan hebben we het over de zes bands die we – onder het prangende gevoel dat de zomerfestivals nu echt wel op hun einde beginnen te lopen – gulzig consumeerden.
Thin Line Men beet, voor een erg summier publiek in de vroege namiddag, de spits af. De broers Patrick en Kristof Kimpe (beiden op gitaar en zang) worden bijgestaan door bassist Glenn Rotsaert, drummer Louis en saxofonist Peter en brengen ferme indierock geworteld in de Oostendse blues.
“Looking for someone to love. I might believe it’s you…”
Inhoudelijk gaat het vaak over de liefde en de pijnlijke kant daarvan, maar evengoed over pijn en verdriet.
“There’s damage in my soul…”, klinkt het in een verhalend mooie rockballade. Eerder bluesy en dromerig in zijn tristesse, horen we met “I’m just looking for an open door.”
We kregen een opeenvolging van leuke rocknummers, maar in een set van een uur hadden we wel van wat meer variatie kunnen genieten. Om af te ronden, bracht Thin Line Men hun coverversie van Oh La La La van Arno, waarbij ze de track herinterpreteerden tot een eigen versie die trager en vol van blueselementen klonk. Gelukkig. Blij dat er geen copycat gespeeld werd, maar om te kunnen tippen aan het origineel moeten ze toch nog iets sterker uit hun kot komen. Maar misschien ook daarvoor: “Gelukkig…”
Met de pompende bas en drums en de opzwepend repetitieve saxofoon sloten de heren hun set af. “I see lovers, I see losers”, klinkt het daarbij.
Zwoele tracks volgden elkaar op, de ene keer in pure rock-‘n-rollstijl, dan weer eerder bluesy. De stemmen van de broers passen perfect bij mekaar, maar af en toe merkten we wel een valse noot op. Het stoorde ons niet in die mate, want we merkten dat het een eg aangename band was om hier helemaal in de juiste festivalmood te komen. De grote sterkte van Thin Line Men lag toch vooral bij de saxofonist Peter, die het instrumentale naar een hoger niveau tilde. Uit een gesprekje na het optreden bleek deze man een Hintjens te zijn. Jawel, de broer van Arno!
In het buitenland spreken ze over ‘Belgians best kept secret’, maar voor ons is het werk van de gothrock-/newwaveband The Arch al lang geen geheim meer. Hoewel Gerd Van Geel (CUVG), Ivan Moons (Ivan DC), Ian Lamberts (Jakke) en Pieter De Clercq (Mr. Pierre) zich met hun intense live-performances, steeds in enige mystiek weten te hullen.
Zanger CUVG kwam licht mankend het podium op, met een gothic wandelstaf die de krukken die hij backstage mee had, moest vervangen. Een spierscheur in de kuit zorgde voor een veel minder beweeglijke frontman, maar de scepter stond hem wel! “Als je kan kiezen tussen in de zetel blijven liggen of hier komen optreden voor de mensen die een ticket kochten, is de keuze snel gemaakt. Dat eerste is zelfs nooit een optie geweest”, lichtte hij gedreven toe.
Zowel Ivan als Pieter hadden wat snaarproblemen. De ene reservegitaar die ze altijd bij hebben, maar amper moesten gebruiken, was deze keer niet genoeg. Terwijl de heren dat fiksten, trakteerde Gerd op een kort en krachtig staaltje a capella. “Seeing strange faces”, over lijnen die overschreden worden in deze nieuwe wereld.
Daarnaast kregen we vooral nummers uit hun laatste album XII (2019) te horen, dat ze om pandemisch gedoe nog niet echt veel live konden promoten. Terwijl we daaruit o.a. Tangled Stones, Cocks Populii, Blood Crystals, Alien Ann en Joan’s In Prison hoorden, nam het aantal getriggerde luisteraars voor het podium toe. Voor velen in het publiek was The Arch een nieuwe ontdekking, die ze duidelijk wisten te smaken.
Vive La Fête. ”Exentrique. Pour être héroïque.” Een koppel dat op het podium altijd iets magisch weet neer te zetten. Els Pynoo en Danny Mommens lieten hun elektronisch aangedreven kitschpop even energiek als breekbaar en speels los op het publiek.
Als speelse helden, introduceert het duo met zijn met zwarte make-up gemaskerde muzikanten zichzelf met Nuit Blanche. “Je dis Vive La Fête!” En ze zijn vertrokken voor een dansfeestje, waar ondertussen toch wel al een paar honderd mensen aan deelnemen. Het bloedeerlijke Maquillage, het kordaat speelse Ne Touche Pas, het meest grimmig sierlijke Noir Désir, het ‘bien faché’-klinkende La Vérité,… we ontdekken pas hoe machtig we de Franse taal tegen eigen verwachtingen in tóch zijn, als we deze Fête-ischistische klassiekers één voor één genietend staan mee te zingen. Traditiegetrouw sloten ze af met de tonen van Jesus Christ, Superstar.
