Arno is 70 geworden en dat is niet onopgemerkt voorbijgegaan. De aankondiging dat hij op zijn verjaardag in het Kursaal in Oostende ging spelen motiveerde velen om instant naar de website van het Kursaal te surfen en tickets te bestellen. Het resultaat: twee avonden op rij een full house. Wij waren erbij op de eerste avond en neem het van ons aan, er zat veel volk. Het publiek bestond uit fans uit elk tijdperk waarin de old motherfucker actief was. Voor één keer voelden wij ons (nogal) jong.
Het verhaal van de brompot uit Oostende is genoegzaam bekend: hij begon met het groepje Freckleface waar hij vooral op de achtergrond speelde. Vervolgens ging hij verder als zanger van Tjens Couter. In 1980 verving hij zijn muzikanten en maakte er TC Matic van. In 1986 ontsloeg hij die muzikanten dan weer om solo de baan op te gaan. Zo nu en dan riep hij wat vrienden bij mekaar om samen te spelen. Zo waren er onder andere The Subrovniks en Charles et Les Lulus. De meest recente formatie heet Tjens Matic, jawel een samentrekking van de eerste twee groepsnamen. Het was met de Tjens Matic formatie met gitarist Bruno Fevery , bassist Mirko Banovic en drummer Laurens Smagghe dat hij voor ons stond.
Samen brachten ze een bloemlezing uit Arno’s zeer uitgebreide oeuvre. Alle periodes kwamen aan bod. Entertainen is hem op het lijf geschreven. Wie hem niet recent aan het werk zag, zal wel wat verbaasd geweest zijn over het volume en het tempo waarmee hij z’n liedjes speelde. De tijd dat Arno enkel leuke luister-chansons à la française zong, is wel al even voorbij.
Goeienavond, bonsoir, good evening: Frans, Engels, West-Vlaams en zelfs wat Duits kregen we te horen. “k’Gon noh een liedje zengen.” En dan boempats was hij daar met een loeiharde en snedige versie van QUE PASA!
De band speelde ongelofelijk strak al hadden we niet minder verwacht. En dat allemaal in het Kursaal, de plek waar hij als jonge gast nooit mocht komen. “Marein, ik zet in’t Kursoal , gelof je’t ?” Oostende ligt hem na aan het hart, maar lang was alleen de Langestraat en café De Sloepjes zijn werkterrein. Vanavond kwamen we dat en nog vanalles te weten. In Oostende Bonsoir, de nieuwe single van het nog te verschijnen album, bezingt hij het dwalen door de Langestraat in de ochtend. Een prachtig nummer dat hij uiteraard ook live bracht.
Hét moment van de avond was evenwel de ska versie van Vive Ma Liberté waarin hij een dikke middelvinger opstak naar de bourgeoisie in het Kursaal waar hij vroeger aan de deur gezet werd maar nu niet meer, merkte hij fijntjes op. Arno genoot met volle teugen en het publiek ook.
Hier en daar werd er zelfs gedanst. Zittend naar zo’n show kijken is sowieso niet evident. Een a capella “Oh lalala” met het publiek was nodig om iedereen helemaal te ontdooien maar daarna was de gereserveerdheid helemaal weg. En ja: “Nous sommes quand même tous des Européens”. Camera’s werden weggestoken en in de plaats gingen de armen heen en weer op de tonen van Les Filles Du Bord De Mèr. Afsluiter was het onsterfelijke Bathroomsinger met Arno op cymbalen.
Merci en tot in de AB op 23 januari 2020. Wellicht zal het vroeger zijn…