Je zal daar maar zitten met je eerste album, klaar om uit de startblokken te schieten om vervolgens tegen de betonnen muur van covid-19 te smakken. Het overkwam heel wat bands, waaronder ook Fake Indians. Vier ep’s lang zwoegde, ploeterde en cultiveerde Fake Indians een geluid dat ze op The Pest, hun eerste album, wisten te perfectioneren. En hoewel de promotietoer voor het album initieel ‘on hold’ werd gezet, komt deze nu stilaan terug op gang.
Wij spraken onlangs met zanger en gitarist Stof Jansens over Fake Indians, The Pest, live spelen en zijn voorliefde voor vampiers.
Hallo Stof, hoe gaat het met jou?
Redelijk goed, we hebben gisteren eindelijk nog eens opgetreden in Antwerpen. Met staand publiek zelfs. Dat deed echt deugd. Het was ook een gezellig weerzien met vrienden en is daarmee wel wat laat geworden. Vandaag een beetje fuzzy dus (lacht).
Momenteel zijn jullie shows aan het spelen ter promotie van The Pest. Hoe voelt het om anderhalf jaar na de release pas de eerste optredens te kunnen spelen?
Het voelt goed om gewoon terug te kunnen optreden. Ik heb het gemist. Het spelen zelf gaat ook best goed eigenlijk. Misschien heeft anderhalf jaar lang niet repeteren ons wel juist beter gemaakt. De shows voelen niet echt als promo aan want we speelden die nummers al vrij lang voordat we de plaat maakten, dus het is niet zo dat we ze nu pas op een publiek loslaten. Maar het is wel fijn om met een vinyl onder de arm te kunnen gaan optreden. Nu kunnen we met The Pest de mensen een representatieve drager aanbieden van de groep zoals die nu is. In tegenstelling tot de DIY ep’s die we eerder op cassette uitbrachten.
We hebben jullie onlangs in Merksplas tijdens Aan De Wip voor de eerste keer, post-corona, van jetje zien geven. We waren danig onder de indruk van de genuanceerde muur van geluid die jullie op het publiek weten te katapulteren maar net zo goed van de prachtige psychedelische visuals die de muziek complementeren. Van waar het idee om met projecties te werken? Veel kleinere groepen houden het vaak bij een banner.
Goh, veel concept zit er niet achter. Het lijkt misschien zo maar dat is niet de bedoeling. Die visuals hadden we trouwens in het begin nog niet. Die zijn er eigenlijk gekomen omdat Raf, een kameraad van onze drummer, vanaf het eerste optreden aanwezig was. Ik kende Raf zelf niet maar hij zat altijd wel mee in het busje of was wel ergens in de buurt. Toen bleek dat hij bezig was met visuals en het monteren ervan. Dus dachten we van oké als je dan toch altijd meegaat dan kan je even goed iets nuttig doen. En hij zag dat helemaal zitten.
Ik heb geen idee waar hij al die weirde shit vandaan haalt, maar het werkt. Hij mixt die visuals trouwens ook telkens live, dus ze zijn iedere keer anders en verschillen naar gelang zijn gemoedstoestand. Hij kan doen wat hij wil want wij zien daar zelf natuurlijk amper iets van tijdens een optreden. Maar het helpt ons wel een bepaalde sfeer te creëren. Zo kunnen we een doordeweeks café omvormen tot een oord van waanzin. Muziek en beeld versterken elkaar. Al vind ik dat we ook zonder visuals recht moeten blijven. Een vriend zei me eens dat hij ons het liefste zag spelen met zijn ogen gesloten. Misschien een vreemde opmerking maar goed bedoeld denk ik. Het bewijst in ieder geval dat de muziek op zichzelf kan staan.
Als we The Pest beluisteren, horen we een mix van onder meer pop, noise, psychedelica … Hoe zou je zelf de plaat aan mensen beschrijven?
Je eigen muziek omschrijven is altijd moeilijk. Als ik mij er snel vanaf wil maken zeg ik meestal ‘rock’. Maar er zitten zeker ook poppy elementen in. Het is eigenlijk een mix van alle dingen die we tof vinden. Allerlei genres op een hoop, en daar nog wat lawaai bovenop. We houden het graag simpel. Niet hoeven na te denken op het podium, gewoon gaan. Liever een goed gespeelde foute noot dan een slecht gespeelde juiste, zo voel ik het wel aan. Psychedelic noise slackers staat er in onze bio… dat lijkt de lading min of meer te dekken.
De meeste nummers van The Pest staan al op de vier voorgaande ep’s. Kan je even uitleggen waarom jullie besloten om de nummers van jullie ep’s opnieuw op te nemen voor The Pest?
Die demo’s heb ik toen zelf thuis gemaakt. Knip en plakwerk. Ze waren goed om de groep in gang te krijgen en wat richting te geven. We hebben even tijd nodig gehad om als groep echt goed ingespeeld te geraken. We hebben wel eens een demo met vier opgenomen (Kalash Morons) maar dat was misschien nog wat vroeg. De demo was op zich wel oké maar ik voel toch heel sterk het verschil met waar we nu staan. Deze keer was het echt tijd om als groep op te nemen.
Het zou ook zonde geweest zijn om die liedjes niet deftig op te nemen. Ik vind het leuk dat we de nummers nu echt eer aan hebben kunnen doen. Voor een tweede plaat zou het sowieso de bedoeling zijn om samen nieuwe nummers te maken. The Pest is eigenlijk een best of van de demo’s die ik in het verleden heb gemaakt. Maar dan beter gespeeld en opgenomen.
