Een betere naam hadden ze niet kunnen verzinnen, de organisatoren van BIM-fest, want Bodybeats is precies waar ze ons bij elk event opnieuw van voorzien. Bim-fest is voor vele dansgrage donkere zielen het hoogtepunt van het jaar en ook naar deze 21ste editie werd uitgekeken.
Het weekend openen, deden The Ultimate Dreamers. De Brusselse postpunk-/coldwaveband die eind jaren tachtig insliep, maar enkele jaren geleden terug ontwaakte met een release van demo’s uit die tijd, ging ook opnieuw nummers schrijven waarmee ze al snel weer de podia op trokken.
Bertrand (gitaar), Frédéric (zang, programmeren), Joël (bas) en Sandrine (keys) brachten in maart het album Echoing Reverie uit, gevolgd door een aanvullende remix-ep Violent Ghost.
Uit die laatste plaat kregen we heel wat nummers te horen, van opener I Loved You?!, Polarized, Midnight en ook een brutere versie van Big Violence, waarbij het psychedelische gitaarwerk en de soms huilende vocals ons best bevielen.
De AC/DC-cover Hells Bell was er zo eentje waar we bij de release al niet wild van werden. En dat deden we nu ook niet. Na de doodsklok die het nummer inleidde, hadden we het al gehad met het metalnummer, dat hier een melancholisch jasje aangetrokken kreeg, met synths- en baslijnen die nostalgisch huilen over de grauwe gitaarakkoorden. De perfecte coldwavesound wellicht, maar niet voor deze klassieker.
We kregen ook tracks die niet op de albums verschenen te horen, zoals Far Away, Kids Alone en het melancholische en van heerlijke retrosynths voorziene Replicant.
We waren niet altijd even enthousiast over alles wat de band uitbracht, maar wat we vanavond op het podium te horen kregen, klonk sterk! Het viertal staat er ook echt als band. De ene diep opgaand in het gitaarspel, de andere elegant achter de toetsen of in strak pak verstopt achter een zonnebril. De zwarte draad die hen verbindt op het podium? Heel boos blijven kijken (lacht). Nee, we zagen een perfect op mekaar ingespeelde band, die er wel leek van te genieten, ondanks hun boze blikken.
Zo was Piano Ghost één van de nummers die ons live het best beviel, terwijl dat helemaal niet zo was als we het op Echoing Reverie hoorden. De bittere akkoorden ‘are putting a spell on us’, net als de zang van Frédéric, met een hoog Sisters Of Mercy-gehalte.
Met Japanese Death dook het viertal even het verleden in, waarbij we verbaasd waren hoe de vrij ‘zeurderige’ zang toch helemaal floreerde in het melodieuze van de track.
En dan, zo net op het eind… The Cure-cover Lovesong. Dàt hadden ze beter niet gedaan. “I will allways love you”, willen we nu echt alleen nog maar uit Robert Smiths mond horen.
Het Duitse duo 2ND Face overdonderde ons – na hun debuut Nemesis – dit jaar nog met hun nieuwe album UtOpium. Live hadden we hen nooit eerder aan het werk gezien. En dan wordt het wel erg moeilijk om een woord te vinden dat ‘overdonderen’ overtreft… Meesterbrein Vincent Uhlig weet zowel uit te blinken in het gelaagd opbouwen van industrial-/EBM-tracks als in diepzinnige, filosofisch introspectieve teksten. We kregen een agressieve sound te horen, iets waar Duitse EBM’ers in uitblinken. Alleen doen de meeste Duitse bands dat vaak met stampende beats, die van begin tot eind doorgaan alsof er geen andere opbouw mogelijk is. En na al die jaren in de scene, is dat wat saai geworden.
2nd Face bracht dan ook precies dat waar we blijkbaar op zaten te wachten: dronescapes die oplopen tot explosies, elektronisch vernuft in donkere spoken words – die soms klinken als iets wat we als goth rap zouden beschrijven – gewikkeld. Donderende beats, die hard dreunen, maar ook ergens vol warmte zitten. Zwartgeblakerde industrial met noise-‘n-grind en fluisterend doodse backings. We geraakten helemaal in de ban van tracks als Momentum en Life(l)over.
Ook visueel was het een plaatje. Met indrukwekkende make-up en extravagante kledij, die elke haakse beweging van de frontman nog meer in de kijker zette.
Wat we van 2nd Face te horen kregen klonk gesofisticeerd, intelligent en ronduit oorverdovend kwalitatief. Een nieuwe industrial-hemel opende zich daar ter plekke in De Casino.
Het repertoire van Lebanon Hannover kennen we door en door. Maar wat bassist en zanger William Maybelline precies deed met Qual, moesten we nog uitzoeken, hoewel hij toch ook met dit soloproject al een tiental jaar bezig is. Zijn laatste album Tenebris In Lux verscheen in 2021, geschreven tijdens de hel van covid. De soberheid die hij bij Lebanon Hanover vaak uitstraalt, kwam ook hier aan de oppervlakte, met een minimal sound en zijn sober elegante verschijning. Maar Qual haalt blijkbaar ook het beest in Maybelline naar boven, want in die minimal composities, bijt hij ook. Hij schreeuwt doom uit en danst uitzinnig mooi. Dat charisma straalde vooral het tweede deel van zijn set uit, naarmate het optreden vorderde, werd het intenser en zwaarder.