Zornik, de band rond Koen Buysse, was een wat vreemde eend op deze affiche, waar we toch naar uitkeken. We herinneren ons de magie rond de frontman al die jaren geleden. Hoe hij ons met zijn stem meenam door intens, krachtige nummers.
Dat alles nam doorheen de jaren jammer genoeg in kracht af. Heel wat bekende nummers, zoals Scared Of Yourself, Black Hope Shot Down, Goodbye… passeerden de revue, maar we misten de dynamiek, de pittige kracht in stem, in samenspel zo hard, dat dit optreden ons het minst van al kon boeien. Wat ooit krachtige unieke Belgische rock was, werd vanavond herleid tot softe, afgevlakte poprock.
De retro-robo-beats zijn misschien aan het uitsterven, maar frontman Philip Oakey en de dames Joanne Catherall en Susan Anne Sulley brengen ze nog steeds met verve.
Showtime met The Human League, want ze zetten nog altijd een kwalitatief spektakeltje neer. Wie vooraf een blik backstage kon werpen, zag vier units gereserveerd voor The Human League en entourage, waar een kleerkast op wieltjes aangereden werd met wel 13 outfits en 8 paar schoenen.
Ze weten waarom. Want net al die zaken maken dat deze band nog steeds afgelikt stralende shows neerzet, met de nodige change-overs van de ene spectaculaire outfit naar de andere. De muziek, zeg je? Iedere keer opnieuw staan we versteld dat er amper een nummer tussen zit dat het publiek niét kent. Ze braken ooit uit hun niche en blijven nog steeds dat grote publiek bereiken met nummers als Mirror Man, Heart Like A Wheel, het spectaculaire Fascination, het intiem klinkende Seconds, Human, Tell Me When… om in volle glorie af te sluiten met Don’t You Want Me.
Toen onze collega enkele maanden naar Wolfgang Flür ging bekijken, had hij het over ‘de nog steeds redelijke geflipte Musik Soldat’. Dat triggerde, want ook wij wilden de ex-Kraftwerk-er nog eens zien. Dat de man met een historisch elektronische reputatie hier als headliner stond, was dus een welkome gift!
Het publiek dacht er jammerlijk anders over. Die hadden wellicht vooral de zondagavonddruk in hun achterhoofd, want “morgen moet er wel gewerkt worden, hé” en “’t is vroeg morgen”…
En zowat iédereen kent The Human League en dat was zeker een feestje en velen kennen ook Kraftwerk, maar hoeveel mensen kennen de naam Wolfgang Flür? We vrezen dat slechts enkelen beseften welke grote meneer daar op dat podium stond om zondagavond het festival af te sluiten. Maar die enkelen stonden er wel. Zoals steeds aan de grond genageld door zijn beats en tegelijk onmogelijk tot stilstand te brengen op de ijzersterke set die deze electro-magiër neerzette. Krachtiger dan Kraftwerk. Of mogen we dit niet hardop zeggen?!?
Het dj-podium, waar The Vintage dj’s, Nico De La Noche, Stonebox, Jellousy en Sjonnie Oaverechts aangekondigd waren, lieten we wat links liggen. We hebben het eerder voor live performances van bands met eigen nummers. Hoewel we stiekem toch heel even een glimp van Camille wilden opvangen en dan ook ongegeneerd snel even tot vooraan in de tent stapten, om na enkele minuten weer even snel naar buiten te stappen.
De organisatie verdient bij deze ook een ruikertje pluimen. Niet alleen voor het samenstellen van deze knappe programmatie, maar ook voor de opbouw van dit knappe festivalterrein, met een mooi podium, de grote dj-tent, omringd door de vele kraampjes met lekkere biertjes en eten (ja, toch wel voornamelijk frietketel-gerelateerd, maar dat schijnt de beste voedingsbodem te blijven voor festivals) en de medewerkers die met plezier iedereen vriendelijke bejegenden. Een gezellig, kwalitatief festival dat het eigenlijk écht verdiende om drie dagen uitverkocht te zijn.
Dus festivalliefhebbers: voeg deze nù al toe aan je festivalkalender van 2023, zodat daar volgend jaar een massa volk voor het podium staat!
Bekijk hier ook de volledige fotoreportage door Johan Vanparys.