The Pest heeft veel positieve reacties gekregen. Heb je het gevoel dat er momenteel nog voldoende aandacht is voor de plaat of is door covid de aandacht al wat weggeëbd?
Ik denk dat het ‘moment’ van de plaat onvermijdelijk een beetje voorbij is omdat we nu eenmaal ineens anderhalf jaar later zijn. Er zijn heel wat releases door covid uitgesteld waardoor er nu veel muziek uitkomt. Anderzijds merk ik wel dat we, nu het terug mag, toch al snel wat optredens hebben staan. We zijn dus nog niet vergeten.
“Played pretty much live by Fake Indians”, staat er bij de beschrijving van The Pest te lezen. Was het een bewuste keuze om de instrumenten niet apart op te nemen?
We waren nogal ambitieus gestart en wilden alles zelf doen. In het cultureel centrum Sint-Andries hadden we zelf een studio geïmproviseerd en alles apart opgenomen om zo achteraf nog alle kanten uit te kunnen qua mixen enzo. Maar eens alles erop stond, behalve de zang, voelden we dat dat het niet was. De muziek mankeerde drive en dynamiek. Op dat moment hadden we de optie om gewoon aan het geheel te blijven sleutelen tot we tevreden waren of om opnieuw te beginnen maar dan op een andere manier. Uiteindelijk hebben we alles weggegooid en zijn we op twee dagen alles live gaan inspelen in een deftige studio. Dat voelde direct een pak beter. Enkel bij twee nummers heb ik de zang opnieuw gedaan, vandaar de vermelding “pretty much live”.
Het album is praktisch uitverkocht. Was dit iets dat jullie verwacht hadden. Wordt er nog bij geperst?
We hebben onlangs nog een doos gevonden (lacht). Dus we kunnen er nog effe tegen maar ja op twintig platen na is The Pest uitverkocht. Ik had het niet per sé verwacht, zeker niet met heel dat coronagedoe. Het moment om platen te verkopen, is na optredens dus we hadden niet verwacht dat dat, door het gebrek aan optredens, toch vlot zou lopen.
Aan Dries hebben we sowieso veel te danken. Hij heeft met zijn cassettelabel Gazer Tapes wel echt bijgedragen aan het promoten van de plaat.
Of we zullen bij persen weet ik niet. Daar heb ik eigenlijk nog niet aan gedacht, dat zullen we financieel eens moeten bekijken.
Maar het kan nog?
Ja, het kan zeker nog maar ik zou het geld dan misschien toch liever in een tweede plaat investeren.
De hoes is behoorlijk opvallend. Vanwaar het idee om Dries Hermans halfnaakt als vampier op de cover te plaatsen? Impuls of doordacht?
Ik vind het vooral een lelijke hoes, maar dat is goed want de muziek is ook niet bepaald ‘mooi’. Over de cover hebben we, in tegenstelling tot flyers die doorgaans twee weken moeten dienen, toch wel wat nagedacht. Echter vergeefs. Er zijn voor die hoes nogal wat ideeën over en weer gestuurd tussen de groepsleden. Het een nóg slechter dan het ander dus we leken er niet echt uit te raken. Op een bepaald moment dacht ik terug aan een foto van Dries die ik had genomen na een optreden in een asielcentrum ergens. Het was superwarm die dag dus Dries stond daar in zijn blote torso. Die foto was onder de groepsleden al een beetje een eigen leven gaan leiden omdat we regelmatig, met onder andere face-app filters, het gezicht van Dries veranderden. Op een gegeven moment dacht ik dan gewoon die bewerkte foto te gebruiken voor de cover. Blijkbaar heb ik de drang om vampieren in onze flyers te steken, dus heb ik Dries ook maar een stel vampierentanden gegeven. En zo ontstond Vampyros Driesos: een bruggepensioneerde vampier met rotte tanden.
Wat is de ambitie nog voor Fake Indians?
In de eerste plaats spelen voor het plezier. Met dat idee zijn we begonnen en dat is tot hiertoe al goed gelukt. Het is niet zo dat we het bewust kleinschalig willen houden of zo. Natuurlijk spelen we graag in grotere clubs en in perfecte omstandigheden maar even graag spelen wij in kleine, donkere holen. Aangezien we bijna alle optredens zelf regelen komen we meestal daar terecht. Maar dat is oké. We doen het eigenlijk vooral voor onszelf. Als anderen Fake Indians dan ook nog goed vinden, is dat natuurlijk wel tof, we zijn niet vies van een beetje erkenning. Niet dat we geen ambitie hebben maar de muziek is eigenlijk vooral een uitlaatklep.
Wou je zelf nog graag iets toevoegen?
Niet echt. Ik ga vandaag eindelijk de gazon maaien maar dat heeft niet heel veel toegevoegde waarde. Al krijg ik tijdens het maaien wel regelmatig ideeën voor liedjes. Misschien verklaart dat voor een deel het geluid van onze groep.
Hieronder enkele data waarop je de Indians nog aan het werk kan zien alsook enkele relevante links om je alsnog van je zeet terechte aanschaf te verzekeren.
11/09 – Scratch + Snuff, Gent
09/10 – Djingel Djangel, Antwerpen
FAKE INDIANS: FACEBOOK / BANDCAMP
GAZER TAPES: FACEBOOK / BANDCAMP
FONS RECORDS: FACEBOOK / WEBSITE