Met zijn contrabas en band (het Brusselse jazzkwintet Otto Kintet) heeft Otto Kint met Wildernis een prachtig album afgeleverd op Choux de Bruxelles, het label dat ook het nieuwe album Vertigo van Jaune Toujours uitbracht. Een beschaafde plaat met jazz van het eerder klassieke soort, maar wel steengoed. Tijd dus om de namen van de eilandplaten op te eisen.
Otto: “Drie totaal verschillende albums voor verschillende avonden op het onbewoond eiland. Alle drie steengoed maar op een totaal andere manier. Ze komen dan ook elk uit een ander genre en uit een andere tijd.“
BILL EVANS TRIO – Sunday at the village vanguard (Riverside Records, 1961)
Dit is een van de albums van het trio waar Scott Lafaro contrabas op speelt. Opgenomen een paar dagen voor zijn tragische auto-ongeluk. Ik val nu, meer dan 60 jaar na de opname van dit album, nog altijd van mijn stoel over wat die gast (25 jaar oud toen) uit zijn contrabas krijgt.
Een perfecte combo van smaak, techniek en virtuositeit. Zelf heb ik even moeten zoeken naar wat voor een muzikant ik wil zijn. Ik hou zielsveel van muziek en wil mijn spel elke dag verbeteren, tegelijkertijd zit ik anders in elkaar dan Lafaro. Bandleader zijn, albums maken met al de bijkomende taken, mensen samenbrengen in projecten en er zijn voor mijn familie is voor mij minstens even belangrijk als virtuositeit op mijn instrument en muzikaal connecteren met mijn collega’s.
DAVID SYLVIAN – Brilliant trees (1984, Virgin)
Dit album is nostalgisch voor mij. Het katapulteert me terug naar mijn kindertijd toen we uitgebreid brunchten op zondagochtend naast de platendraaier. Naast Eric Satie en David Bowie passeerde ook dit album altijd de revue.
Later, als professionele muzikant, heb ik dit album herontdekt. De diepe stem van David Sylvian heeft iets charismatisch en verhalend waardoor je in de muziek gezogen wordt. Bovendien is het een fantastisch staaltje muzikantschap. Strakke grooves, waarin de bas een grote rol speelt, vloeien over in open soundscape-momenten waar de muzikanten vrij spel krijgen. Alles is analoog in de studio opgenomen en er is duidelijk veel tijd genomen om te experimenteren en om te zoeken naar de juiste klank.
Sylvian is een unieke muzikant en producer, niemand zou dezelfde plaat kunnen maken, zelfs met de tools die er vandaag bestaan. Een album als dit doet me dromen over een album maken met ongelimiteerde studiotijd.
EEFJE DE VISSER – Nachtlicht (2016, Eefjes Platenmaatschappijtje)
Een van de strafste studioalbums van het laatste decennium. Het is een plaat met allemaal goede nummers, alles klinkt haarfijn en is goed geproducet en Eefje zingt fantastisch.
Ik heb niet veel met Nederlandstalige muziek. Van thuis uit heb ik het niet meegekregen en ik luister sowieso vaker naar de muziek dan naar de gezongen tekst. Toch heeft Eefje me met deze plaat diep kunnen raken. Ik vind het fantastisch hoe ze zinnen, woorden en lettergrepen kan omvormen tot meer dan enkel tekst. Het wordt als het ware een muziekinstrument dat niet alleen goed klinkt, maar ook nog een extra betekenis aan de muziek geeft.
Eefje de Visser heeft met Nachtlicht voor mij een weg gebaand naar andere Nederlandstalige muziek zoals die van Brihang of Spinvis. Door muziek in je moedertaal te horen, krijg je alle finesses van de tekst mee en daardoor leerde ik anders luisteren.