Zowel Cyber Care (ja, die waarin hij zowel rauwe spoken words serveert als lijkt te grunten) en Inject Your Mind (beiden van op de ep Cyber Care uit 2019), als nieuwere nummers kregen we geserveerd in een strakke industrialset, waar we af en toe ook wat dansbare eightiesbeats en newbeatelementen in bespeurden. Ook How Many Graves, met zijn slaande beats was een sterke voltreffer.
Stampende beats, vette ritmes. Zijn stem klinkt hard en ruw. Alsof hij schizofrene vocalen uit zijn lichaam stoot. En dat leverde een knap diverse sound op, die het publiek aan het dansen zette. “Rotting, you’re nothing!”, schreeuwt hij uit met charmant Brits accent. Lief kan je hem niet noemen, maar wat wel een extrava-danza-kerel, die William Maybelline!
Eén van de acts waar we zeker naar uitkeken, was Placebo Effect, omdat het zomaar 28 jaar geleden was dat ze in ons land waren en ze meer dan alleen maar muziek brengen. Ze startten al in 1989, maar zijn enkele keren onderweg gestopt, opnieuw begonnen en moesten het vanaf 2016 ook zonder Achim Windel doen, die dat jaar jammer genoeg overleed. Op het podium stond de bizarre frontman Axel Machens, paspop Else en een mystiek sierlijk gevederde toetseniste – waarover we maar geen info terugvinden – die wellustig muizen voerde aan de mensen op de eerste rij!
Kunst overschrijdt grenzen en verbindt. En dat is precies ook wat Placebo Effect wist te verwezenlijken op het podium. We kregen een graag gehoord grensoverschrijdend geluid te horen, maar ook de act kon tellen! Machens stond tijdens het concert in continu contact met zijn publiek en dat versterkte de intensiteit van de symbolische daden op het podium. Hij zette een doornenkroon op, liet paspop Else verschillende keren veranderen van attributen, blies veertjes door de lucht, die hij telkens weer wist te vangen, terwijl hij de toeschouwers ving met zijn bezwerende stem. Het klonk en zag er allemaal erg ritualistisch en tegelijk ook wat luguber uit. Ook toen hij het publiek instapte en individuen enkele boodschappen in het oor fluisterde. Dat alles gebeurde op de meest bezwerende beats in heel wat onheilsnummers uit het verleden, zoals o.a. Mistress, Agony Of Mind, Poison Tree, Devoid Of Soul… en ook in nieuwer werk. Psychedelisch verscheurde soundscapes gevuld met melancholische synths die zweefden door de duisternis. Gothwitchsounds weergalmden door de zaal en ook al is Axel geen grootse zanger, hij wist knappe spanningsbogen te creëren met zijn stemgebruik, wat zijn toononvastheid compenseerde.
Lords Of Acids daarentegen had zoveel te compenseren dat het niet haalbaar bleek… Het valt ons – als jarenlange fan van Maurice Engelen – moeilijk om te moeten schrijven, maar dit was het meest teleurstellende optreden van het BIM-weekend. En nochtans staat hen een heuse Amerikaanse tour te wachten! Bij iedere switch van zangeres doorheen de jaren heen, hoorden en zagen we de kwaliteit dalen. Wij herinneren ons hun topperiode met Deborah Ostrega en Nikie Van Lierop, die in lingerie op de lichtinstallatie klommen om van daaruit taboe-overschrijdende teksten te schreeuwen, terwijl er sm-acts op het podium plaatsvonden met zweepjes, kooien… en Maurice Engelen die als een electroduivel rond, op en met dat keyboard speelde!
Deze avond leek Maurice zich in andere (hogere? lagere?) sferen te bevinden en moesten we het doen met de nieuwste frontlady Gigi Ricci. Een uitzonderlijk knappe dame, die wist te verleiden, maar dat deed ze vooral met stereotiepe strippers-moves en niet met haar stem… Gelukkig wisten drummer en gitarist de set kracht bij te zetten en waren er enkele fijne acts op het podium. Zoals o.a. die van het onderdanige hondje Trudy. Of de dance-acts van Lot, die bij Out Comes The Evil verbeeldde dat het kwaad – ondanks alle praal, pracht en glitters tot op de tanden – toch boven komt en even later als stoeipoes mee danst. Bij Rubber Doll dook er – als was het vanzelfsprekend – ook een opblaaspop het publiek in, die enkele minuten later half gemolesteerd terug het podium op vloog.
De portie extravagante, controversiële erotiek was herleid tot commercie, maar nog steeds opzwepend genoeg om een deel van het publiek op te hitsen met hun hits I Sit On Acid en Pussy… In Scrood-By-U bracht Gigi een behoorlijk Marilyn Monroe-zanglijntje, maar haar stem klonk in de rest van de tracks vooral schreeuwerig en immatuur.
Als dit een try-out was voor Amerika, dan hopen we dat de trial & error-methode enkel beterschap kan brengen voor Lords Of Acid.
Op de headliner van vanavond na, genoten we wel van alle andere bands in de line-up; de geoliede machine die de Bodybeats-organisatoren iedere keer weer opnieuw feilloos lieten draaien (pluim, zwarte pluim! 😉) en het erg leuke sfeertje bij de gelijkgestemde nationale en internationale (jaja, uit Duitsland, Nederland en zelfs Zweden!) zielen in de zaal.